ECLI:NL:RBARN:2007:BC0259
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.A.W. Snijders
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op kinderbijslag voor zeevarende eiser met betrekking tot zijn woonplaats
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 7 november 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een zeevarende, en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank over het recht op kinderbijslag. Eiser had in eerste instantie geen recht op kinderbijslag gekregen omdat zijn kinderen niet in belangrijke mate door hem zouden worden onderhouden. Dit besluit was genomen op basis van een eerdere beslissing van 15 november 2006, waarin werd gesteld dat eiser op de peildatum, 1 april 2006, niet verzekerd was volgens de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). Eiser heeft hiertegen beroep aangetekend.
Tijdens de zitting op 25 oktober 2007 heeft eiser zijn situatie toegelicht. Hij verblijft vier à vijf maanden op een Nederlands schip en heeft twee maanden verlof, waarin hij in Nederland verblijft bij zijn ouders. Eiser heeft een relatie met een vrouw op de Filippijnen, waar hij ook een deel van zijn verlof doorbrengt. De rechtbank heeft de omstandigheden van eisers verblijf en zijn binding met Nederland in overweging genomen. Volgens de AKW is iemand ingezetene als hij in Nederland woont, en de rechtbank heeft vastgesteld dat eiser voldoende binding met Nederland heeft, ondanks zijn verblijf op de Filippijnen.
De rechtbank oordeelt dat de Sociale Verzekeringsbank onvoldoende heeft aangetoond dat het middelpunt van eisers maatschappelijk leven op de Filippijnen ligt. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser's juridische en economische binding met Nederland niet betwist wordt en dat hij niet de intentie had om Nederland te verlaten. Daarom heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de Sociale Verzekeringsbank opgedragen om binnen zes weken een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, met inachtneming van de uitspraak.