zaaknummer / rolnummer: 93170 / HA ZA 02-1722
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALFA ACCOUNTANTS EN ADVISEURS B.V.,
gevestigd te Wageningen,
eiseres,
procureur mr. F.J. Boom,
advocaat mr. M. de Vries te Arnhem,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CHIROPRACTIC CARE B.V.,
gevestigd te Bennekom, gemeente Ede,
gedaagde,
procureur mr. J.A.M.P. Keijser,
advocaat mr. M. Nusteen te Nijmegen.
Partijen zullen hierna Alfa en Chiropractic Care genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 januari 2003
- het proces-verbaal van comparitie van 20 juni 2003
- het proces-verbaal van 15 juli 2003, waaruit blijkt dat de comparitie is gesloten en de zaak is geplaatst op de parkeerrol
- de conclusie van repliek in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van repliek in reconventie tevens akte wijziging van eis
- de akte uitlating producties in conventie tevens conclusie van dupliek in reconventie.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
in conventie en in reconventie
2.1. De heer [eiser], (hierna ‘[eiser]’) heeft vanaf 1997 (accountants)werkzaamheden verricht voor Chiropractic Care. Op 1 januari 2000 is [eiser] bij Alfa in dienst getreden. Daarna heeft Alfa voor Chiropractic Care tot omstreeks medio 2002 accountantswerkzaamheden verricht.
2.2. Directeur en enig aandeelhouder van Chiropractic Care is de heer [gedaagde] (hierna ‘[gedaagde]’).
2.3. Alfa heeft aan Chiropractic Care drie, op 19 oktober 2001 gedateerde, facturen verzonden, ten bedrage van elk fl. 7.500,00 (vermeerderd met BTW is dat fl. 8.925,00, ofwel EUR 4.050,00) voor, samengevat, het samenstellen van de jaarrekeningen en verzorgen aangiften IB over de boekjaren 1997, 1998 en 1999.
2.4. Eveneens heeft Alfa aan Chiropractic een op 19 oktober 2001 gedateerde factuur verzonden terzake van in die factuur nader omschreven werkzaamheden, ten bedrage van EUR 13.140,86 inclusief BTW (factuurnummer 057818, hierna ‘factuur 1’).
2.5. Nadat [gedaagde] namens Chiropractic Care bezwaar had gemaakt tegen de hoogte van factuur 1 hebben partijen op 10 en 24 januari 2002 besprekingen gevoerd. Vervolgens heeft Alfa aan Chiropractic Care de volgende drie facturen verzonden, alle inclusief BTW:
creditfactuur d.d. 29 januari 2002 ten bedrage van EUR 5.580,89 (factuurnummer 058394),
factuur d.d. 27 maart 2002 ten bedrage van EUR 1.666,00 (factuurnummer 058871, hierna ‘factuur 2’),
factuur d.d. 21 mei 2002 ten bedrage van EUR 636,65 (factuurnummer 059279, hierna ‘factuur 3’).
2.6. Chiropractic Care heeft op de facturen 1, 2 en 3 niet betaald. Op 12 juni, 28 juni en 17 juli 2002 heeft Alfa betalingsherinneringen aan Chiropractic Care verzonden.
Op 28 juni 2002 of op 19 juli 2002 heeft Chiropractic Care opnieuw gereclameerd ten aanzien van factuur 1, en voor het eerst ten aanzien van de facturen 2 en 3.
2.7. Bij brief van 17 oktober 2002 heeft Alfa Chiropractic Care gesommeerd tot betaling.
2.8. Tussen 16 februari 2000 en 15 maart 2000 is door Cadans op het kantoor van Alfa een looncontrole uitgevoerd. Vervolgens heeft Cadans op 2 mei 2000 aan Chiropractic Care naheffingslaanslagen opgelegd over de jaren 1995 tot en met 1998, ten bedrage van in totaal
fl. 35.446,00, later gecorrigeerd naar fl. 35.325,00 (EUR 16.029,79).
2.9. Bij bezwaarschriften van 25 en 29 augustus 2000 heeft Alfa namens Chiropractic Care bij Cadans bezwaar aangetekend tegen de in r.ov. 2.8 bedoelde (gecorrigeerde) afrekening. Op 22 november 2002 is Chiropractic Care door Cadans niet-ontvankelijk verklaard in het bezwaar wegens te late indiening van de bezwaarschriften.
2.10. Bij uitspraak van 14 april 2004 (AWB 02/2689) heeft de rechtbank Arnhem, sector bestuursrecht, het door Chiropractic Care tegen de beslissing van Cadans ingestelde beroep ongegrond verklaard.
2.11. Op 24 mei 2002 heeft Chiropractic Care beroep ingesteld bij Centrale Raad van Beroep. Deze procedure is voortijdig beëindigd. Cadans is in 2005 overgegaan tot herziening van de aan Chiropractic Care opgelegde naheffingsaanslagen. In totaal is door Cadans een bedrag van EUR 20.148,39 gecorrigeerd, waarna Chiropractic Care over de jaren 1995 tot en met 1998 een bedrag van EUR 4.118,60 terug heeft ontvangen.
3. Het geschil
in conventie
3.1. Alfa vordert – samengevat – dat de rechtbank Chiropractic Care veroordeelt tot
betaling van EUR 9.862,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vervaldata van de facturen tot het tijdstip van volledige betaling, alsmede tot betaling van buitengerechtelijke kosten ten bedrage van EUR 662,52. Voorts vordert zij veroordeling van Chiropractic Care in de proceskosten.
3.2. Chiropractic Care voert gemotiveerd verweer. Zij stelt zich op het standpunt dat de door Alfa vanaf het jaar 2000 verrichte werkzaamheden – zoals nader omschreven op de facturen 1, 2 en 3 – alleen werk betreffen ten behoeve van de jaarrekeningen over de boekjaren 1997, 1998 en 1999. Partijen zouden ten aanzien van die boekjaren de afspraak hebben gemaakt dat Alfa fl. 7.500,00 (te vermeerderen met BTW) per jaar aan Chiropractic Care in rekening zou brengen. Dat heeft Alfa ook gedaan en de betreffende facturen over 1997, 1998 en 1999, beschreven in r.ov. 2.3 van dit vonnis, zijn door Chiropractic Care betaald. Chiropractic Care is van mening dat zij daarmee aan haar betalingsverplichting heeft voldaan. Voor het jaar 2000 zouden geen nieuwe afspraken zijn gemaakt.
Ten slotte voert Chiropractic Care aan dat Alfa onzorgvuldig heeft gewerkt. De uren die zij heeft besteed aan het werk als gevolg van die onzorgvuldigheden dienen niet aan Chiropractic Care in rekening te worden gebracht, aldus Chiropractic Care.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
3.4. Chiropractic Care vordert – samengevat en na wijziging van eis –
1. primair dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Alfa veroordeelt tot betaling van EUR 33.926,55 (inclusief BTW), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2006 tot de dag van volledige betaling,
2. subsidiair dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Alfa veroordeelt tot vergoeding van schade ter omvang van een door deze rechtbank vast te stellen bedrag,
met veroordeling van Alfa in de proceskosten.
3.5. Ter onderbouwing van haar vordering stelt Chiropractic Care ten eerste dat Alfa is gehouden om de kosten te voldoen die uiteindelijk hebben geleid tot de beslissing van Cadans om de naheffingsaanslagen niet op te leggen. De schade bestaat uit de kosten die accountantskantoor Witlox Advies aan Chiropractic Care heeft gefactureerd in verband met de Cadans-procedure, in totaal EUR 16.797,86 inclusief BTW.
Ten tweede stelt Chiropractic Care dat Alfa toerekenbaar tekort geschoten is in haar verplichting om de belastingaangiften van Chiropractic Care deugdelijk te verzorgen over de boekjaren 1997 tot en met 1999. De kosten voor herstelwerkzaamheden moeten voor rekening komen van Alfa. Het gaat om de volgende bedragen, EUR 2.469,25 en EUR 3.413,25 (beide bedragen te vermeerderen met BTW) en EUR 1.364,03 (inclusief BTW).
Ten derde stelt Chiropractic Care dat een door haar betaald bedrag aan belastingboetes (EUR 681,00) en naheffingsrente (EUR 2.332,00) voor rekening van Alfa dient te komen omdat de laatste niet tijdig is overgegaan tot het indienen van de belastingaangiften en dus toerekenbaar tekort is geschoten.
Ten vierde voert Chiropractic Care aan dat haar directeur veel tijd kwijt is geweest aan de Cadans-procedure en de door de belastingdienst uitgevoerde controle. Hij heeft daaraan 32 uur besteed. Zijn uurtarief is EUR 200,00 inclusief BTW, dus de hiermee verband houdende schade bedraagt EUR 6.400,00.
3.6. Alfa voert gemotiveerd verweer tegen de vorderingen van Chiropractic Care. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie
4.1. Alfa stelt ten eerste dat [gedaagde] namens Chiropractic Care betaling van factuur 1 heeft toegezegd. Partijen zouden op 24 januari 2002 zijn overeengekomen dat Alfa
EUR 5.580,89 zou afboeken op factuur 1, op voorwaarde dat Chiropractic vervolgens het resterende deel van die factuur zou voldoen. Dit laatste wordt betwist door Chiropractic Care.
4.2. De rechtbank overweegt dat, ook indien de door Alfa gestelde betalingsafspraak niet zou komen vast te staan, zij van oordeel is dat Chiropractic Care ten aanzien van factuur 1 te laat heeft gereclameerd en aldus haar recht te protesteren heeft verwerkt. De vraag of Chiropractic Care betaling heeft toegezegd, behoeft geen dus beantwoording en zal niet worden behandeld.
4.3. Alfa voert aan dat partijen, door toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Alfa, zijn overeengekomen dat Chiropractic Care binnen dertig dagen na verzending van een factuur door Alfa, of binnen dertig dagen na de ontdekking van een gebrek, had moeten reclameren (artikel K) en dat zij dit heeft nagelaten.
4.4. Dit standpunt wordt verworpen omdat de algemene voorwaarden van Alfa naar het oordeel van de rechtbank niet van toepassing zijn. Weliswaar heeft Chiropractic Care de algemene voorwaarden (reeds) aanvaard door het ondertekenen van een machtiging op 24 mei 2000, waarin de voorwaarden van Alfa toepasselijk worden verklaard op alle “leveringen en diensten” van Alfa (artikel 6:231 sub c BW) maar zij heeft zich terecht beroepen op de vernietigbaarheid van de voorwaarden. Aan Chiropractic Care is immers geen redelijke mogelijkheid geboden van de voorwaarden kennis te nemen (artikel 6:233 aanhef en sub b BW) omdat Alfa de voorwaarden – zoals onbetwist is gesteld door Chiropractic Care – niet voor of bij het sluiten van de overeenkomst, althans op het moment dat [eiser] bij haar in dienst trad, aan Chiropractic Care ter hand heeft gesteld (artikel 6:234 aanhef en lid 1 sub a BW). Gezien de omvang van de algemene voorwaarden van Alfa, die uit zes pagina’s bestaan (productie 5 bij dagvaarding), kan niet worden aangenomen dat het voor Alfa redelijkerwijs niet mogelijk was om Chiropractic Care een exemplaar te verstrekken. Chiropractic Care heeft de vernietiging van artikel K van de algemene voorwaarden van Alfa dus op goede gronden ingeroepen.
4.5. Het bovenstaande laat onverlet dat Chiropractic Care ten aanzien van factuur 1 te laat heeft gereclameerd. In zijn algemeenheid kan niet worden aangenomen dat een schuldenaar die de juistheid van een hem toegezonden factuur wil betwisten, onder alle omstandigheden is gehouden dat te doen binnen bekwame tijd na ontvangst van de factuur. Het opstellen en verzenden van een factuur geldt immers niet als een prestatie, zoals bedoeld in artikel 6:89 BW (HR 11 mei 2001, NJ 2001, 410). Dit laat onverlet dat van Chiropractic Care in dit geval had mogen worden verwacht dat zij haar nadere bezwaren tegen de volgens haar ten onrechte in rekening gebrachte werkzaamheden en de (mede in verband daarmee) teveel gerekende uren binnen een redelijke termijn aan Alfa had kenbaar gemaakt.
4.6. Bij het vaststellen van wat in dit geval een redelijke termijn is, acht de rechtbank van belang dat partijen de factuur hebben besproken en dat Alfa, zo blijkt uit de creditfactuur die op 29 januari 2002 aan Chiropractic Care is verzonden, daarop EUR 5.580,89 (inclusief BTW) heeft afgeboekt op “werkzaamheden inzake controle belastingdienst”.
De rechtbank is van oordeel dat, waar partijen eenmaal overleg hebben gevoerd over een factuur en vervolgens een bedrag is gecrediteerd, de redelijke termijn om te protesteren, zowel tegen de oorspronkelijke factuur als tegen de omvang van de afboeking, beperkt is. De verzender van de creditfactuur mag er met name gezien het gepleegde overleg, van uitgaan dat de ander contact opneemt indien deze zich na matiging nog steeds niet kan verenigen met de factuur. Alfa heeft onweersproken aangevoerd dat [gedaagde] haar op 17 april 2002 een bezoek heeft gebracht en Chiropractic Care heeft evenmin weersproken dat zij op 27 maart 2002 enige betalingsafspraak met Alfa heeft gemaakt. Op die momenten heeft Chiropractic Care niet geprotesteerd tegen (de werkzaamheden gespecificeerd op) factuur 1. Evenmin heeft zij dit gedaan in de vijf of zes maanden nadien. Chiropractic Care heeft daarmee bij Alfa het gerechtvaardigde vertrouwen gewekt dat zij zou nakomen. Chiropractic Care is dus gehouden tot betaling van factuur 1 (na creditering).
4.7. Het bovenstaande geldt echter niet voor factuur 2 en factuur 3. Deze facturen zijn gedateerd en verzonden op 27 maart 2002, respectievelijk op 21 mei 2002. Tegen deze facturen heeft Chiropractic Care eveneens geprotesteerd op 28 juni 2002 of op 19 juli 2002.
Nu de rechtbank heeft overwogen dat de algemene voorwaarden van Alfa niet toepasselijk zijn, moet ook ten aanzien van de facturen 2 en 3 worden vastgesteld of van rechtsverwerking sprake is.
4.8. In het algemeen geldt dat enkel tijdsverloop niet voldoende is voor het verlies van het recht om te protesteren tegen facturen. Het ligt op de weg van Alfa om bijkomende feiten of omstandigheden te stellen die maken dat moet worden aangenomen dat Alfa er op mocht vertrouwen dat Chiropractic Care de facturen 2 en 3 zou betalen. Alfa heeft dergelijke feiten of omstandigheden niet gesteld en evenmin zijn deze de rechtbank anderszins gebleken. Alfa heeft eerst op 12 juni en op 28 juni 2002 betalingsherinneringen verzonden. Op 17 juli 2002 heeft Alfa Chiropractic Care gesommeerd om binnen tien werkdagen te betalen. Het staat vast dat Chiropractic Care op dat moment al had gereclameerd, dan wel dat zij dat direct daarna heeft gedaan. De rechtbank is van oordeel, gezien de relatief korte periode van 12 juni tot 28 juni of 19 juli 2002, onvoldoende is gesteld om aan te nemen dat Chiropractic Care haar rechten heeft verwerkt.
4.9. Ten aanzien van factuur 2 overweegt de rechtbank voorts het volgende.
Chiropractic Care heeft de verschuldigdheid voor het bij factuur 2 in rekening gebrachte bedrag van het daarin vermelde “bezoek controleur belastingdienst” erkend in haar telefaxbericht van 19 juli 2002. Het betreft een bedrag van fl. 320,00 (EUR 145,21). Dit bedrag, te vermeerderen met BTW, moet zij dus betalen.
Voor het overige heeft factuur 2 betrekking op het ‘voorbereiden en samenstellen van de jaarrekening over 2000’, ‘correspondentie/besprekingen inzake bezwaarschriften’ en ‘correspondentie/besprekingen inzake belastingcontrole’. Het gaat dan nog om een bedrag van (fl. 1.400,00 -/- fl. 320,00 =) fl. 1.080,00 (EUR 490,08), te vermeerderen met BTW. Factuur 3 heeft betrekking op ‘diverse werkzaamheden en begeleiding bij belastingcontrole’. Het gaat om een bedrag van fl. 535,00, dat wil zeggen EUR 242,77, te vermeerderen met BTW.
4.10. Op de resterende posten in de facturen 2 en 3 hebben drie punten van geschil betrekking.
Ten aanzien van de ‘jaarrekening 2000’ (eerste post, factuur 2) heeft Chiropractic Care opgemerkt dat de jaarrekeningen vanaf 2000 niet zijn opgesteld door Alfa maar door administratiekantoor [betrokkene]. Dit heeft Alfa niet weersproken. Alfa stelt zich echter, zo leidt de rechtbank uit haar betoog af, op het standpunt dat de eerste post in factuur 2 geen betrekking heeft op de jaarrekening over 2000, maar op werkzaamheden die zij ten behoeve van enige jaarrekening heeft verricht in het jaar 2000. Nu de factuur vermeldt dat het om de ‘jaarrekening 2000’ gaat en Alfa haar standpunt niet nader heeft onderbouwd, is de rechtbank van oordeel dat Alfa het met deze post gemoeide bedrag (fl. 400,00, ofwel EUR 181,51, te vermeerderen met BTW) ten onrechte in rekening heeft gebracht en zal de vordering op dit punt worden afgewezen.
4.11. Het tweede geschilpunt betreft correspondentie over ‘bezwaarschriften’ (tweede post, factuur 2). Hierover merkt Chiropractic Care ten eerste op dat het gaat om werkzaamheden die betrekking hebben op de boekjaren 1997 tot en met 1999. Ten aanzien van die periode zouden partijen zijn overeengekomen dat Alfa haar werkzaamheden voor een totaalbedrag van fl. 7.500,00 (te vermeerderen met BTW) per jaar zou verrichten.
Alfa weerspreekt de door Chiropractic Care gestelde prijsafspraak over de jaren 1995 tot en met 1997 niet. Zij voert echter aan dat deze afspraak alleen ziet op de jaarrekening, de belastingaangifte IB en VPB en niet op de salarisadministratie, advisering, bijstand bij de belastingcontrole en andere extra’s (zie r.ov. 4.2). Deze “extra’s” zijn dus terecht in rekening gebracht, aldus Alfa. Nu het Alfa is die zich beroept op de overeenkomst zoals die volgens haar is gesloten, dient zij volgens de hoofdregel van het bewijsrecht te bewijzen dat de prijsafspraak alleen ziet op de jaarrekening, de belastingaangifte IB en VPB en niet op de salarisadministratie, advisering, bijstand bij de belastingcontrole en andere extra werkzaamheden.
4.12. Het standpunt van Chiropractic Care dat Alfa de stukken over de boekjaren 1997 tot en met 1999 te laat had ingediend, zal worden verworpen. In conventie is dit verweer onvoldoende gemotiveerd. In reconventie verwijst Chiropractic Care naar een rapport van Cadans. De relevante passage (pagina 7 van het rapport) treft de rechtbank echter niet aan. Alfa heeft gemotiveerd verweer gevoerd op welk verweer Chiropractic Care niet meer heeft gereageerd.
4.13. Het derde geschilpunt betreft kosten die verband houden met de ‘belastingcontrole’ (derde post factuur 2 en eerste post factuur 3). Ook daarover stelt Chiropractic Care dat zij geen betaling is verschuldigd omdat het een controle over 1997 zou betreffen, hetgeen niet is weersproken, en de werkzaamheden daarmee vallen onder de betalingsafspraak over de jaren 1997 tot en met 1999. De rechtbank heeft in r.ov. 4.11 reeds overwogen dat Alfa in de gelegenheid zal worden gesteld bewijs te leveren van deze stelling en dat de zaak daartoe op de rol zal worden geplaatst voor uitlating door Alfa.
4.14. Daarnaast is Chiropractic Care van mening dat deze kosten het gevolg zijn van onjuistheden en onvolkomenheden in de jaarrekeningen. Chiropractic Care heeft ter toelichting één brief in het geding gebracht van Alfa aan de belastingdienst d.d. 15 maart 2001. Daarin heeft Alfa erkend dat een lening ‘abusievelijk’ onjuist was verantwoord. Dit is echter onvoldoende om te oordelen dat de jaarrekeningen zodanig veel fouten bevatten dat Alfa ten onrechte de (alle) geboekte uren in rekening heeft gebracht. Chiropractic Care stelt dat onjuistheden zijn gebleken tijdens de belastingcontroles maar zij heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt Alfa de opgevoerde post ten onrechte in rekening heeft gebracht. De rechtbank is daarom van oordeel dat dit standpunt onvoldoende is onderbouwd.
Daarbij merkt de rechtbank nog op dat een belastingcontrole altijd werkzaamheden oplevert, terwijl niet is gebleken dat de uren zoals die zijn opgevoerd in de facturen 2 en 3, buitenproportioneel zijn.
4.15. Alfa vordert ten slotte vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van EUR 662,52. Zij baseert zich op de aanbevelingen zoals neergelegd in het Rapport van de Commissie Voorwerk II. De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde kosten niet onredelijk zijn. Zij zal, indien zou komen vast te staan dat Alfa (grotendeels) in het gelijk moet worden gesteld, de gevorderde kosten toewijzen.
4.16. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
4.17. Vast staat dat het bezwaar tegen de gecorrigeerde afrekening van Cadans van 2 mei 2000 te laat is ingediend, te weten op 25 en 29 augustus 2000 terwijl bezwaar had moeten worden gemaakt voor 14 juni 2000. Partijen verschillen erover van mening of Alfa terzake van de te late indiening een verwijt kan worden gemaakt.
4.18. De eerste vraag die moet worden beantwoord, teneinde te kunnen oordelen of Alfa verwijtbaar heeft gehandeld, is of Alfa van Chiropractic Care tijdig opdracht heeft gekregen bezwaar in te stellen tegen de naheffingsaanslagen van 2 mei 2000, zoals Chiropractic Care stelt. Zij voert aan dat Alfa haar echter bij monde van [eiser] had meegedeeld dat met Cadans een telefonische afspraak was gemaakt over de afhandeling van de naheffingsaanslagen. Het maken van bezwaar kon daarom achterwege blijven. Alfa heeft de bezwaarschriften eind augustus 2000 daadwerkelijk ingediend. Zij heeft de termijn dus verwijtbaar laten verlopen, aldus Chiropractic Care.
Alfa betwist niet dat zij op enig moment opdracht van Alfa heeft gekregen tot het maken van bezwaar, evenmin betwist zij dat zij het bezwaarschrift zou indienen. Zij voert wel aan dat het gebruikelijk was dat zij de opdracht per telefax kreeg en dat zij, nu het Cadans-dossier is overgedragen, niet meer kan aantonen dat zij de opdracht te laat heeft gekregen. De rechtbank is gelet op de relatie tussen partijen en de met de zaak gemoeide belangen van oordeel dat, indien zou blijken dat Chiropractic Care op tijd, dat wil zeggen voor 14 juni 2000, mondeling opdracht zou hebben verstrekt, dit voor Alfa ook de plicht zou meebrengen of hebben meegebracht tijdig (formeel) bezwaar in te stellen.
4.19. Chiropractic Care heeft een door [eiser] opgestelde verklaring overgelegd (productie 37 bij repliek) waarin is opgetekend dat Alfa de naheffingsaanslagen begin mei 2000 van Chiropractic Care heeft ontvangen en dat [gedaagde] bij Alfa zou hebben geïnformeerd of daartegen geen bezwaar moest worden aangetekend. [eiser] zou namens Alfa hebben meegedeeld dat dit niet nodig was. Alfa betwist deze verklaring, onder meer ten aanzien van de afspraak met Cadans. Ter comparitie is zijdens Alfa echter erkend dat vóór definitieve vaststelling van de premienota’s al overleg met Cadans had plaatsgehad en dat Cadans een mondelinge toezegging had gedaan. Uit het feit dat Alfa vooroverleg met Cadans heeft gehad over de voorlopige vaststelling, kan echter niet worden opgemaakt dat Chiropractic Care vervolgens op tijd opdracht heeft gegeven tot het maken van bezwaar tegen de definitieve (gecorrigeerde) aanslagen, mede gezien de gemotiveerde betwisting van de zijde van Alfa. Aan Chiropractic Care zal daarom bewijs van haar stelling worden opgedragen.
4.20. Er zal, als vaststaat dat Alfa het laten verlopen van de bezwaartermijn moet worden toegerekend, moeten worden bepaald of Chiropractic Care als gevolg daarvan schade heeft geleden. Om proceseconomische redenen zal deze vraag reeds thans worden behandeld. De rechtbank overweegt hierbij dat, indien zou komen vast te staan dat Chiropractic Care geen schade heeft geleden, de vraag of Alfa is tekortgeschoten (r.ov. 4.31) geen beantwoording meer behoeft en bewijslevering niet meer nodig is. Dit zal dan in een volgend tussenvonnis worden vastgesteld.
4.21. Alfa is van mening dat Chiropractic Care geen schade heeft geleden omdat de facturen van Witlox Advies door de rechtsbijstandverzekeraar zijn voldaan. Voorts stelt zij zich op het standpunt dat de gestelde schade (totaal EUR 16.797,86 inclusief BTW) haar niet kan worden toegerekend omdat de schade niet zou zijn voorkomen of beperkt als zij anders zou hebben gehandeld.
4.22. Uit de brief van Witlox Advies van 21 november 2005 (prod. 32 bij repliek) volgt dat Witlox ARAG Rechtsbijstand de facturen van Witlox Advies (gedeeltelijk) heeft betaald. Het betreft, zo begrijpt de rechtbank, de facturen van 29 april 2003 tot en met die van 23 mei 2005, gespecificeerd in de schade-opstelling van Chiropractic Care (punt 31 bij repliek). De vordering ligt, voor zover zij verband houdt met deze facturen, voor afwijzing gereed. Er resteren nog vier facturen ten aanzien waarvan Alfa zich eveneens op het standpunt stelt dat deze zijn betaald door ARAG Rechtsbijstand, te weten de facturen van 30 december 2002, 25 maart 2003, 18 juli 2005 en 13 januari 2006. Uit de in het geding gebrachte stukken blijkt dat echter niet. De rechtbank zal Chiropractic Care daarom in de gelegenheid stellen haar vordering op dit onderdeel bij akte nader toe te lichten.
belastingaangiften 1997 tot en met 1999
4.23. De rechtbank heeft in r.ov. 4.14 overwogen dat Chiropractic Care haar stelling dat de jaarrekeningen zodanig veel fouten bevatten dat Alfa ten onrechte de (alle) geboekte uren in rekening heeft gebracht, onvoldoende heeft onderbouwd. De rechtbank is eveneens van oordeel dat Chiropractic Care haar stelling dat Alfa toerekenbaar tekort is geschoten in haar verplichting om haar fiscale aangiften over de boekjaren 1997 tot en met 1999 juist te verzorgen, onvoldoende heeft onderbouwd in het licht van de gemotiveerde betwisting door Alfa. De rechtbank verwijst ter onderbouwing van haar oordeel naar hetgeen zij in r.ov. 4.14 heeft overwogen. Op dit onderdeel zal de vordering worden afgewezen.
belastingboetes en naheffingsrente
4.24. Chiropractic Care heeft ter onderbouwing van haar stelling dat Alfa te laat is overgegaan tot het indienen van belastingaangiften een aantal stukken in het geding gebracht (prod. 34 bij repliek). Uit deze stukken maakt de rechtbank op dat (verzuim)boetes zijn opgelegd wegens het niet tijdig indienen van belastingaangiften in de periode 1997 tot en met 1999. Alfa heeft als verweer echter aangevoerd dat zij in de bewuste periode nog geen werkzaamheden voor Chiropractic Care verrichtte. Dit is juist. De overeenkomst van opdracht tussen Alfa en Chiropractic Care bestaat pas sinds 1 januari 2000. Wat [eiser] voordien heeft gedaan, kan zonder nadere toelichting die hier ontbreekt, Alfa niet worden toegerekend.
4.25. Chiropractic Care heeft haar stelling dat [gedaagde] 32 uur heeft besteed aan de diverse procedures en aldus EUR 6.400,00 schade heeft geleden, niet onderbouwd of gespecificeerd. De rechtbank zal deze vordering, mede gelet op de gemotiveerde betwisting door Alfa, afwijzen.
4.26. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. draagt Alfa op te bewijzen dat de prijsafspraak tussen partijen van fl. 7.500,00 per jaar (te vermeerderen met BTW) alleen betrekking heeft op de jaarrekening, de belastingaangifte IB en VPB en niet op de salarisadministratie, advisering, bijstand bij de belastingcontrole en andere extra werkzaamheden (r.ov. 4.11 en 4.13),
5.2. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 21 maart 2007 voor uitlating door Alfa of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
5.3. bepaalt dat Alfa, indien zij geen bewijs door getuigen wil leveren maar wel bewijsstukken wil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
5.4. bepaalt dat Alfa, indien zij getuigen wil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op woensdagen in de maanden april tot en met juni 2007 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
5.5. bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. J.D.A. den Tonkelaar in het paleis van justitie te Arnhem aan de Walburgstraat 2-4,
5.6. bepaalt dat alle partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
5.7. houdt iedere verdere beslissing aan.
5.8. draagt Chiropractic Care op te bewijzen dat zij Alfa tijdig (dat wil zeggen voor 14 juni 2000) opdracht heeft gegeven bezwaar in te stellen tegen de naheffingsaanslagen van 2 mei 2000,
5.9. stelt Chiropractic Care voorts, met verwijzing naar r.ov. 4.22, in de gelegenheid haar vordering van schade die het gevolg is van de te late indiening van het bezwaar door Alfa, nader te onderbouwen,
5.10. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 21 maart 2007 voor uitlating door Chiropractic Care of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel alsmede voor uitlating door Chiropractic over de gestelde schade,
5.11. bepaalt dat Chiropractic Care, indien zij geen bewijs door getuigen wil leveren maar wel bewijsstukken wil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
5.12. bepaalt dat Chiropractic Care, indien zij getuigen wil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op woensdagen in de maanden april tot en met juni 2007 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
5.13. bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. J.D.A. den Tonkelaar in het paleis van justitie te Arnhem aan de Walburgstraat 2-4,
5.14. bepaalt dat alle partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
5.15. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken op 7 maart 2007.