ECLI:NL:RBARN:2007:BC8007
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I. de Waal-van Wessem
- Rechtspraak.nl
Erkenning en omzetting van buitenlandse adoptie naar Nederlands recht
In deze zaak verzoekt een Nederlands echtpaar om erkenning van een in Pennsylvania (Verenigde Staten) uitgesproken adoptie en om de adoptie naar Nederlands recht uit te spreken. De rechtbank oordeelt dat de erkenning van de buitenlandse adoptie alleen betrekking heeft op de vrouw, omdat de beginseltoestemming enkel aan haar is verleend. Voor de man geldt dat, volgens artikel 1:228 lid 1 sub f BW, de familierechtelijke relatie met de minderjarige niet kan worden vastgesteld, omdat hij niet voldoet aan de vereisten voor adoptie door één verzoeker. De rechtbank benadrukt het belang van het kind, dat met beide opvoeders in een gelijke familierechtelijke relatie moet komen te staan. Daarom wordt het subsidiaire verzoek van de man toegewezen, ondanks de strikte toepassing van de wet.
De rechtbank wijst erop dat de adoptie in de Verenigde Staten is vastgesteld door een bevoegde autoriteit en dat de minderjarige sinds 24 augustus 2005 door het echtpaar wordt verzorgd. De erkenning van de buitenlandse adoptie wordt toegestaan, maar alleen voor de vrouw. De rechtbank besluit dat de adoptie door de man naar Nederlands recht kan worden uitgesproken, zodat ook tussen hem en de minderjarige familierechtelijke betrekkingen worden gecreëerd. Dit is in het belang van het kind, dat anders in juridische onzekerheid zou verkeren over zijn ouderschap. De rechtbank wijst het verzoek tot adoptie naar Nederlands recht toe, zodat de familierechtelijke betrekkingen tussen de man en de minderjarige worden erkend.