ECLI:NL:RBARN:2007:BC0197
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- N.W. Huijgen
- R.A. Boon
- T.P.E.E. van Groeningen
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van verzekeringsovereenkomsten op basis van niet-bestaande personen
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 28 november 2007 uitspraak gedaan over de nietigheid van verzekeringsovereenkomsten die door Trion B.V. bij Aegon Levensverzekering N.V. waren afgesloten. De rechtbank overweegt dat de polissen sommenverzekeringen betreffen, die niet zijn toegestaan volgens artikel 7:964 BW, omdat deze niet betrekking hebben op bestaande personen. Aegon heeft aangetoond dat van de 869 afgesloten polissen, slechts 10 betrekking hadden op bestaande personen, wat betekent dat de overige polissen nietig zijn op grond van artikel 3:40 BW. De rechtbank concludeert dat de vordering van Aegon tot verklaring voor recht toewijsbaar is, aangezien de verzekeringen niet voldoen aan de wettelijke vereisten voor persoonsverzekeringen.
Daarnaast heeft Aegon gevorderd dat de betaalde premies behouden kunnen blijven, wat de rechtbank ook toewijst, omdat er geen risico is gelopen bij de niet-bestaande personen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is dat Finplan Benefits B.V. tekort is geschoten in haar zorgverplichting jegens Aegon, waardoor de vordering tegen Finplan niet toewijsbaar is. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling van de schadevergoeding en de terugbetaling van provisie aan Aegon.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid bij het afsluiten van verzekeringsovereenkomsten en de gevolgen van het afsluiten van polissen op niet-bestaande personen. De rechtbank heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten verder toe te lichten in een volgende zitting.