2.3 De [gedaagde] heeft, zakelijk weergegeven, het volgende aangevoerd.
Zij is een ziekenhuis dat als enige in Nederland volledig is gespecialiseerd in houding en beweging. Zij biedt behandeling voor veel voorkomende tot zeer complexe aandoeningen op het terrein van de orthopedie, de reumatologie en de revalidatiegeneeskunde. Daarnaast heeft zij een polikliniek voor pijnbestrijding, een apotheek en een sportmedisch centrum.
Zij heeft unieke kennis en is hooggespecialiseerd. Zij ontwikkelt nieuwe behandelmethoden en verricht onderzoek naar de effecten daarvan. Haar positie is nationaal en internationaal vooraanstaand.
In haar strategisch beleidsplan staat vermeld dat zij klantgericht, innovatief, ondernemend en excellent wil zijn. Uit onderzoek is gebleken dat de multidisciplinaire behandeling bij reumapatiënten succesvol is. Het ARC geeft die multidisciplinaire poliklinische behandeling. Ook daar staat de patiënt centraal. Het is een vooraanstaand behandelingscentrum, dat continu streeft naar innovatie en hoogwaardige zorgverlening.
De functie van gespecialiseerd reumaverpleegkundige is relatief hoog ingeschaald ten opzichte van de andere verpleegkundige functies. Deze verpleegkundige heeft bij de multidisciplinaire behandeling een sterk coördinerende rol. Daarbij is een ondergrens van
24 uur gesteld. De belangrijkste reden daarvoor is de continuïteit van de patiëntenzorg.
Zij streeft ernaar de patiënt tijdens de behandeling te koppelen aan één verpleegkundige.
Dat acht zij cruciaal voor het welslagen van de behandeling en het welbevinden van de patiënt. Met een arbeidsomvang van minder dan 24 uur per week is het niet mogelijk om die doelstelling te realiseren, niet in zijn algemeenheid, en evenmin met de huidige formatie.
Die bestaat thans uit 22 fte en 30 personen, van wie 6 gespecialiseerd reumaverpleegkundigen. Van deze laatsten werken er 4 personen 24 uur per week, één
32 uur per week en één 36 uur per week.
Andere redenen voor de ondergrens zijn van meer organisatorische aard. Zo is bij een formatie van veel kleine dienstverbanden werkoverleg, laat staan multidisciplinair werkoverleg niet of nauwelijks te plannen. Maar ook de verhouding tussen de tijd die aan patiëntenzorg wordt besteed en de indirecte (voorwaardenscheppende) tijd wordt onevenredig. De verpleegkundige is dan te weinig bezig met patiëntencontact in een tijd van marktwerking in de gezondheidszorg en overgang naar vraaggericht werken is dat onwenselijk en onhoudbaar. De gespecialiseerd reumaverpleegkundige heeft, in vergelijking met andere verpleegkundige functies bij de [gedaagde] een hoog aantal indirecte taken, zoals deelname aan innovatieve werkgroepen en het multidisciplinair overleg.
De mogelijkheden om minder dan 24 uur per week te werken heeft de [gedaagde] wel, alleen niet binnen het ARC.
Het is onjuist dat de ondergrens van 24 uur per week destijds als tijdelijk beleid is gehanteerd.
Koelman spreekt over de "doorsnee patiënt" die twee vaste dagen op het ARC komt.
Zij doelt daarbij kennelijk op de patiënt die voor de behandeling "multidisciplinaire RDV komt. Dat is de meest gegeven behandeling; naar schatting 60% van het totaal aantal behandelingen. Die behandeling duurt in het algemeen 6 weken, en vindt tweemaal per week plaats. De overige behandelingen, die ook repeterend kunnen zijn en waarbij ook verpleegkundigen betrokken (kunnen) zijn vormen dan nog 40%.
Het inroosteren van patiënten bij een meerdaagse behandeling kan niet, zoals [eiseres] stelt, steeds plaatsvinden op de dagen waarop zij aanwezig zal zijn, omdat ook rekening moet worden gehouden met agenda's en werktijden van behandelaars uit andere disciplines, waar ook parttime wordt gewerkt. Het streven is inroostering zonder onnodig lange wachttijden, zonder onnodig extra terugkomen en zoveel mogelijk bij dezelfde behandelaars. Dat lukt met de huidige bezetting van de formatie niet altijd, maar als [eiseres] wordt toegestaan minder te werken zal dat een negatief effect hebben op die doelstelling, los van de precedent- werking die dat zal hebben. Zij vreest grote problemen als meer gespecialiseerd reumaverpleegkundigen minder dan 24 uur willen gaan werken.
Zij heeft onderzoek gedaan naar de mate waarin patiënten dezelfde verpleegkundige hebben gezien, verdeeld over twee behandelingsperiodes: die van januari/februari 2005 en die van oktober/november 2005.
In de eerste periode had [eiseres] 4 uur per week ouderschapsverlof en een collega had per 24 januari zwangerschapsverlof. In de tweede periode werd geen verlof genoten, anders dan incidenteel ziekteverlof of vakantieverlof. In de periode januari/februari 2005 blijkt na de intake in totaal 20 maal van verpleegkundige te zijn gewisseld bij individuele patiënten.
Het aantal wisselingen varieerde daarbij: soms werd eenmaal ingevallen door een ander, soms werd afgewisseld. Vijf patiënten hebben tijdens hun behandeling in die periode zelfs twee wisselingen gehad en in totaal dus drie verpleegkundigen gezien. Het totaal aantal wisselingen kwam uit op 30, bij 81 behandelde patiënten. In de tweede periode, met volledige bezetting dus, zijn 94 patiënten behandeld en werd bij 16 patiënten gewisseld, waarbij het in 13 gevallen ging om een eenmalige overname. Bij drie patiënten zijn twee behandelingen in het traject door één andere verpleegkundige gedaan. Er is in die periode niet vaker dan eenmaal van verpleegkundige gewisseld, zodat de patiënten bij wie is gewisseld, met niet meer dan twee personen te maken hebben gehad.
[eiseres] noemt de grens van 24 uur arbitrair. Het is echter een grens die ook in een bredere context dan die van de [gedaagde] heel gebruikelijk is. Een arbeidsomvang beneden de 24 uur per week levert verlies aan arbeidsproductiviteit op, zo is gebleken uit onderzoek van TNO Arbeid en de Universiteit Brabant.
Het feit dat [eiseres] ouderschapsverlof heeft gehad en toen minder dan 24 uur heeft gewerkt, brengt nog niet mee dat haar arbeidsduur definitief zou moeten worden gewijzigd.
De door [eiseres] overgelegde verklaringen van collega's en de daarin genoemde argumenten zijn, gelet op wat de [gedaagde] hiervoor heeft aangevoerd, voor de beoordeling niet van belang.
[eiseres]' stelling dat het feit dat de gespecialiseerd reumaverpleegkundigen worden betrokken bij besluitvorming en de ontwikkeling van nieuwe zorgproducten irrelevant is, is voor haar onbegrijpelijk. Een aantal taken in de functie van gespecialiseerd reumaverpleegkundige behoort tot de zogenaamde indirecte tijd. Die is gedeeltelijk patiëntgebonden en gedeeltelijk ook niet. Met name die laatste taken bepalen in belangrijke mate de verhouding directe/indirecte tijd. Daarbij moet worden gedacht aan werkoverleg met het hele ARC, met de verpleegkundigen, bilateraal overleg met afdelingshoofd, afstemming behandelingen en roosters met andere disciplines en participatie in innovatieve werkgroepen en medicijnonderzoek. Bij iedere functie geldt dat naarmate de arbeidsomvang minder wordt het aandeel van de indirecte taken relatief groter wordt, maar voor de gespecialiseerd reumaverpleegkundige binnen het ARC geldt dat er door het multidisciplinaire karakter nog meer afstemming en overleg moet plaatsvinden, en dat vraagt mee indirecte tijd. Omdat het behandelcentrum innovatief is wordt er veel aan onderzoek en ontwikkeling gedaan en ook dat vraagt van de participerende verpleegkundigen meer indirecte tijd.
Zij heeft dan ook voldoende zwaarwegend bedrijfsbelang om het verzoek van [eiseres] af te wijzen.