ECLI:NL:RBARN:2007:BA2882
Rechtbank Arnhem
- Wraking
- R.J.B. Boonekamp
- H.J.T. Blom
- D.S.M. Bak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een rechter in een omgangszaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem op 3 april 2007, hebben verzoekers een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter die betrokken was bij hun omgangszaak. De verzoekers stelden dat de rechter niet onafhankelijk was en partijdig handelde. In hun verzoekschrift hebben zij zes gronden aangevoerd ter onderbouwing van hun verzoek. De rechter, in deze zaak aangeduid als [verweerster], heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de wraking.
De wrakingsprocedure begon met een verzoekschrift van de verzoekers op 27 maart 2007, gevolgd door een verweerschrift van de rechter op 30 maart 2007. De mondelinge behandeling vond plaats op 3 april 2007, waar de rechter haar standpunt toelichtte. De verzoekers voerden aan dat de rechter niet op hun verzoek tot omgangsregeling had beslist en dat zij partijdig was in eerdere zaken die door dezelfde rechter waren behandeld. De rechtbank oordeelde dat de gronden van de verzoekers niet voldoende waren om te concluderen dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding was.
De rechtbank benadrukte dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om wraking te verzoeken van een rechter die al een einduitspraak heeft gedaan in een zaak. De gronden die de verzoekers aanvoerden, waren deels gebaseerd op eerdere uitspraken van de rechter, wat niet kon leiden tot toewijzing van het wrakingsverzoek. De rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de schijn van partijdigheid konden wekken en wees het verzoek tot wraking af. De beschikking werd mondeling uitgesproken en de motivering zou later schriftelijk worden vastgelegd.