zaaknummer / rolnummer: 149008 / HA ZA 06-2166
Vonnis in vrijwaring van 13 juni 2007
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. C.G.M. van Rossum,
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
procureur mr. A. Kilic-Sahin.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 21 maart 2007,
- het proces-verbaal van comparitie van 4 mei 2007.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Op 5 februari 2004 heeft de politie in de woning van [eiseres] aan de [adres] (hierna: de woning) een hennepkwekerij aangetroffen. Een daarbij aanwezige medewerker van Nuon heeft geconstateerd dat ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal elektriciteit is afgetapt.
2.2. De politierechter heeft [eiseres] veroordeeld voor, kort gezegd, het aanwezig hebben van de hennepkwekerij tot een voorwaardelijke geldboete en haar vrijgesproken van diefstal van elektriciteit.
2.3. Op 24 juni 2004 hebben [eiseres] en haar vriend, [betrokkene] (hierna: [betrokkene]), aangifte gedaan van mishandeling door [gedaagde].
2.4. Nuon heeft in verband met de illegaal afgetapte elektriciteit in de hoofdzaak gevorderd om [eiseres] te veroordelen tot vergoeding van schade voor een bedrag van in totaal EUR 6.591,85.
2.5. Op 21 maart 2007 heeft de rechtbank in de hoofdzaak [eiseres] veroordeeld tot betaling van een bedrag van EUR 5.777,16 aan hoofdsom (vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 april 2004), een bedrag van EUR 768,- aan buitengerechtelijke kosten en een bedrag van EUR 1.327,32 aan proceskosten.
3. Het geschil
In conventie
3.1. [eiseres] vordert - samengevat - dat [gedaagde] wordt veroordeeld om aan [eiseres] te betalen al hetgeen waartoe [eiseres] in de hoofdzaak mocht worden veroordeeld, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de hoofdzaak en de vrijwaring.
3.2. [eiseres] stelt hiertoe dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld, door haar onder bedreiging en mishandeling tegen haar wil, in haar woning een hennepplantage te laten exploiteren. [eiseres] houdt [gedaagde] daarnaast verantwoordelijk voor het illegaal aftappen van elektriciteit in haar woning ten behoeve van de hennepkwekerij, aangezien zij daar zelf niet vanaf wist. Als gevolg van dit onrechtmatig handelen van [gedaagde] lijdt [eiseres] schade en deze schade bestaat uit de vordering van Nuon op [eiseres], waarvoor zij [gedaagde] in vrijwaring aansprakelijk houdt.
3.3. [gedaagde] voert verweer. Dit verweer komt er kort gezegd op neer dat hij betwist bij de hennepplantage in de woning van [eiseres] betrokken te zijn geweest.
3.4. [gedaagde] vordert dat [eiseres] wordt veroordeeld om aan hem te betalen een bedrag van EUR 92,00 wegens de door hem betaalde eigen bijdrage voor de aan hem verleende toevoeging en een bedrag van EUR 296,00 wegens door hem betaald vastrecht.
3.5. [eiseres] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
In conventie
4.1. De rechtbank stelt bij de beoordeling van het geschil voorop dat de door [eiseres] gestelde schade, waarvan zij vergoeding vraagt, bestaat uit het door de rechtbank in de hoofdzaak ten opzichte van Nuon toegewezen bedrag. Deze schade is gebaseerd op het illegaal aftappen van elektriciteit uit de woning van [eiseres], als gevolg waarvan Nuon schade heeft geleden en tot vergoeding waarvan de rechtbank [eiseres] heeft veroordeeld.
4.2. De vraag die zich dan ook eerst voordoet is of de gedragingen van [gedaagde] in voldoende causaal verband staan tot de gevorderde schade. [eiseres] heeft gesteld dat het onrechtmatig handelen van [gedaagde] is gelegen in het onder bedreiging en mishandeling dwingen van [eiseres] om een hennepplantage in haar woning te exploiteren. Deze gedragingen staan naar het oordeel van de rechtbank niet in zodanig verband tot de gestelde schade dat ze kunnen leiden tot aansprakelijkheid van [gedaagde] hiervoor. Uit deze gedragingen kan immers niet worden afgeleid dat [gedaagde] verantwoordelijk is voor het tegen de wil van [eiseres] manipuleren van de elektriciteitsmeter, waardoor de schade van Nuon, en dus ook van [eiseres], uiteindelijk is ontstaan.
4.3. Het gaat erom of [gedaagde] betrokken is geweest bij het aftappen van elektriciteit buiten de meter om. In dat geval bestaat er voldoende verband tussen de gedragingen en de gevorderde schade. [gedaagde] heeft ontkend betrokken te zijn geweest bij het manipuleren van de elektriciteitsmeter en/of het aftappen van elektriciteit in de woning van [eiseres]. Hoewel dit op haar weg ligt, heeft [eiseres] hiertegenover geen concrete feiten of omstandigheden gesteld waaruit de betrokkenheid van [gedaagde] kan worden afgeleid. [eiseres] heeft gesteld dat zij niet zelf met de elektriciteitsmeter heeft geknoeid en dat zij tot het moment van ontmanteling van de hennepkwekerij niet op de hoogte was van het feit dat er met de meter was geknoeid. Daarnaast heeft [eiseres] aangevoerd dat zij niet heeft gezien wie de meter heeft gemanipuleerd. Anders dan [eiseres] heeft betoogd kan hieruit niet worden geconcludeerd dat het [gedaagde] moet zijn geweest die met de meter heeft geknoeid, ook niet indien het zo zou zijn dat [gedaagde] [eiseres] onder bedreiging en mishandeling heeft gedwongen om in haar woning een hennepkwekerij te exploiteren. Nu overigens geen feiten of omstandigheden zijn gebleken waaruit enige betrokkenheid van [gedaagde] bij het manipuleren van de elektriciteitsmeter in de woning van [eiseres] kan worden afgeleid en de stellingen van [eiseres] geen aanknopingspunten op dit punt bieden, komt de rechtbank aan bewijslevering niet toe. De conclusie is dan ook dat niet is komen vast te staan dat [gedaagde] betrokken was het illegaal aftappen van elektriciteit.
4.4. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de stellingen van [eiseres] niet kunnen leiden tot toewijzing van de vordering, enerzijds wegens het ontbreken van voldoende causaal verband tussen de gestelde onrechtmatige gedragingen en de schade en anderzijds omdat onrechtmatige gedragingen die tot aansprakelijkheid voor de gevorderde schade kunnen leiden, niet zijn komen vast te staan.
4.5. [eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- explootkosten EUR 0,00
- betaald vast recht 74,00
- in debet gesteld vast recht 222,00
- salaris procureur 768,00 (2,0 punten × tarief EUR 384,00)
Totaal EUR 1.064,00
4.6. De vordering in reconventie zal worden afgewezen, nu de proceskostenveroordeling in conventie reeds een vergoeding van de in reconventie gevorderde kosten inhoudt. De proceskosten in reconventie, waartoe [gedaagde] als in het ongelijk gestelde partij zal worden veroordeeld, zullen worden begroot op nihil.
5. De beslissing
De rechtbank
In conventie en in reconventie
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt [eiseres] in de proceskosten in conventie, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op EUR 1.064,00, te voldoen aan de griffier door overmaking op rekeningnummer 19.23.25.752 ten name van Arrondissement 533 Arnhem onder vermelding van "proceskostenveroordeling" en het zaak- en rolnummer,
5.3. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten in reconventie, aan de zijde van [eiseres] begroot op nihil,
5.4. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.W.A. Vonk en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2007.