ECLI:NL:RBARN:2007:BA9209

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
31 mei 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
148396 / FA RK 06-12779
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
  • I. de Waal-van Wessem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing adoptieverzoek door stiefvader wegens niet voldoen aan leeftijdsvereiste

In deze zaak verzoekt de stiefvader om de adoptie van zijn 16-jarige stiefzoon. Volgens artikel 1:228 lid 1, aanhef en onder c van het Burgerlijk Wetboek is een voorwaarde voor adoptie dat de adoptant ten minste achttien jaren ouder is dan het kind. Het leeftijdsverschil tussen de stiefvader en de minderjarige bedraagt echter 15 jaren, 2 maanden en 18 dagen, wat niet voldoet aan deze wettelijke eis. De Hoge Raad heeft in een eerder arrest bepaald dat de wetgever in het belang van het kind een duidelijke keuze heeft gemaakt om te voorkomen dat er een te klein of te groot leeftijdsverschil bestaat tussen de adoptant en het kind. De rechtbank is van oordeel dat zij niet de vrijheid heeft om van deze voorwaarde af te wijken, ongeacht de omstandigheden van het geval.

De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder het feit dat de biologische vader van de minderjarige sinds 1992 geen contact meer heeft gehad en dat de minderjarige de stiefvader als zijn vader beschouwt. De gezinsvoogdes heeft dit bevestigd en benadrukt dat stabiliteit en zekerheid belangrijk zijn voor de minderjarige. Ondanks deze argumenten, die pleiten voor de adoptie, blijft de rechtbank bij haar oordeel dat het wettelijk vereiste leeftijdsverschil niet is nageleefd.

De rechtbank wijst daarom het verzoek tot adoptie af, evenals het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam, omdat dit ook afhankelijk is van de goedkeuring van de adoptie. De beslissing is genomen door kinderrechter mr. I. de Waal-van Wessem, in aanwezigheid van griffier G.J. Prinsen, en is openbaar uitgesproken op 31 mei 2007.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector familierecht
Zaak/rekestnummer: 148396 / FA RK 06-12779
Datum uitspraak: 31 mei 2007
Beschikking adoptie
in de zaak van
[verzoeker] (verder ook te noemen: de stiefvader),
wonende te [woonplaats],
procureur mr. R.M. Tjong Kim Sang te Lent.
De procedure
Gezien de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift, ingekomen op 9 november 2006;
- de mededeling van het Openbaar Ministerie, gedateerd 8 januari 2007, dat aan zijn zijde geen bezwaar bestaat tegen inwilliging van het verzoek tot adoptie en wijziging geslachtsnaam;
gehoord ter terechtzitting van 26 maart 2007:
- de stiefvader, bijgestaan door mr. R.M. Tjong Kim Sang;
- de moeder, [V];
- de gezinsvoogdes, mevrouw [W] van de Stichting Bureaus Jeugdzorg [provincie] te [vestigingsplaats];
- de heer [X], zittingsvertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming.
Hoewel behoorlijk opgeroepen is de vader, de heer [Y] niet ter zitting verschenen.
Ter zitting is eveneens verschenen en afzonderlijk gehoord de minderjarige [Z], die daarnaast ook schriftelijk zijn mening aan de kinderrechter kenbaar heeft gemaakt.
De vaststaande feiten
Uit de stukken blijkt dat op 6 mei 1990 te [geboorteplaats] is geboren [Z], verder te noemen de minderjarige, zoon van [V]. De minderjarige is op 7 mei 1990 door [Y] erkend, waardoor de minderjarige de geslachtsnaam [van Y] heeft verkregen en is door het huwelijk van zijn ouders op 6 november 1990 gewettigd. Het huwelijk is ontbonden op 27 oktober 1994. De moeder is op 13 september 2002 gehuwd met de stiefvader, die is geboren op 18 februari 1975. De moeder oefent het gezag uit over de minderjarige. De minderjarige is onder toezicht gesteld bij beschikking van de rechtbank [plaats] d.d. 8 juni 2006.
Het verzoek
Het verzoekschrift strekt ertoe de adoptie door de stiefvader uit te spreken van [Z] en diens geslachtsnaam te wijzigen in [die van zijn stiefvader].
Motivering van de beslissing
Door en namens de stiefvader is gesteld dat de biologische vader van de minderjarige op 27 april 1992 met onbekende bestemming naar Italië is vertrokken en dat er sedertdien geen contact meer met de vader heeft plaatsgevonden. De minderjarige beschouwt de stiefvader als zijn vader en accepteert ook diens gezag. Er is bewust niet verzocht om gezamenlijk gezag, omdat de minderjarige naar zijn ‘roots’ zoekt en het gezin een moeilijke periode achter de rug heeft. Zekerheid en stabiliteit zijn voor de minderjarige belangrijk. De gezinsvoogdes heeft het voorgaande onderschreven.
De raadsvrouwe van de stiefvader heeft voorts naar voren gebracht dat, hoewel aan een der voorwaarden voor adoptie, het (minimum)leeftijdsverschil tussen de adoptant en de minderjarige, niet is voldaan, het verzoek in het belang van de minderjarige dient te worden toegewezen, nu deze voorwaarde blijkens de Memorie van Toelichting vooral een pedagogisch motief heeft en slechts een richtsnoer vormt, zoals ook blijkt uit jurisprudentie van lagere rechtspraak.
Namens de raad voor de kinderbescherming is naar voren gebracht dat er gelet op het belang van de minderjarige geen bezwaar bestaat tegen inwilliging van het verzoek, doch dat het wettelijk voorgeschreven leeftijdsverschil mogelijk aan toewijzing in de weg staat.
De rechtbank zal allereerst beoordelen of in de onderhavige zaak aan de voorwaarde van artikel 1: 228 lid 1, aanhef en onder c Burgerlijk Wetboek is voldaan, te weten dat de adoptant ten minste achttien jaren ouder dan het kind is.
De rechtbank stelt vast dat het verschil in leeftijd tussen de stiefvader en de minderjarige 15 jaren, 2 maanden en 18 dagen bedraagt.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 30 juni 2000, NJ 2001, 103 bepaald dat de wetgever in het belang van het kind een duidelijke keuze heeft gemaakt om te voorkomen dat er een te klein (of te groot) verschil in leeftijd tussen de verzoeker tot adoptie en het kind bestaat en dat aan de rechter niet de vrijheid toekomt daarvan af te wijken op grond van de omstandigheden van het geval. De rechtbank Assen heeft nadien eveneens in die zin beslist (Rechtbank Assen, 9 juni 2004, FJR 2005/49).
De beslissing van de rechtbank ’s-Gravenhage (Rechtbank ’s-Gravenhage, 15 maart 2006, LJN AY6341) doet hieraan niet af, aangezien het daarbij ging om een minderjarige die 5 dagen na indiening van het verzoek meerderjarig werd bij een leeftijdsverschil dat twee maanden en 11 dagen minder was dan het wettelijk voorgeschreven minimum, waardoor ‘de verzochte adoptie hoofdzakelijk –zo al niet uitsluitend – andere rechtens te erkennen belangen dan belangen van het kind in haar hoedanigheid van minderjarige zal dienen’.
In het onderhavige geval doet zich die laatste situatie niet voor, nu de minderjarige ten tijde van de indiening van het verzoek 16 jaar was en er geen sprake is van een slechts in verwaarloosbare mate van het wettelijk minimum afwijkend leeftijdsverschil tussen de verzoeker en de te adopteren minderjarige.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat in dit geval aan de rechtbank niet de vrijheid toekomt af te wijken van de voorwaarde van artikel 1:228 lid 1, aanhef en onder c Burgerlijk Wetboek, zodat, nu aan die voorwaarde niet is voldaan, zij het adoptieverzoek zal afwijzen.
Gelet op het bepaalde in art. 1:5 Burgerlijk Wetboek leidt dit ertoe dat ook het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam dient te worden afgewezen.
De beslissing
De rechtbank
wijst af hetgeen is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. I. de Waal-van Wessem, kinderrechter, in tegenwoordigheid van G.J. Prinsen als griffier en in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2007.
De griffier: De rechter: