ECLI:NL:RBARN:2008:BC9303
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening in een civiele zaak met betrekking tot ontruiming en contactverbod
In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Arnhem op 2 april 2008 uitspraak gedaan in een incident waarbij een voorlopige voorziening werd gevorderd. De eiser, wonende te Zutphen, vorderde dat de gedaagde, wonende te Breda, zou worden veroordeeld om binnen twee dagen na betekening van het vonnis de door hem gebruikte ruimtes aan de [adres] te ontruimen. Tevens werd een straatverbod en een contactverbod gevorderd, op straffe van een dwangsom van € 500,- voor iedere keer dat de gedaagde in strijd zou handelen met deze verboden. De gedaagde voerde verweer en betwistte de vordering. De rechtbank oordeelde dat het belang van de gedaagde om zijn gedeelte van het huis te kunnen bewonen tijdens zijn kortstondige verblijven in Nederland zwaarder weegt dan het belang van de eiser bij ontruiming op de gevraagde korte termijn. De rechtbank wees daarom de vordering tot ontruiming en het straatverbod af. Ook het verzoek tot het opleggen van een contactverbod werd afgewezen, omdat niet kon worden uitgesloten dat partijen praktische zaken met elkaar dienden te bespreken. De rechtbank bepaalde dat de zaak weer op de rol zal komen voor vonnis op 14 mei 2008. De eiser werd veroordeeld in de proceskosten van het incident, die aan de zijde van de gedaagde werden begroot op € 579,-.