ECLI:NL:RBARN:2008:BD0634

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
29 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/500390-08
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensenhandel en mishandeling met gevangenisstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 29 april 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel en mishandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een periode van enkele maanden een kwetsbare jonge vrouw, met wie hij een relatie had, in een positie heeft gebracht waarin zij sterk van hem afhankelijk was. De verdachte heeft misbruik gemaakt van haar geestelijke weerbaarheid en haar ertoe gebracht zich te prostitueren, waarbij hij financieel voordeel heeft genoten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de vrouw meermalen heeft mishandeld, wat heeft geleid tot ernstige psychische schade bij het slachtoffer. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de feiten ernstig zijn, waarbij de verdachte de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer heeft geschonden. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele andere tenlastegelegde feiten, maar heeft de overige feiten bewezen verklaard. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 10, 27, 45, 57, 273f, 300 en 302 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Promis II
Parketnummer : 05/500390-08
Datum zitting : 16 april 2008
Datum uitspraak : 29 april 2008
Tegenspraak
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen:
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats].
thans gedetineerd in PI Arnhem - De Berg, Arnhem Noord, Wilhelminastraat 16
Arnhem.
Raadsman : mr. S.A.S. Jansen, advocaat te Utrecht.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 januari 2008 tot en met 05 januari 2008 te Nijmegen, in elk geval in de gemeente Nijmegen en/of elders in Nederland, althans in Nederland, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om (telkens) opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, (telkens) opzettelijk die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (met kracht) tegen het hoofd en/of het lichaam en/of een of meer (andere) lichaamsdelen heeft geslagen en/of gestompt en/of die [slachtoffer] (met kracht) heeft vastgepakt en/of vastgegrepen en/of die [slachtoffer] een aantal kopstoten tegen het hoofd en/of lichaam heeft gegeven en/of (vervolgens) die [slachtoffer] bij de haren heeft vastgegrepen en/of meegesleurd en/of op die [slachtoffer] is gaan zitten en/of (vervolgens) die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (met kracht) de keel heeft dicht gedrukt met zijn, verdachtes, handen en/of (vervolgens) de keel van die [slachtoffer] heeft dichtgedrukt gehouden en/of (daarbij) die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal heeft toegeschreeuwd/toegevoegd dat hij haar dood ging maken en/of "Ik maak je dood" of woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of die [slachtoffer] (daarvoor en/of daarbij en/of daarna) heeft opgedragen een afscheidsbrief aan haar moeder te schrijven, in elk geval een afscheidsbrief te schrijven terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 januari 2008 tot en met 05 januari 2008 te Nijmegen, in elk geval in de gemeente Nijmegen en/of elders in Nederland, althans in Nederland ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om aan [slachtoffer] (telkens) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, (telkens) opzettelijk die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (met kracht) tegen het hoofd en/of het lichaam en/of een of meer (andere) lichaamsdelen heeft geslagen en/of gestompt en/of die [slachtoffer] (met kracht) heeft vastgepakt en/of vastgegrepen en/of die [slachtoffer] een aantal kopstoten tegen het hoofd en/of het lichaam en/of (vervolgens) die [slachtoffer] bij de haren heeft vastgegrepen en/of meegesleurd en/of op die [slachtoffer] is gaan zitten en/of (vervolgens) die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (met kracht) de keel heeft dicht gedrukt met zijn, verdachtes, handen en/of (vervolgens) de keel van die [slachtoffer] heeft dichtgedrukt gehouden en/of (daarbij) die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal heeft toegeschreeuwd/toegevoegd dat hij haar dood ging maken en/of "Ik maak je dood" of woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of die [slachtoffer] (daarvoor en/of daarbij en/of daarna) heeft opgedragen een afscheidsbrief aan haar moeder te schrijven, in elk geval een afscheidsbrief te schrijven, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 4 januari 2008 tot en met 05 januari 2008 te Nijmegen, in elk geval in de gemeente Nijmegen en/of elders in Nederland, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), meermalen, althans eenmaal (met kracht) heeft vast gepakt en/of aan de haren heeft vastgepakt en/of getrokken en/of (aan de haren) heeft meegesleurd en/of meermalen, althans eenmaal tegen het hoofd en/of het lichaam en/of een of meer (andere) lichaamsdelen heeft geslagen en/of gestompt en/of een aantal kopstoten heeft gegeven en/of meermalen, althans eenmaal (met kracht) bij de keel heeft vastgegrepen en/of (vervolgens) die keel heeft dicht gedrukt en/of (vervolgens) heeft dichtgedrukt gehouden, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand april 2007 tot en met de maand augustus 2007 te Amsterdam, in elk geval in de gemeente Amsterdam en/of Nijmegen en/of elders in Nederland, een ander, genaamd [slachtoffer], met één van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273a Wetboek van Strafrecht genoemde middelen heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten
dan wel
onder één of meer van de onder lid 1, sub 1° van voornoemd artikel genoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, immers
-heeft verdachte die [slachtoffer] gedwongen en/of opgedragen haar (gewone) baan op te zeggen omdat hij, als zij, [slachtoffer], dat niet deed, hij, verdachte de relatie met die [slachtoffer] zou verbreken en/of
-heeft verdachte die [slachtoffer] voorgehouden dat als die [slachtoffer] niet in de prostitutie ging werken en/of voor geld zou zorgen, hij verdachte, de relatie met die [slachtoffer] zou verbreken en/of dat die [slachtoffer] dan niet voldoende van hem, verdachte, hield en/of
-heeft verdachte die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal gedreigd te doden, als zij niet naar hem, verdachte luisterde en/of
-heeft verdachte die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal mishandeld en/of vernederd en/of luid toegeschreeuwd en/of uitgescholden en/of
-heeft verdachte die [slachtoffer] meerdere malen opgedragen/bevolen contacten met vrienden en/of familie en/of kennissen te verbreken en/of
-heeft verdachte misbruik gemaakt van het feit dat die [slachtoffer] geen of weinig vrienden en/of kennissen had en/of geen goede verstandhouding met haar ouders had en/of
-heeft verdachte die [slachtoffer] verteld waar ze een kamer moest huren teneinde haar prostitutiewerkzaamheden te verrichten en/of
-heeft verdachte die [slachtoffer] opgedragen wat zij allemaal diende aan te schaffen teneinde haar prostitutiewerkzaamheden te verrichten en/of verteld wat die [slachtoffer] allemaal wel en/of niet mocht met haar clienten en/of
-heeft verdachte die [slachtoffer] in contact gebracht met een ervaren prostituee die haar "wegwijs" diende te maken en/of over te halen/te motiveren te beginnen en/of door te gaan met haar prostitutiewerkzaamheden en/of
- heeft verdachte die [slachtoffer] (telkens) weggebracht en/of begeleid naar en/of opgehaald van haar prostitutieadres en/of
-verbleef verdachte telkens in de buurt van die [slachtoffer] als die bezig was met haar prostitutiewerkzaamheden teneinde die [slachtoffer] te controleren en/of
-moest die [slachtoffer] al haar verdiensten en/of inkomen aan verdachte afgeven (zodat zij geen of weinig te besteden eigen inkomen had)
door welke feiten die [slachtoffer] (ten opzichte van verdachte ) in een kwetsbare positie is geraakt en/of waardoor voor verdachte ten opzichte van die [slachtoffer] een overwicht is ontstaan, waarvan verdachte misbruik heeft gemaakt;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij op een of meer tijdtippen in of omstreeks de periode van de maand april 2007 tot en met augustus 2007 te Amsterdam, in elk geval in de gemeente Amsterdam en/of in Nijmegen en/of elders in Nederland, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer] met één van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273a Wetboek van Strafrecht genoemde middelen (telkens) heeft gedwongen dan wel bewogen hem/haar verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van [slachtoffer] met of voor een derde, immers
-heeft verdachte die [slachtoffer] gedwongen en/of opgedragen haar (gewone) baan op te zeggen omdat hij, als zij, [slachtoffer], dat niet deed, hij, verdachte de relatie met die [slachtoffer] zou verbreken en/of
-heeft verdachte die [slachtoffer] voorgehouden dat als die [slachtoffer] niet in de prostitutie ging werken en/of voor geld zou zorgen, hij verdachte, de relatie met die [slachtoffer] zou verbreken en/of dat die [slachtoffer] dan niet voldoende van hem, verdachte, hield en/of
-heeft verdachte die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal gedreigd te doden, als zij niet naar hem, verdachte luisterde en/of
-heeft verdachte die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal mishandeld en/of vernederd en/of luid toegeschreeuwd en/of uitgescholden en/of
-heeft verdachte die [slachtoffer] meerdere malen opgedragen/bevolen contacten met vrienden en/of familie en/of kennissen te verbreken en/of
-heeft verdachte misbruik gemaakt van het feit dat die [slachtoffer] geen of weinig vrienden en/of kennissen had en/of geen goede verstandhouding met haar ouders had en/of
-heeft verdachte die [slachtoffer] verteld waar ze een kamer moest huren teneinde haar prostitutiewerkzaamheden te verrichten en/of
-heeft verdachte die [slachtoffer] opgedragen wat zij allemaal diende aan te schaffen teneinde haar prostitutiewerkzaamheden te verrichten en/of verteld wat die [slachtoffer] allemaal wel en/of niet mocht met haar clienten en/of
-heeft verdachte die [slachtoffer] in contact gebracht met een ervaren prostituee die haar "wegwijs" diende te maken en/of over te halen/te motiveren te beginnen en/of (vervolgens) door te gaan met haar prostitutiewerkzaamheden en/of
- heeft verdachte die [slachtoffer] telkens weggebracht en/of begeleid naar en/of opgehaald van haar prostitutieadres en/of
-verbleef verdachte telkens in de buurt van die [slachtoffer] als die bezig was met haar prostitutiewerkzaamheden teneinde die [slachtoffer] te controleren en/of
-moest die [slachtoffer] al haar verdiensten en/of inkomen aan verdachte afgeven (zodat zij geen of weinig te besteden eigen inkomen had)
door welke feiten die [slachtoffer] (ten opzichte van verdachte ) in een kwetsbare positie is geraakt en/of waardoor voor verdachte ten opzichte van die [slachtoffer] een overwicht is ontstaan, waarvan verdachte misbruik heeft gemaakt
en/of verdachte (vervolgens) die [slachtoffer] op die manier (telkens) heeft gedwongen haar inkomsten uit die prostitutie af te staan aan hem, verdachte;
meer subsidiair:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand april 2007 tot en met augustus 2007 te Amsterdam, in elk geval in de gemeente Amsterdam en/of in de gemeente Nijmegen en/of elders in Nederland, (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van een ander, genaamd [slachtoffer], immers moest/heeft die [slachtoffer] alle of een groot gedeelte van haar inkomsten uit prostitutie afgedragen aan verdachte en/of heeft
verdachte die inkomsten ten eige bate benut;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van mei 2007 tot en met januari 2008 te Nijmegen, in elk geval in de gemeente Nijmegen en/of in de gemeente Veenendaal en/of elders in Nederland, althans in Nederland, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, hierin bestaande dat verdachte (telkens) opzettelijk dreigend die [slachtoffer] heeft vast gegrepen en/of (vervolgens) op die [slachtoffer] is gaan zitten en/of (vervolgens) een mes, althans een soortgelijk scherp en/of puntig voorwerp op de keel van die [slachtoffer] heeft gezet en/of die [slachtoffer] op dreigende wijze een mes, althans een soortgelijk scherp en/of puntig voorwerp heeft voorgehouden en/of getoond en/of (daarbij) (telkens) voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Ik maak je dood" en/of "Ik snij je buik open" en/of "Ik snij je keel door, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of in voormelde periode voornoemde [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Ik maak je dood" en/of "Ik vermoord je" althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand mei 2007 tot en met 3 januari 2008 te Nijmegen, in elk geval in de gemeente Nijmegen en/of eders in Nederland, althans in Nederland, (telkens) ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om aan [slachtoffer] (telkens) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, (telkens) opzettelijk die [slachtoffer], meermalen, althans eenmaal (met kracht) tegen het hoofd en/of het lichaam en/of een of meer (andere) lichaamsdelen heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt en/of meermalen, althans eenmaal (met kracht) een aantal kopstoten tegen het hoofd en/of het lichaam heeft gegeven en/of meermalen, althans eenmaal bij de keel heeft gegrepen en/of (vervolgens) die keel heeft dichtgedrukt gehouden en/of meermalen, althans eenmaal (met kracht) aan de haren heeft getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling leidt:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van mei 2007 tot en met 3 januari 2008 te Nijmegen, in elk geval in de gemeente Nijmegen en/of elders in Nederland, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), meermalen, althans eenmaal (met kracht) tegen het hoofd en/of het lichaam en/of een of meer (andere) lichaamsdelen heeft geslagen en/of gestompt en/of meermalen, althans eenmaal (met kracht) een kopstoot tegen het hoofd en/of het lichaam heeft gegeven en/of meermalen, althans eenmaal (met kracht) tegen het lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of (met kracht) heeft vastgepakt en/of vastgegrepen en/of (met kracht) bij de keel heeft vast gegrepen en/of (vervolgens) de keel heeft dicht gedrukt en/of dicht gedrukt gehouden en/of (met kracht) aan de haren heeft getrokken, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 16 april 2008 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. S.A.S. Jansen, advocaat te Utrecht.
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte, met vrijspraak van het onder 3 tenlastegelegde, ter zake van het onder 1 subsidiair, 2 primair en 4 subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie (3) jaren, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Vrijspraak
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair, onder 3 en onder 4 primair is ten laste gelegd en zal verdachte daarvan vrijspreken.
Betrouwbaarheidsverweer
De raadsman heeft betoogd dat de aangiftes van aangeefster niet voor het bewijs gebruikt kunnen worden. Aangeefster is volgens de raadsman niet betrouwbaar in haar verklaringen bij de politie. De raadsman stelt dat de familie van aangeefster druk op haar heeft uitgeoefend om een voor verdachte belastende verklaring af te leggen. Ook de overige belastende verklaringen, die allen herleidbaar zijn tot dezelfde bron –te weten aangeefster- zijn door de onbetrouwbaarheid van de bron niet bruikbaar. Daarbij speelt tevens mee dat de gehoorde getuigen allen een belang hadden om te verklaren zoals ze hebben gedaan: ze wilden aangeefster beschermen.
Beoordeling van het betrouwbaarheidsverweer
Aangeefster komt uit het dossier naar voren als een relatief kwetsbare en gemakkelijk te beïnvloeden jonge vrouw van thans 19 jaar die al gedurende enige tijd een relatie met verdachte heeft en nog steeds zeer verliefd op hem is. Aangeefster wil de relatie onder geen beding beëindigen of beëindigd zien worden. Laatstelijk ter zitting heeft aangeefster verklaard nog steeds erg veel van verdachte te houden en nog steeds te hopen dat verdachte de relatie niet verbreekt. Dit alles wordt niet betwist.
Verdachte is op 5 januari 2008 op heterdaad aangehouden op verdenking van mishandeling van aangeefster en bevindt zich vanaf dat moment in preventieve hechtenis. Tussen 5 januari en 1 februari 2008 heeft verdachte geen rechtstreeks contact met aangeefster kunnen hebben als gevolg van hem opgelegde beperkingen.
Op 5 januari 2008 heeft aangeefster aangifte gedaan tegen de verdachte van de thans ten laste gelegde feiten en start de politie een onderzoek. Politiegegevens die worden opgevraagd uit de politiesystemen –mutaties, informatie uit ´Blue View´- betreffen meldingen van gewelddadig gedrag van verdachte, ook jegens aangeefster. Na de aangifte is aangeefster door de politie nog diverse malen gehoord, heeft een intakegesprek plaatsgevonden en heeft aangeefster bovendien meermalen uit eigen beweging mededelingen aan de politie gedaan omtrent de thans ten laste gelegde feiten. Op 22 januari 2008 heeft ze bij de politie haar laatste voor verdachte belastende verklaring afgelegd. Vanaf de aangifte tot het verhoor door de rechter-commissaris op 19 maart 2008 heeft aangeefster consistent verklaard over de thans ten laste gelegde feiten en de omstandigheden waaronder die zouden zijn gepleegd. Ook in de -afgeluisterde- gesprekken die aangeefster heeft gevoerd in de eerste weken na de aangifte spreekt zij consequent over de ten laste gelegde feiten.
Tegelijkertijd heeft aangeefster steeds, voor het eerst al enkele uren na de aangifte, aan de politie haar ambivalente gevoelens kenbaar gemaakt. Aangeefster, kort gezegd, hield ondanks alles wat er was voorgevallen nog steeds van verdachte en wilde hem niet kwijtraken. Eigenlijk, zo zegt ze, vindt ze het niet zo erg om geslagen te worden. Erger vindt ze het om verdachte kwijt te raken. Deze door aangeefster geuite twijfels zijn door de politie gerelateerd en maken deel uit van het dossier.
Vanaf 1 februari 2008 hebben aangeefster en verdachte weer contact.
Op 12 maart 2008 heeft aangeefster telefonisch te kennen gegeven de aangifte te willen intrekken. Op 19 maart 2008 bij de rechter-commissaris als getuige gehoord, zwakt ze de aangifte af door zichzelf verwijten te maken, ter terechtzitting verklaart ze dat de aangifte grotendeels is gelogen. Datgene wat er nog wel gebeurd zou zijn, is per ongeluk door verdachte veroorzaakt.
Het gegeven dat aangeefster op haar eerdere verklaringen wenst terug te komen en ontlastend is gaan verklaren, maken -in het licht van de hierboven weergegeven omstandigheden- de eerder bij de politie afgelegde verklaringen van aangeefster echter niet onbetrouwbaar. De rechtbank leidt uit bovengenoemde omstandigheden af dat aangeefster verklaringen heeft willen intrekken of afzwakken omdat ze bang was verdachte kwijt te raken maar niet omdat de verklaringen niet waar zouden zijn. De rechtbank verwerpt derhalve het verweer.
Feit 1
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld:
Verdachte heeft een relatie met aangeefster en woonde ten tijde van het tenlastegelegde feit met haar samen in Nijmegen. In de nacht van 4 op 5 januari 2008 werd verdachte door aangeefster met de auto opgehaald uit Veenendaal. Onderweg kregen ze ruzie en verdachte was boos. Hij sloeg tegen de voorruit waardoor er een barst in de voorruit ontstond. Verdachte raakte met zijn hand de mond van aangeefster. In de woning van verdachte en aangeefster in Nijmegen heeft vervolgens een handgemeen tussen hen beiden plaatsgevonden. Daarbij heeft verdachte aangeefster aan de haren getrokken, haar geduwd, haar bij de keel gegrepen en haar een kopstoot gegeven.
Verweer
Verdachte heeft ontkend dat hij aangeefster bewust pijn heeft willen doen, hij heeft haar slechts van zich af willen houden om zo de woning te kunnen verlaten. De rechtbank begrijpt hieruit dat verdachte de opzet betwist.
Beoordeling
Aangeefster heeft verklaard dat verdachte in de auto van Veenendaal naar Nijmegen haar bij haar kaak heeft vastgepakt en met zijn handpalm tegen haar lippen heeft geslagen. Zij voelde pijn op dat moment. Thuis heeft hij haar een kopstoot gegeven, hetgeen verdachte niet ontkent. Het is een feit van algemene bekendheid dat een kopstoot pijn bij het slachtoffer veroorzaakt. Aangeefster verklaart voorts dat hij haar tegen het hoofd (de neus) heeft geslagen. Verdachte bekent dat hij aangeefster bij de keel heeft gepakt. Aangeefster verklaart dat verdachte zo hard kneep ze haast geen lucht meer kreeg, dat hij steeds harder kneep en bleef knijpen en dat ze veel pijn voelde. Bij aangeefster wordt op 7 januari 2008 een rode plek op haar hals waargenomen door haar huisarts. Aangeefster verklaart dat verdachte bovenop haar zat en dat hij schreeuwde dat hij haar zou vermoorden. Verdachte heeft verklaard dat hij aangeefster tevens bij de haren vastgepakt heeft. Aangeefster heeft verklaard dat hij haar vervolgens mee sleurde naar de woonkamer. Aangeefster was bang dat ze dood zou worden gemaakt en schreeuwde om hulp. Buren hebben gehoord dat aangeefster om hulp riep en dat ze riep dat hij haar wilde vermoorden.
De rechtbank acht het een feit van algemene bekendheid dat door het geven van een kopstoot tegen iemands hoofd als ook door het krachtig en langdurig dichtknijpen van de keel een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel bestaat.
Uit deze gedragingen leidt de rechtbank af dat verdachte zich bewust is geweest van die aanmerkelijke kans en die kans ook aanvaardde. De rechtbank verwerpt derhalve het verweer.
Feit 2
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld:
Verdachte heeft een relatie met aangeefster en woonde ten tijde van het ten laste gelegde feit met haar samen in Nijmegen. De relatie tussen verdachte en aangeefster is enige tijd verbroken geweest doch in april 2007 weer hersteld. Aangeefster is kort nadat de relatie was hersteld gestopt met werken en had vanaf dat moment geen inkomsten. Verdachte is toen met aangeefster naar Amsterdam gegaan en aangeefster is via verdachte in contact gekomen met een ervaren prostituee. Deze vrouw heeft aangeefster wegwijs gemaakt. Verdachte wilde niet dat ze tijdens het werk als prostituee met andere mannen ging zoenen.
Aangeefster en verdachte gaan samen werkkleding voor aangeefster kopen die geschikt is voor prostitutie. Ook glijmiddel, een keukenrol, condooms en handdoeken worden gezamenlijk gekocht, bij een sexshop op de Wallen in Amsterdam. Aangeefster huurt een kamer op Wallen. In de periode van juni tot augustus 2007 heeft aangeefster een aantal malen als prostituee in Amsterdam gewerkt. Verdachte ging dan met haar mee naar Amsterdam en bleef tijdens haar werk in de buurt. Het aldus verdiende geld stond ook ter beschikking van verdachte.
Verweer
Verdachte heeft ontkend de overige in het onder 2 ten laste gelegde genoemde feitelijkheden te hebben gepleegd en ontkent voorts dat hij aangeefster heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot de prostitutie.
Beoordeling
Aangeefster heeft verdachte leren kennen in de winter van 2005 en kreeg een relatie met hem. Aangeefster had al een lange tijd geen goede verstandhouding met haar ouders. Nadat de relatie was verbroken kreeg aangeefster in maart 2007 weer contact met verdachte en was ze meteen weer verliefd op hem. Het contact van anderen met aangeefster verliep echter steeds moeizamer. Verdachte wilde niet dat aangeefster te veel sociale contacten had en controleerde en beperkte haar in haar contacten. Hij heeft een vriendin van aangeefster, [betrokkene 1], gezegd dat hij er alles aan zou doen om haar uit de buurt van aangeefster te houden en dat hij ervoor zou zorgen dat alle banden tussen aangeefster en haar familie en vrienden zouden worden verbroken.
Hij wilde dat zij stopte met werken en toen er vervolgens geldproblemen ontstonden, kwam hij met het idee van prostitutie. Hij vroeg of aangeefster het eens wilde proberen en praatte op haar in. Hij zei dat als zij het niet zou doen, hij dan een ander zou zoeken. Verdachte wist een kamerverhuurbedrijf in Amsterdam en wist hoe het allemaal moest. Verdachte had ook uitgelegd hoe ze het werk moest doen en hoeveel ze moesten betalen en welke spullen zij moest aanschaffen voor haar werk . Verdachte bleef tijdens de prostitutiewerkzaamheden van aangeefster in haar buurt en controleerde of ze het wel volgens afspraak deed. Aangeefster moest haar verdiensten aan verdachte afgeven, hij kwam dat steeds tussendoor ophalen. Aangeefster kreeg ook wel eens een klap als ze niet luisterde of hem negeerde
De begeleidster van aangeefster, [betrokkene 2], die werkzaam is bij een begeleid kamer wonen project, heeft verklaard dat aangeefster erg verliefd was op verdachte. In een vorige relatie met een andere jongen was zij het belangrijkste, maar in de relatie met verdachte cijferde zij zich helemaal weg. Het contact met aangeefster verliep sinds die tijd steeds moeizamer. Aangeefsters zus, [betrokkene 3] en haar vriend [betrokkene 4], hebben verklaard dat aangeefster niet vrijuit kon praten aan de telefoon omdat verdachte er dan vlak bij zat en bovendien dat zij één maal hebben gehoord dat aangeefster werd opgedragen de telefoon neer te leggen. Aangeefster heeft tegen haar vriendin [betrokkene 1] verteld dat verdachte aangeefster sloeg en aan de haren trok in de periode vóórdat zij aangifte deed bij de politie in Veenendaal.
Deze gedragingen van verdachte alsmede de hierboven genoemde sociale omstandigheden en emotionele afhankelijkheid (verliefdheid) van aangeefster ten opzichte van verdachte zijn feitelijkheden zoals omschreven in de tenlastelegging. Door deze feitelijkheden heeft aangeefster zich door verdachte laten bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid als prostituee.
Aangeefster heeft ter zitting van de rechtbank verklaard dat het haar eigen, vrije keuze was om in de prostitutie te gaan werken. Hieraan hecht de rechtbank echter geen geloof. Naar het oordeel van de rechtbank stond aangeefster door voormelde feitelijkheden onder sterke druk van verdachte om dat te doen. Dat wordt bevestigd doordat zij tegen enkele vrienden en familieleden heeft verklaard door verdachte te zijn gedwongen dat werk te doen.
De rechtbank verwerpt derhalve het verweer van verdachte.
Feit 4
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld:
In augustus 2007 hebben verdachte en aangeefster in Veenendaal gewoond, in de woning van een broer van verdachte. Daarna zijn zij in Nijmegen gaan wonen aan het [adres]. In die periode heeft verdachte aangeefster een keer een tik tegen haar kaak gegeven, waarna haar kaak gekneusd bleek.
Verweer
Verdachte ontkent dat hij haar heeft geschopt of getrapt en haar heeft vastgepakt of vastgegrepen. Ook ontkent verdachte dat hij haar bij de keel heeft gegrepen en met kracht aan haar haren heeft getrokken.
Beoordeling
Aangeefster heeft verklaard dat ze in de tijd dat ze in Veenendaal woonden meerdere malen klappen van verdachte kreeg. Aangeefster vertelde aan verdachte dat zij de pil niet goed had geslikt waarop verdachte helemaal gek werd. Hij pakte haar bij de haren en sleurde haar mee naar de woonkamer. Hij gooide haar op het bed en ging bovenop haar zitten waardoor zij zich niet kon verweren. Verdachte sloeg op haar in met zijn vuisten. Zij voelde pijn. Een vriendin van aangeefster ziet dat aangeefster blauwe plekken op haar knieën en kale plekken op haar hoofd had in de periode dat aangeefster in Veenendaal woonde. Aangeefster had de vriendin verteld dat verdachte dat had gedaan door haar aan haar haren over de grond te trekken. Aangeefster heeft hiervan aangifte gedaan bij de politie in Veenendaal, maar die later weer ingetrokken omdat zij van hem hield. Vanaf november 2007 begon verdachte haar weer te mishandelen. Hij sloeg haar, schopte haar en sleurde haar aan de haren.
De rechtbank verwerpt hiermee het verweer van verdachte, nu bovenstaande op grond van de gebezigde bewijsmiddelen is komen vast te staan.
Bewezenverklaring
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair, 2 primair en 4 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 4 januari 2008 tot en met 05 januari 2008 te Nijmegen, en elders in Nederland, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om aan [slachtoffer] telkens opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, telkens opzettelijk die [slachtoffer] (met kracht) tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en die [slachtoffer] (met kracht) heeft vastgepakt en vastgegrepen en die [slachtoffer] een kopstoot tegen het hoofd heeft gegeven en vervolgens die [slachtoffer] bij de haren heeft vastgegrepen en meegesleurd en op die [slachtoffer] is gaan zitten en vervolgens die [slachtoffer] meermalen, met kracht de keel heeft dicht gedrukt met zijn, verdachtes, handen en vervolgens de keel van die [slachtoffer] heeft dichtgedrukt gehouden en daarbij die [slachtoffer] heeft toegeschreeuwd/toegevoegd dat hij haar dood ging maken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op de periode van de maand april 2007 tot en met de maand augustus 2007 te Amsterdam en/of Nijmegen en/of elders in Nederland, een ander, genaamd [slachtoffer], met één van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht genoemde middelen heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, immers
-heeft verdachte die [slachtoffer] opgedragen haar baan op te zeggen en
-heeft verdachte die [slachtoffer] voorgehouden dat als die [slachtoffer] niet in de prostitutie ging werken en voor geld zou zorgen, hij verdachte, de relatie met die [slachtoffer] zou verbreken en
-heeft verdachte die [slachtoffer] mishandeld en luid toegeschreeuwd en uitgescholden en
-heeft verdachte misbruik gemaakt van het feit dat die [slachtoffer] geen of weinig vrienden en/of kennissen had en/of geen goede verstandhouding met haar ouders had en
-heeft verdachte die [slachtoffer] verteld waar ze een kamer moest huren teneinde haar prostitutiewerkzaamheden te verrichten en
-heeft verdachte die [slachtoffer] opgedragen wat zij allemaal diende aan te schaffen teneinde haar prostitutiewerkzaamheden te verrichten en verteld wat die [slachtoffer] allemaal wel en/of niet mocht met haar clienten en
-heeft verdachte die [slachtoffer] in contact gebracht met een ervaren prostituee
- heeft verdachte die [slachtoffer] weggebracht en begeleid naar en/of opgehaald van haar prostitutieadres en
-verbleef verdachte telkens in de buurt van die [slachtoffer] als die bezig was met haar prostitutiewerkzaamheden teneinde die [slachtoffer] te controleren en
-moest die [slachtoffer] al haar verdiensten aan verdachte afgeven (zodat zij geen of weinig te besteden eigen inkomen had)
door welke feiten die [slachtoffer] ten opzichte van verdachte in een kwetsbare positie is geraakt en waardoor voor verdachte ten opzichte van die [slachtoffer] een overwicht is ontstaan, waarvan verdachte misbruik heeft gemaakt;
4.
hij op tijdstippen in de periode van mei 2007 tot en met 3 januari 2008 te Nijmegen, en elders in Nederland, telkens opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), (met kracht) tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en (met kracht) tegen het lichaam heeft geschopt en/of getrapt en (met kracht) heeft vastgepakt en/of vastgegrepen en (met kracht) bij de keel heeft vast gegrepen en (met kracht) aan de haren heeft getrokken, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4a. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 subsidiair:
poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd;
feit 2 primair:
mensenhandel;
feit 4 subsidiair:
mishandeling, meermalen gepleegd
4b. De strafbaarheid van de feiten
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
• de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 2 april 2008; en
• een voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland, gedateerd 14 april 2008, betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft gedurende een periode van enkele maanden zich schuldig gemaakt aan mensenhandel. Hij heeft een kwetsbare jonge vrouw met wie hij een relatie had en van wie hij wist dat ze verliefd op hem was en bang was dat verdachte de relatie zou verbreken, in een positie gebracht waarin zij sterk van hem afhankelijk was. Afhankelijk in sociale, emotionele en financiële zin. Verdachte heeft vervolgens, misbruik makend van haar geringe geestelijke weerbaarheid en van de gevoelens van verliefdheid voor hem, haar ertoe gebracht zich te prostitueren. Verdachte heeft hier financieel voordeel van genoten. Het slachtoffer heeft tengevolge van dit misbruik psychische schade opgelopen.
Hij heeft het slachtoffer bovendien meermalen mishandeld, ook zodanig dat zij daardoor zwaar lichamelijk letsel had kunnen oplopen en haar daarmee veel pijn en angst bezorgd. Het slachtoffer heeft verklaard dat ze het gegeven dat verdachte, de man van wie ze houdt, degene is die haar mishandeld heeft erger vindt dan de pijn en de angst.
De rechtbank vindt dit ernstige feiten, waarbij verdachte de lichamelijke en geestelijke integriteit en de persoonlijke vrijheid van aangeefster ernstig heeft geschonden, met name bezien in het licht van de intrekking van verklaringen van aangeefster met de bedoeling verdachte niet kwijt te raken.
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat een gevangenisstraf passend en geboden is. Gelet op de strafmaat in vergelijkbare zaken, komt de rechtbank tot een lagere gevangenisstraf dan de officier van justitie heeft geëist.
De rechtbank ziet in het feit dat verdachte mogelijk een relatie met het slachtoffer zal houden bovendien aanleiding om een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen teneinde verdachte er in de toekomst van te weerhouden soortgelijke feiten te plegen.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 45, 57, 273f, 300 en 302 van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van de onder 1 primair, 3 en 4 primair tenlastegelegde feiten.
Verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
Een gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 6 (zes) maanden niet tenuitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door:
mr. F.J.H. Hovens, rechter, als voorzitter
mr. E.G. Smedema, vicepresident
mr. M.A.E. Somsen, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. H.G. Eskes, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 april 2008.