ECLI:NL:RBARN:2007:BA1467
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Faillissement en bestuurdersaansprakelijkheid in civiele procedure
In deze civiele procedure, uitgesproken door de Rechtbank Arnhem op 21 februari 2007, zijn eisers, bestaande uit vijf natuurlijke personen, in een geschil verwikkeld met gedaagden, waaronder een failliete besloten vennootschap en een bestuurder. Gedaagde sub 2, de besloten vennootschap, was failliet verklaard op 29 november 2006, en de curator had gedaagde sub 1 aangesproken tot betaling van het faillissementstekort op basis van bestuurdersaansprakelijkheid en onrechtmatig handelen jegens de gezamenlijke schuldeisers. De eisers stelden dat gedaagde sub 1 tekortgeschoten was in de nakoming van een overeenkomst die hij met hen had gesloten, en dat hij als bestuurder van gedaagde sub 2 onrechtmatig had gehandeld.
De rechtbank oordeelde dat de onweersproken stellingen van eisers voldoende waren om de vordering tegen gedaagde sub 1 te dragen. De primaire vordering, gebaseerd op tekortschieten in de nakoming van de overeenkomst, werd toegewezen, terwijl de subsidiaire vordering tegen gedaagde sub 2 niet meer aan de orde kwam. De rechtbank stelde vast dat er geen risico was op tegenstrijdige uitspraken, aangezien de vordering tegen gedaagde sub 1 voldoende was onderbouwd.
De rechtbank veroordeelde gedaagde sub 1 tot betaling van verschillende bedragen aan de eisers, inclusief wettelijke rente, en stelde de proceskosten vast. De beslagkosten werden ook toegewezen, maar alleen voor zover deze betrekking hadden op gedaagde sub 1. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.D.A. den Tonkelaar.