ECLI:NL:RBARN:2006:AZ5882
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.H. van Empel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontbindingsverzoek arbeidsovereenkomst wegens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Arnhem op 20 december 2006 uitspraak gedaan in een ontbindingsverzoek van de werkgeefster tegen de werknemer. De werknemer, die sinds 1 mei 2005 in dienst was als verkoopmedewerker, was sinds 10 augustus 2006 gedeeltelijk arbeidsongeschikt door voetklachten. De werkgeefster verzocht de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van gewichtige redenen, stellende dat de arbeidsrelatie ernstig verstoord was. De werknemer betwistte dit en voerde aan dat het ontbindingsverzoek verband hield met zijn gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, waarbij hij zich beroept op de reflexwerking van het opzegverbod tijdens ziekte.
De kantonrechter heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de werkgeefster onvoldoende had aangetoond dat de arbeidsrelatie zodanig verstoord was dat verdere samenwerking niet mogelijk was. Bovendien werd overwogen dat de werkgeefster niet had aangetoond dat het ontbindingsverzoek geen verband hield met de gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van de werknemer. De kantonrechter oordeelde dat de reflexwerking van het opzegverbod tijdens ziekte van toepassing was, wat leidde tot de afwijzing van het ontbindingsverzoek.
Daarnaast werd de werkgeefster veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de werknemer, die zijn zaak had verdedigd. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van de werkgever ten aanzien van re-integratie van gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers en de bescherming die de wet biedt tegen ontslag in dergelijke situaties.