ECLI:NL:RBARN:2008:BC5854
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.H. van Empel
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst en kennelijk onredelijk ontslag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Arnhem op 25 februari 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer en de besloten vennootschap Jalo Coding & Labeling B.V. De werknemer, die sinds 1 maart 2000 in dienst was, had een verzoek ingediend tot ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst, nadat Jalo toestemming had gekregen van het CWI om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. De werknemer vorderde een vergoeding op basis van de kantonrechtersformule, maar de kantonrechter wees dit verzoek af. De kantonrechter oordeelde dat de kantonrechtersformule niet van toepassing was op vorderingen wegens kennelijk onredelijk ontslag. De kantonrechter concludeerde dat het ontslag van de werknemer kennelijk onredelijk was, vooral gezien de ernst van de gevolgen voor de werknemer in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging. De kantonrechter kende de door de werkgever aangeboden suppletieregeling toe, die de werknemer gedurende zeven maanden een aanvulling op zijn WW-uitkering tot 100% van zijn laatstgenoten salaris bood. De werknemer werd grotendeels in het ongelijk gesteld en moest de proceskosten dragen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.