ECLI:NL:RBARN:2007:BB2079

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
13 augustus 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
485362 - CV EXPL 07-1937
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annulering van een vlucht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Arnhem op 13 augustus 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eisende partij, vertegenwoordigd door DAS Rechtsbijstand, en Maxx Tours B.V. De eisende partij had op 5 juli 2006 een pakketreis geboekt naar Turkije, maar kreeg op 11 juli 2006 te horen dat de vlucht niet zou vertrekken. De eisende partij vorderde compensatie op basis van de Europese Verordening 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering, annulering of langdurige vertraging van vluchten. De kantonrechter oordeelde dat de verordening enkel betrekking heeft op de relatie tussen passagier en vervoerder, en dat de eisende partij zich daarom tot de luchtvaartmaatschappij moest wenden.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Maxx Tours, als organisator van de reis, niet aansprakelijk was voor de annulering van de vlucht, maar dat er wel een billijke schadevergoeding van € 150,-- aan de eisende partij moest worden toegewezen. Dit bedrag was gebaseerd op de artikelen 7:507 BW en 6:76 BW, die betrekking hebben op de schadeplichtigheid van de reisorganisator. De kantonrechter wees de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten af, omdat daar onvoldoende onderbouwing voor was gegeven. Beide partijen werden in het ongelijk gesteld en moesten hun eigen proceskosten dragen.

De uitspraak benadrukt de scheiding tussen de verantwoordelijkheden van de reisorganisator en de luchtvaartmaatschappij, en bevestigt dat de Europese verordening niet van toepassing is op de reisorganisator in dit geval. De kantonrechter verklaarde de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector kanton
Locatie Arnhem
zaakgegevens 485362 \ CV EXPL 07-1937 \ 169 IK
uitspraak van 13 augustus 2007
Vonnis
in de zaak van
[eisende partij]
wonende te Papendrecht
eisende partij
gemachtigde DAS Rechtsbijstand
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MAXX Tours B.V.
gevestigd te Velp
gedaagde partij
procederend in persoon
Partijen worden hierna [eisende partij] en Maxx Tours genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit
- de dagvaarding van 21 februari 2007 met producties
- de conclusie van antwoord met een productie
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek met producties.
2. De feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende vaststaande feiten.
2.1 [eisende partij] heeft op 5 juli 2006 bij Maxx Tours een pakketreis voor drie personen geboekt naar Side, Turkije, met verblijf in hotel Nova Park voor de prijs van € 1.366,--.
2.2.1 De vliegreis met vluchtnummer VVF 752 zou op 11 juli 2006 om 20.00 uur door [vliegmaatschappij x] worden uitgevoerd.
2.2.2 Maxx Tours heeft [eisende partij] op 11 juli om 17.00 uur echter telefonisch medegedeeld dat vlucht VVF 752 niet zou vertrekken en dat zij zich op 12 juli 2006 om 0.00 uur op Schiphol moest melden.
2.2.3 De vlucht is vervolgens met gewijzigd vluchtnummer, VVF 754, op 12 juli om 03.55 uur vertrokken.
3. De vordering en het verweer
3.1 [eisende partij] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Maxx Tours veroordeelt aan haar te betalen:
a. een bedrag van (primair en subsidiair) € 1.200, althans (meer subsidiair) een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag,
b. te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 29 augustus 2006 tot aan de dag van volledige betaling,
c. een bedrag van € 178,50 aan buitengerechtelijke incassokosten,
d. de proceskosten.
3.2 [eisende partij] baseert haar vordering tegen de achtergrond van de vaststaande feiten op de volgende, zakelijk weergegeven stellingen.
[eisende partij] vordert een vergoeding op basis van de Europese Verordening 261/2004.
Zij beroept zich daarbij primair op instapweigering en subsidiair op annulering. Daar waar in de Europese Verordening gesproken wordt over een luchtvaartmaatschappij, moet Maxx Tours gelezen worden. Maxx Tours heeft immers voor de uitvoering van onderhavige reisovereenkomst [vliegmaatschappij x] ingeschakeld. [vliegmaatschappij x] is dan ook aan te merken als hulppersoon. Meer subsidiair beroept zij zich erop dat Maxx Tours, althans haar hulppersoon [vliegmaatschappij x] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de reisovereenkomst. Maxx Tours is daarvoor jegens haar schadeplichtig op grond van artikel 7:507 lid 2 jo 6:76 BW.
[eisende partij] maakt voorts aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke kosten. Het gaat om in redelijkheid gemaakte kosten die als vermogensschade in de zin van artikel 6:96 lid 1 en lid 2 sub c BW zijn aan te merken.
3.3 Maxx Tours heeft de vordering gemotiveerd betwist. Op dat verweer gaat de kantonrechter hierna in.
4. De beoordeling
4.1 Maxx Tours beroept zich er op dat [eisende partij] de verkeerde partij heeft gedagvaard. Niet zij maar de luchtvaartmaatschappij is aansprakelijk bij instapweigering en annulering.
4.2 De Europese Verordening 261/2004 betreft een verordening tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten. Deze verordening heeft uitsluitend betrekking op de relatie tussen de passagier en de vervoerder, de luchtvaartmaatschappij. Voor een vordering die daarop is gebaseerd, moet [eisende partij] zich dan ook tot de luchtvaartmaatschappij, [vliegmaatschappij x], wenden.
4.3 Los daarvan is Maxx Tours gewoon aansprakelijk voor ongemakken en schade, ook al is die veroorzaakt door [vliegmaatschappij x], op grond van artikel 7: 507 BW jo 6:76 BW. Niet geleverd is immers wat redelijkerwijs verwacht mocht worden.
De kantonrechter acht de compensatie die Maxx Tours in een eerder stadium had aangeboden, een bedrag van € 150,-- gebaseerd op terugbetaling van een nacht verblijf in het hotel, toereikend. Dit komt in de buurt van 1/7 deel van de reissom, met welke korting [eisende partij] zich volgens haar stellingen aanvankelijk akkoord had verklaard in verband met het ongemak. Daarbij komt dat de reis die [eisende partij] had geboekt een last minute reis betrof en dat de hiervoor vermelde EG-verordening nadere compensatiemogelijkheden biedt.
De kantonrechter stelt de vergoeding die Maxx Tours aan [eisende partij] moet betalen, gelet op wat hiervoor is overwogen, dan ook vast op een bedrag naar billijkheid van € 150,--.
In zoverre zal de vordering worden toegewezen.
4.4 De buitengerechtelijke kosten worden afgewezen omdat daartoe onvoldoende concreets is gesteld.
4.5 Partijen worden beide voor een deel in het ongelijk gesteld en moeten daarom hun eigen kosten dragen.
De beslissing
De kantonrechter
veroordeelt Maxx Tours aan [eisende partij] te betalen een bedrag van € 150,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 augustus 2006 tot aan de dag van volledige betaling;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. P.J. Wiegman en in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2007.