ECLI:NL:RBARN:2007:BB9731
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A. Huidekoper
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank bij verdeling van huwelijksgoederengemeenschap na echtscheiding
In deze zaak verzoekt de eiseres, na een echtscheiding uitgesproken door de rechtbank Utrecht, de kantonrechter om over te gaan tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap op basis van artikel 3:185 van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter oordeelt echter dat hij niet bevoegd is om van de zaak kennis te nemen. De rechtbank Utrecht heeft het huwelijk van de partijen ontbonden en daarbij een notaris benoemd voor de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. Indien de notaris niet in staat is om partijen te verenigen, dient hij hiervan proces-verbaal op te maken. De rechtbank Utrecht, die de notaris heeft benoemd, is bevoegd om de zaak te behandelen. De kantonrechter verklaart zich onbevoegd en verwijst de zaak naar de rechtbank Utrecht.
De eiseres heeft haar vordering gebaseerd op de beschikking van de rechtbank Utrecht van 25 april 2007, waarin is bepaald dat partijen tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap moeten overgaan. De gedaagde partij heeft aangevoerd dat de kantonrechter te Tiel onbevoegd is, omdat de vordering van de eiseres niet valt onder de in artikel 93 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering genoemde gevallen. De eiseres heeft tegen deze incidentele eis tot onbevoegdheid aangevoerd dat de gevorderde goederen van onbepaalde waarde zijn, maar in ieder geval niet meer dan € 5000,00 bedragen.
De kantonrechter oordeelt dat de gemeenschap van rechtswege is ontbonden door het eindigen van het huwelijk, en dat de notaris, indien hij partijen niet kan verenigen, proces-verbaal moet opmaken. De rechter kan de zaak aanhouden totdat de notaris een poging heeft gedaan om partijen te verenigen. Indien er geen overeenstemming is, is de rechtbank Utrecht weer bevoegd om de zaak te behandelen. De kantonrechter verklaart zich onbevoegd en verwijst de zaak naar de rechtbank Utrecht, waar de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap verder behandeld zal worden.