ECLI:NL:RBARN:2007:BB8204
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheidskwestie in kort geding tussen PPG Industries Netherlands B.V. en European Paint Importers Ltd.
In deze zaak, die op 8 november 2007 door de Rechtbank Arnhem is behandeld, vorderde PPG Industries Netherlands B.V. (hierna: PPG) in kort geding betaling van een bedrag van € 373.983,26 van European Paint Importers Ltd. (hierna: EPI). PPG stelde dat EPI onbetaalde facturen van verfleverancier Ameron B.V. had ontvangen en dat deze vorderingen aan PPG waren gecedeerd. PPG beriep zich op een competentiebeding in de distributieovereenkomst tussen EPI en Ameron, waarin was bepaald dat geschillen zouden worden voorgelegd aan de rechtbank Arnhem. EPI betwistte echter de bevoegdheid van de voorzieningenrechter en stelde dat PPG geen partij was bij de distributieovereenkomst en dat de cessie van de vorderingen niet had plaatsgevonden.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de EEX-Vo van toepassing was, aangezien EPI in Ierland is gevestigd. De rechter concludeerde dat, hoewel PPG stelde dat de cessie had plaatsgevonden, er onvoldoende bewijs was dat Ameron de vorderingen daadwerkelijk aan PPG had gecedeerd. De voorzieningenrechter verklaarde zich onbevoegd om kennis te nemen van de vorderingen van PPG, omdat niet aannemelijk was dat EPI woonplaats had gekozen in Nederland. Dit leidde tot de conclusie dat de algemene bevoegdheidsregel van toepassing was, wat betekende dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht had.
De voorzieningenrechter veroordeelde PPG in de proceskosten aan de zijde van EPI, die werden begroot op € 1.067,00. Het vonnis werd uitgesproken door mr. F.J. de Vries in aanwezigheid van de griffier mr. M.J. Daggenvoorde.