ECLI:NL:RBARN:2007:BA4561
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- W.H. van Empel
- Rechtspraak.nl
Uitleg en schorsing van een concurrentiebeding in arbeidsovereenkomst
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, gaat het om een kort geding tussen Welten Detachering B.V. en een ex-werknemer, aangeduid als [gedaagde in conventie]. De ex-werknemer had zijn arbeidsovereenkomst met Welten beëindigd per 1 april 2007 en was inmiddels in dienst getreden bij NIG B.V., een concurrent van Welten. Welten vorderde in conventie een verbod voor de ex-werknemer om bij NIG B.V. te werken, op straffe van een dwangsom, en daarnaast een voorschot op verbeurde boetes. In reconventie vorderde de ex-werknemer schorsing van het concurrentiebeding in zijn arbeidsovereenkomst.
De voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis van 2 mei 2007 de vordering van Welten in conventie afgewezen. De rechter oordeelde dat het concurrentiebeding, zoals opgenomen in artikel 13 van de arbeidsovereenkomst, niet in de weg staat aan de tewerkstelling van de ex-werknemer bij NIG B.V., mits hij niet gedetacheerd wordt bij relaties van Welten. De rechter oordeelde dat de uitleg van het concurrentiebeding redelijk was, gezien de verwachtingen van beide partijen.
In reconventie heeft de rechter het concurrentiebeding geschorst na een periode van zes maanden, te rekenen vanaf de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dit betekent dat de ex-werknemer na deze periode vrij is om werkzaamheden te verrichten voor NIG B.V. of andere concurrenten, zonder in strijd te handelen met het concurrentiebeding. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen. Dit vonnis benadrukt de noodzaak van een redelijke uitleg van concurrentiebedingen en de bescherming van de belangen van zowel werkgevers als werknemers.