ECLI:NL:RBARN:2007:BB7535
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D. van Driel van Wageningen
- Rechtspraak.nl
Klachtplicht koper en bekwame tijd bij gebreken aan nieuw gebouwd schip
In deze zaak, uitgesproken op 31 oktober 2007 door de Rechtbank Arnhem, staat de klachtplicht van de koper centraal, in het bijzonder in het kader van de koop van een nieuw gebouwd schip. De eiser, Politie Regio Rotterdam-Rijnmond (PRR), heeft een geschil met de gedaagde, Scheepsbouw B.V., over de gebreken aan het schip dat op 4 april 2001 in gebruik is genomen. Na ongeveer drie jaar, medio 2004, zijn er regelmatig ernstige trillingen aan het schip vastgesteld. PRR heeft onderzoek laten uitvoeren door Studio Yacht, dat concludeerde dat de trillingen het gevolg waren van een ondeugdelijke constructie van het schip. De rechtbank oordeelt dat de klachttermijn, zoals bedoeld in artikel 7:23 BW, pas is aangevangen op het moment dat PRR het rapport van Studio Yacht ontving op 2 september 2004. Dit is meer dan drie jaar na de oplevering, maar de rechtbank stelt vast dat de lange duur inherent is aan de aard van het gebrek, dat niet onmiddellijk waarneembaar was.
De rechtbank behandelt ook het verweer van de gedaagde, die aanvoert dat PRR haar niet binnen bekwame tijd op de hoogte heeft gebracht van de gebreken. De rechtbank benadrukt dat de koper in dergelijke gevallen redelijkerwijs onderzoek moet verrichten en tijdig moet klagen. De rechtbank benoemt een deskundige om de gebreken aan het schip te onderzoeken en om te bepalen of de constructie voldoet aan de eisen van deugdelijkheid en duurzaamheid. De deskundige moet ook de kosten van eventuele herstelwerkzaamheden inschatten. De zaak wordt aangehouden voor het deskundigenbericht, waarna verdere beslissingen zullen volgen.