ECLI:NL:RBARN:2007:BA5296

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
9 mei 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
463947 CV Expl. 06-3938
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurprijsvaststelling en waardering van woonruimte in Culemborg

In deze zaak tussen Becu Beheer B.V. en [gedaagde] betreft het een huurovereenkomst voor een zelfstandige woonruimte in Culemborg, die op 1 mei 2004 inging met een aanvangshuurprijs van € 393,31 per maand. De huurcommissie heeft op verzoek van de Minister van VROM op 20 juli 2006 vastgesteld dat de huurprijs op basis van een puntentotaal van 85 niet redelijk is en heeft deze vastgesteld op € 344,95 per maand. Becu Beheer is het niet eens met deze uitspraak en vordert dat de kantonrechter de oorspronkelijke huurprijs handhaaft.

De kantonrechter heeft de feiten en de argumenten van beide partijen in overweging genomen. Becu Beheer betwist de waardering van twee slaapkamers door de huurcommissie, die deze als overige ruimte heeft geclassificeerd vanwege onvoldoende daglichttoetreding. De kantonrechter oordeelt dat de huurcommissie deze waardering terecht heeft gemaakt, aangezien het raamoppervlak in de kamers kleiner is dan 0,5 m2. Daarnaast heeft Becu Beheer bezwaar gemaakt tegen de waardering van de warmte-isolatie, maar dit bezwaar heeft geen invloed op het puntentotaal.

De kantonrechter concludeert dat de huurcommissie de woonruimte terecht op 85 punten heeft gewaardeerd, wat leidt tot een maximale huurprijs van € 344,95 per maand. De kantonrechter beslist dat de huurprijs van € 393,31 per maand niet redelijk is en stelt de huurprijs vast op € 344,95 per maand, waarbij de proceskosten worden gecompenseerd. Dit vonnis is uitgesproken op 9 mei 2007 door de kantonrechter P.J. Wiegman.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector kanton
Locatie Tiel
zaakgegevens 463947 \ CV EXPL 06-3938 \ 127 \ pjw
uitspraak van 9 mei 2007
Vonnis in de zaak van
de besloten vennootschap Becu Beheer B.V.
gevestigd te Culemborg
eisende partij
gemachtigde mr. H.L. Thiescheffer
tegen
[gedaagde]
wonende te Culemborg
gedaagde partij
procederend in persoon
Partijen worden hierna Becu Beheer en [gedaagde] genoemd.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit
- het tussenvonnis van 18 oktober 2006
- de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen van 19 december 2006
- akte van [gedaagde]
- akte van Becu Beheer.
De feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende vaststaande feiten.
Tussen Becu Beheer als verhuurster en [gedaagde] als huurster bestaat met ingang van 1 mei 2004 een huurovereenkomst met betrekking tot de zelfstandige woonruimte aan de [adres] in Culemborg. De overeengekomen aanvangshuurprijs bedraagt € 393,31 per maand.
De uitspraak van de huurcommissie
Naar aanleiding van het verzoek van de Minister van VROM om een verklaring als bedoeld in artikel 6 sub b van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte heeft de huurcommissie bij uitspraak van 20 juli 2006 (verzonden 11 augustus 2006) onder meer het volgende bepaald:
“Het puntentotaal bedraagt 85 punten. De met ingang van 01-05-2004 overeengekomen huurprijs van € 393,31 per maand is op grond van dit puntentotaal niet redelijk te achten. Op grond van bovengenoemd puntentotaal is met ingang van 01-05-2004 een huurprijs van € 344,95 per maand redelijk.”
De vordering en het verweer
Becu Beheer vordert dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad bepaalt dat per 1 mei 2004 een huurprijs heeft te gelden van € 393,31 per maand met betrekking tot de woonruimte aan de [adres] in Culemborg met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
Becu Beheer onderbouwt haar vordering als volgt. Becu Beheer is het niet eens met de uitspraak van de huurcommissie. Becu Beheer wijst op een uitspraak van de huurcommissie van 3 september 2003 met betrekking tot dezelfde woonruimte, waarin het puntentotaal is gesteld op 92 punten en de met ingang van 1 februari 2002 overeengekomen huurprijs van € 371,82 per maand op grond van dit puntental redelijk werd geacht.
[gedaagde] voert verweer. Zij kan zich wel vinden in de uitspraak van de huurcommissie van 20 juli 2006.
De stellingen van partijen worden hierna zonodig besproken.
De beoordeling
Een bezwaar van Becu Beheer betreft de waardering van twee van de slaapkamers. De kantonrechter honoreert dit bezwaar niet. Omdat het raamoppervlak in de beide kamers kleiner is dan 0,5 m2 heeft de huurcommissie deze kamers niet als vertrek, maar als overige ruimte gewaardeerd, omdat volgens de geldende verkeersopvattingen de daglichttoetreding in die kamers onvoldoende is om ze als volwaardig vertrek aan te kunnen merken.. De kantonrechter volgt de huurcommissie daarin. Uit de door Becu Beheer opgegeven maten van de ramen in de beide kamers volgt dat deze inderdaad kleiner zijn dan 0,5 m2, zodat de kamers door de huurcommissie terecht als overige ruimte zijn gewaardeerd.
Becu Beheer heeft bezwaar tegen de waardering door de huurcommissie van het onderdeel warmte-isolatie met één punt. Ter zitting is vastgesteld dat het onderdeel voor het totale woongebouw op 5 punten moet worden gewaardeerd 1 punt voor spouwisolatie, 2 punten voor vloerisolatie en 2 punten voor dakisolatie. Omdat zich vier woningen in het gebouw bevinden, wordt elke woning, waaronder [adres] op het onderdeel warmte-isolatie gewaardeerd op 1,25. In zoverre treft het verweer van Becu Beheer doel, maar voor het puntentotaal maakt het gelet op de afronding die moet worden gedaan, niet uit. Het puntentotaal blijft wordt 85,45, afgerond 85.
Becu Beheer heeft ten slotte nog bezwaar gemaakt tegen de wijze van behandelen door de huurcommissie. Volgens Becu Beheer heeft de huurcommissie ten onrechte geen gehoor gegeven aan het verzoek om uitstel van de behandeling dat door Becu Beheer in verband met een vakantie is gedaan. Op de huurprijsvaststelling heeft dat bezwaar van Becu Beheer geen invloed, zodat het hier niet verder hoeft te worden beoordeeld.
De conclusie is dat de huurcommissie de woonruimte waar het hier om gaat terecht op 85 punten heeft gewaardeerd. Daarbij hoort een maximale huurprijs van € 344,95 per maand, zodat als volgt wordt beslist.
Gelet op de aard van de procedure en de gebleken omstandigheden moeten partijen ieder de eigen proceskosten dragen.
De beslissing
De kantonrechter
bepaalt dat de met ingang van 1 mei 2005 overeengekomen huurprijs van € 393,31 per maand voor de woonruimte aan de [adres] in Culemborg niet redelijk is;
stelt de huurprijs van de woonruimte aan de [adres] in Culemborg met ingang van 1 mei 2005 vast op € 344,95 per maand;
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. P.J. Wiegman en in het openbaar uitgesproken op 9 mei 2007.