ECLI:NL:RBARN:2007:BA8291
Rechtbank Arnhem
- Voorlopige voorziening
- L.A. van Son
- Rechtspraak.nl
Ontslag zonder toestemming van het CWI en de gevolgen voor loonbetalingen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Arnhem op 27 juni 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en Rebedex B.V. [eiser], die sinds 1986 in dienst was bij Rebedex als monteur/machine-insteller, had een vordering ingesteld tegen zijn werkgever na een ontslag dat volgens hem zonder de vereiste toestemming van het CWI was verleend. Het CWI had toestemming gegeven voor het ontslag op basis van bedrijfseconomische redenen, maar de kantonrechter oordeelde dat de wederindiensttredingsvoorwaarde die aan deze toestemming was verbonden, was geschonden. Dit leidde tot de conclusie dat het ontslag als onrechtmatig moest worden beschouwd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] recht had op doorbetaling van zijn loon vanaf 1 mei 2007, omdat Rebedex in strijd had gehandeld met de voorwaarden die het CWI had gesteld. De rechter oordeelde dat [eiser] een spoedeisend belang had bij zijn vordering, aangezien hij slechts 70% van zijn laatstverdiende loon ontving, terwijl hij recht had op 100%. De vordering van [eiser] werd toegewezen, en Rebedex werd veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon, inclusief buitengerechtelijke kosten.
De uitspraak benadrukt het belang van de wederindiensttredingsvoorwaarde en de gevolgen van het niet naleven daarvan door de werkgever. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan Rebedex opgelegd, wat aangeeft dat de werkgever in het ongelijk was gesteld. Dit vonnis is een belangrijke uitspraak in het arbeidsrecht, vooral met betrekking tot ontslagprocedures en de rechten van werknemers.