ECLI:NL:RBARN:2007:AZ9886

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
7 februari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
142127
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T.P.E.E. van Groeningen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

De rol van vertegenwoordiging bij de overeenkomst tot koop en levering van damestruien

In deze zaak stond de vraag centraal of Intertricot B.V. als middellijke of onmiddellijke vertegenwoordiger van Hevado B.V. heeft opgetreden bij de totstandkoming van een overeenkomst met Sweater Company Ltd. De rechtbank Arnhem heeft op 7 februari 2007 uitspraak gedaan in deze civiele zaak, waarin DS-Concept Factoring GmbH als eiseres optrad. De procedure volgde op een geschil over de betaling van een factuur van Sweater Company aan Hevado, die door DS-Concept werd opgeëist op basis van een factoringovereenkomst. De rechtbank heeft vastgesteld dat Hevado een factuur van Sweater Company had ontvangen en dat de betaling aan DS-Concept moest plaatsvinden. De rechtbank concludeerde dat Intertricot niet als eigen partij handelde, maar als vertegenwoordiger van Hevado, en dat er een directe handelsrelatie bestond tussen Sweater Company en Hevado. De rechtbank oordeelde dat Hevado de factuur aan DS-Concept moest betalen, inclusief wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de facturen. Tevens werd Hevado veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis benadrukt de noodzaak van duidelijke afspraken en de rol van vertegenwoordiging in commerciële transacties.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 142127 / HA ZA 06-1098
Vonnis van 7 februari 2007
in de zaak van
de vennootschap naar Duits recht
DS-CONCEPT FACTORING GMBH,
gevestigd te Mönchengladbach, Duitsland,
eiseres,
procureur mr. W.H.B.M. Litjens,
advocaat mr. H.A.P. Pijnacker te Tilburg,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] (HEVADO) B.V.,
gevestigd te [woonplaats],
gedaagde,
procureur mr. J.M. Bosnak,
advocaat mr. J.F.H. Schouten te Zeist.
Partijen zullen hierna DS-Concept en Hevado genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 16 augustus 2006
- het proces-verbaal van comparitie van 6 december 2006.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Sweater Company Ltd. (hierna Sweater Company) heeft Hevado een “introductory letter” d.d. 25 mei 2005 gezonden (productie 3 bij de dagvaarding). In deze “introductory letter” staat:
In order to use our resources in the best possible way and in order to avoid tiresome bookkeeping routines, we decided to cooperate with DS CONCEPT FACTORING GmbH
(…). By the virtue of the factoring contract all our accounts receivable are assigned to DS Concept Factoring GmbH. Thus DS-Concept Factoring GmbH will act as your creditor on our behalf and payment of goods from us must be transmitted directly to the account of DS-Concept Factoring GmbH at (….) Please inform DS-Concept FACTORING GmbH as well as ourselves of any dispute that might occur after receipt of goods.
Onder aan de brief staat het verzoek de brief voor akkoord te retourneren:
We hereby confirm receipt and agreement of this notice of assignment. Payments on future invoices will only be effected to the above mentioned bank account of DS-CONCEPT Factoring GmbH.
Dear Customer! Please send this introductory letter (fax and original) wit your signatures and company stamp to: DS-Concept Factoring GmbH(…).
2.2. De “introductory letter” is door (een medewerkster van) Hevado voorzien van een bedrijfsstempel en een handtekening en aan DS-Concept geretourneerd.
2.3. Sweater Company heeft Hevado een partij van 1000 stuks damestruien gezonden, welke Hevado op 23 augustus 2005 heeft ontvangen.
2.4. Bij brief d.d. 24 augustus 2005 heeft Intertricot B.V. Hevado een factuur gezonden:
Aan u geleverd vest Housten.
Vest lange mouw kraag + rits 6 kleuren
998 st vest Housten diverse kleuren Euro 13,95 Euro 13.922,10
BTW 2.645,20
Totaal invoice Euro 16.567,30
2.5. Hevado heeft een factuur, gedateerd 26 mei 2005, ontvangen van Sweater Company. Deze factuur ten bedrage van EUR 13.950,00 betreft de levering van “1000 pcs ladies cardigans”. Onderaan de factuur staat:
The underlying account receivable of the invoice had been assigned to DS-Concept Factoring GmbH (…).
Hevado heeft deze factuur onbetaald gelaten.
2.6. Bij brief van 7 maart 2006 heeft de advocaat van DS-Concept, mr. H.A.P. Pijnacker, Hevado gesommeerd een bedrag ad EUR 17.445,91 te betalen.
2.7. Bij brief van 13 maart 2006 schrijft Hevado aan mr. Pijnacker:
Intertricot, heer [betrokkene 1] was overeengekomen met Sweater Company Ltd., (…) dat de vordering op [gedaagde] ( Hevado) B.V. gewijzigd was en niet meer via DS Concept zou lopen. Sweater Company ltd. Zou een factuur maken aan Intertricot B.V. voor deze levering. Dit is tot heden nog niet gebeurd. Intertricot zou dit factuurbedrag dan overmaken aan Sweater Company Ltd. Intertricot B.V. (…) en [gedaagde] (Hevado) B.V. (…) zijn overeengekomen dat [gedaagde] (Hevado) B.V. rechtstreeks aan Intertricot B.V. zou betalen. [gedaagde] (Hevado) B.V. heeft factuur 2092/03 datum 24-08-2005 ontvangen en betaald aan Intertricot B.V. op 09-09-2005 € 10.000,00 en op 13-10-2005 € 6.567,30. (…) Wij hebben aan onze verplichtingen voldaan.
2.8. In zijn brief aan Hevado d.d. 21 april 2006 schrijft mr. Pijnacker:
(…) Bijgaand zend ik u kopie van de brief van cliënte van 25 mei 2005, waarbij u ervan op de hoogte wordt gesteld dat cliënte de vordering van Sweater Company Ltd. heeft overgenomen en u vanaf genoemde datum nog enkel bevrijdend aan cliënte kan betalen. Uw betaalafspraken met Intertricot B.V. zijn van latere datum. Zoals gezegd (…) bent u in elk geval gehouden de vordering tot een bedrag ad € 17.445,91, conform mijn betaalsommatie d.d. 7 maart 2006 thans binnen vijf dagen na heden te voldoen. Bij gebreke van tijdige betaling volgen onverwijld en zondere nadere aankondiging rechtsmaatregelen.
2.9. Hevado heeft geen gehoor gehoor gegeven aan het verzoek van mr. Pijnacker. Bij brief van 26 april 2006 laat Hevado hem weten:
(…) In deze tussenliggende periode is er door Dhr [betrokkene 2] ([functie] Sweater Company), de heer [betrokkene 1] (Intertricot BV) de afspraak gemaakt dat Hevado rechtstreeks aan Intertricot BV betaald. (deze heeft nog een vordering op Sweater Company(…) Tevens heeft Dhr [betrokkene 1] aangeboden dat als Sweater company de factuur (groot EURO 13.950,-) naar Intertricot BV stuurt hij deze direct betaald met aftrek van zijn vordering zoals afgesproken met de [functie] van Sweater company Dhr. [betrokkene 2]. (…)
3. Het geschil
3.1. DS-Concept vordert samengevat - Hevado bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad te veroordelen tot betaling van EUR 17.250,61, vermeerderd met rente en kosten.
3.2. DS-Concept stelt dat zij uit hoofde van een factoringovereenkomst met Sweater Company een vordering ten bedrage van EUR 13.950,00 van Sweater Company op Hevado heeft verkregen, die voortvloeit uit de koop en levering van 1000 damestruien. DS-Concept vordert de betaling door Hevado van deze vordering met de wettelijke rente vanaf 7 juni 2006 tot de dag der algehele voldoening en EUR 1.395,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, alsmede de kosten van deze procedure.
3.3. Hevado betwist dat zij de gevorderde bedragen verschuldigd is en voert daartoe verweer.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Allereerst dient de vraag te worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van de onderhavige vordering kennis te nemen. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend en wel op grond van artikel 2 van de in deze zaak toepasselijke EG-verordening nr. 44/2001, nu de gedaagde, Hevado, woonplaats heeft in Nederland.
4.2. Partijen hebben uitdrukkelijk voor de toepasselijkheid van het Nederlandse recht gekozen.
4.3. Hevado heeft zich ter comparitie primair op het standpunt gesteld dat Sweater Company nooit een vordering op haar heeft gehad en dus ook geen vordering aan DS-Concept kan hebben overgedragen. De 1000 damestruien zijn, aldus Hevado, niet geleverd uit hoofde van een overeenkomst met Sweater Company, maar op grond van een overeenkomst met haar “agent” Intertricot, die op haar beurt Sweater Company zou hebben ingeschakeld. Hevado was derhalve, zo begrijpt de rechtbank haar stelling, slechts gehouden te betalen aan Intertricot terwijl Sweater Company haar betaling van Intertricot kon vorderen. DS-Concept erkent dat de overeenkomst tot levering van truien waaruit de betalingsverplichting van Hevado zou voortvloeien tot stand is gekomen door tussenkomst van Intertricot, maar stelt dat Intertricot daarbij niet namens zichzelf maar als onmiddellijke vertegenwoordiger van Hevado heeft gehandeld. Aldus zou een rechtstreekse overeenkomst tussen Sweater Company en Hevado tot stand zijn gekomen.
4.4. De vraag die derhalve beantwoord dient te worden is of Intertricot bij de totstandkoming van de overeenkomst tot koop en levering van de truien als middellijke of als onmiddellijke vertegenwoordiger van Hevado is opgetreden. Het antwoord op de vraag of Intertricot jegens Sweater Company bij het sluiten van een overeenkomst in eigen naam – dat wil zeggen als wederpartij van Sweater Company – is opgetreden, hangt af van hetgeen Intertricot en Sweater Company daaromtrent jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden.
4.5. Hevado heeft ter onderbouwing van haar stelling dat Intertricot als middellijke vertegenwoordiger is opgetreden betoogd dat Intertricot haar agent was. Daaruit volgt echter op zichzelf en zonder nadere onderbouwing niet dat Intertricot in eigen naam en voor eigen rekening een overeenkomst met Sweater Company heeft gesloten. Een agent handelt ingevolge artikel 7:428 BW namelijk niet uit eigen naam, maar bemiddelt bij de totstandkoming van een overeenkomst tussen zijn principaal en een derde of sluit met derden overeenkomsten op naam en voor rekening van zijn principaal. Hevado noemt verder geen verklaringen of gedragingen van Intertricot op grond waarvan Sweater Company had moeten afleiden dat Intertricot uit eigen naam en voor eigen rekening handelde. De stelling van Hevado vindt ook geen steun in de inhoud van de brieven van Hevado aan de advocaat van DS-Concept (zie r.o. 2.7 en 2.9), nu uit deze brieven juist valt op te maken dat Hevado aanvankelijk zelf ook de mening was toegedaan dat Sweater Company een directe vordering had op Hevado. De mail van 13 augustus 2005 (productie A bij conclusie van antwoord) biedt bij gebrek aan nadere motivering evenmin aanknopingspunten voor de conclusie dat Intertricot als middellijk vertegenwoordiger uit eigen naam een overeenkomst tot koop en levering van de damestruien heeft gesloten met Sweater Company.
Ter onderbouwing van de stelling dat een overeenkomst tussen Sweater Company en Hevado tot stand is gekomen waarbij Intertricot als onmiddellijke vertegenwoordiger heeft gefungeerd, heeft DS-Concept onbetwist aangevoerd dat Sweater Company rechtstreeks 1000 damestruien aan Hevado heeft geleverd en dat Sweater Company Hevado een bijbehorende factuur heeft gezonden. Tevens is komen vast te staan dat Sweater Company voorafgaand aan de levering van de truien de in r.o. 2.1 genoemde “introductory letter” heeft gezonden. De “introductory letter” behelst de mededeling van Sweater Company aan Hevado dat de betaling van de facturen van Sweater Company moet plaatsvinden aan DS-Concept. Hevado heeft de “introductory letter” na ondertekening teruggezonden. Deze “introductory letter” duidt naar het oordeel van de rechtbank op een directe handelsbetrekking tussen Hevado en Sweater Company. Immers, zonder een dergelijke relatie was er voor Sweater Company geen aanleiding voor het maken van afspraken over de betaling van facturen, terwijl er voor Hevado geen aanleiding bestond de brief na ondertekening te retourneren. Het bovenstaande leidt tot de slotsom dat Intertricot niet op eigen naam en voor eigen rekening maar uit naam van Hevado als wederpartij van Sweater Company is opgetreden. Hevado heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld die een ander licht op de zaak werpen.
4.6. Conclusie is dus dat Sweater Company en Hevado een overeenkomst hebben gesloten waarbij Sweater Company Hevado tegen betaling 1000 damestruien heeft geleverd. Na de levering van de truien is er derhalve een vordering van Sweater Company op Hevado
ontstaan.
4.7. Subsidiair betwist Hevado dat de vordering van Sweater Company rechtsgeldig aan DS-Concept is overgedragen. Zij voert daartoe aan dat er op het moment van levering tussen Sweater Company geen factoringovereenkomst bestond. De rechtbank is van oordeel dat DS-Concept met voldoende zekerheid heeft aangetoond dat er wél een factoringovereenkomst was gesloten. Dit volgt immers niet alleen uit de door DS-Concept overgelegde overeenkomst, waarvan de inhoud door Hevado niet is betwist, maar ook uit de “introductory letter” waarvan niet in geding is dat deze van Sweater Company afkomstig is. In deze omstandigheid had het op de weg van Hevado gelegen haar betwisting van het bestaan van een rechtsgeldige overeenkomst met feiten en omstandigheden te onderbouwen. Dit heeft zij niet gedaan. Het enkele feit dat de factoringovereenkomst niet eerder in het geding is gebracht is op zichzelf onvoldoende om aan te nemen dat de factorovereenkomst niet in orde is. Nu Hevado de factoringsovereenkomst niet voldoende gemotiveerd heeft betwist, is komen vast te staan dat DS-Concept een factoringovereenkomst heeft gesloten met Sweater Company.
4.8. Hetgeen Hevado verder nog aanvoert, namelijk dat zij de “introductory letter” alleen voor ontvangst en kennisname heeft ondertekend en niet “voor accoord”, doet niet ter zake. Voor de overdracht van een vordering is de instemming van de schuldenaar immers niet vereist. Om die reden kan ook de stelling buiten beschouwing blijven dat de “introductory letter” zou zijn ondertekend door een medewerkster die niet bevoegd was Hevado te vertegenwoordigen. Daarbij komt dat Hevado heeft verklaard dat de desbetreffende medewerkster wel bevoegd was in naam van de directeur van Hevado brieven te ondertekenen. Vast staat in ieder geval dat de voor de levering van de vordering benodigde mededeling Hevado heeft bereikt. Voor het overige heeft zij de geldigheid van de overdracht niet betwist zodat in rechte vast staat dat Sweater Company haar vordering op Hevado rechtsgeldig heeft overgedragen aan DS-Concept. Hevado dient de vordering zoals weergegeven in de factuur d.d. 26 mei 2005 dan ook aan DS-Concept te voldoen.
4.9. Hevado heeft ter comparitie verklaard dat zij op het moment van de ontvangst van de factuur van Sweater Company de truien reeds aan Intertricot had betaald. Hetgeen zij ter nadere onderbouwing van dit betoog in de brieven aan de advocaat van DS-Concept d.d. 13 maart 2006 en 26 april 2006 (zoals aangehaald in r.o. 2.7 en 2.9) heeft aangevoerd, welke stelling er op neer komt dat zij op grond van nadere afspraken met Sweater Company de betaling van de truien aan Intertricot zou doen, heeft zij in deze procedure niet gehandhaafd. Zo zij toch heeft bedoeld zich daarop te beroepen, passeert de rechtbank die stellingen reeds nu DS-Concept terecht aanvoert dat Sweater Company gelet op de levering haar vordering aan DS-Concept niet bevoegd was daarover andere afspraken te maken met Hevado.
4.10. Conclusie is dan ook dat Hevado de factuur d.d. 26 mei 2005 aan DS-Concept moet betalen. De rechtbank zal de gevorderde hoofdsom derhalve toewijzen.
4.11. DS-Concept heeft tevens aanspraak gemaakt op wettelijke rente. Nu sprake is van een handelsovereenkomst, is dat de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW. DS-Concept heeft gevorderd dat deze rente zal worden toegewezen vanaf de vervaldag van de facturen. Hevado heeft daartegen geen verweer gevoerd, zodat de rechtbank de gevorderde rente zal toewijzen.
4.12. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal worden afgewezen. DS-Concept heeft niet (voldoende onderbouwd) gesteld dat zij deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt en dat die kosten betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier.
4.13. Hevado zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van DS-Concept worden begroot op:
- dagvaarding EUR 84,87
- vast recht 380,00
- salaris procureur 904,00 (2 punt × tarief EUR 452,00 )
Totaal EUR 1.368,87
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. veroordeelt Hevado om aan DS-Concept te betalen een bedrag van EUR 15.855,61(vijftienduizendachthonderdvijfenvijftig euro en éénenzestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6: 119a BW over het nog niet betaalde deel van het bedrag van EUR 13.950,00 vanaf 7 juni 2006 tot de dag van volledige betaling,
5.2. veroordeelt Hevado in de proceskosten, aan de zijde van DS-Concept tot op heden begroot op EUR 1.368,87,
5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.P.E.E van Groeningen en in het openbaar uitgesproken op 7 februari 2007.
Coll.: HL