ECLI:NL:RBARN:2007:BC0112
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vorderingen tot contact- en straatverbod door dochters tegen ouders in kort geding
In een kort geding hebben twee dochters de rechtbank Arnhem verzocht om hun ouders te verbieden contact met hen te hebben, na beschuldigingen van seksueel misbruik van hun zoontjes door de ouders. De rechter heeft op 13 december 2007 geoordeeld dat de vorderingen van de dochters worden afgewezen. De rechtbank oordeelde dat een contact- en straatverbod een ernstige inbreuk op de bewegingsvrijheid van de ouders zou zijn, en dat er onvoldoende bewijs was dat de ouders stelselmatig lastig vielen. De ouders hadden zich na 18 oktober 2007 onthouden van contact met hun dochters, wat de rechter als positief beschouwde. De rechtbank benadrukte dat inbreuken op de bewegingsvrijheid alleen in ernstige gevallen zijn toegestaan en dat de feiten in deze zaak niet voldoende waren om een dergelijk verbod te rechtvaardigen. De rechter nam geen beslissing over de beschuldigingen van seksueel misbruik, maar concludeerde dat de ouders de wens van hun dochters om met rust gelaten te worden respecteren. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.