ECLI:NL:RBARN:2007:BB2079
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annulering van een vlucht
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Arnhem op 13 augustus 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eisende partij, vertegenwoordigd door DAS Rechtsbijstand, en Maxx Tours B.V. De eisende partij had op 5 juli 2006 een pakketreis geboekt naar Turkije, maar kreeg op 11 juli 2006 te horen dat de vlucht niet zou vertrekken. De eisende partij vorderde compensatie op basis van de Europese Verordening 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering, annulering of langdurige vertraging van vluchten. De kantonrechter oordeelde dat de verordening enkel betrekking heeft op de relatie tussen passagier en vervoerder, en dat de eisende partij zich daarom tot de luchtvaartmaatschappij moest wenden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Maxx Tours, als organisator van de reis, niet aansprakelijk was voor de annulering van de vlucht, maar dat er wel een billijke schadevergoeding van € 150,-- aan de eisende partij moest worden toegewezen. Dit bedrag was gebaseerd op de artikelen 7:507 BW en 6:76 BW, die betrekking hebben op de schadeplichtigheid van de reisorganisator. De kantonrechter wees de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten af, omdat daar onvoldoende onderbouwing voor was gegeven. Beide partijen werden in het ongelijk gesteld en moesten hun eigen proceskosten dragen.
De uitspraak benadrukt de scheiding tussen de verantwoordelijkheden van de reisorganisator en de luchtvaartmaatschappij, en bevestigt dat de Europese verordening niet van toepassing is op de reisorganisator in dit geval. De kantonrechter verklaarde de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.