ECLI:NL:RBARN:2008:BD1568
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Deskundigenonderzoek naar de echtheid van de handtekening op de verklaring van finale kwijting in faillissementszaak Neerlandia Uitzendbureaus B.V.
In deze zaak heeft de rechtbank Arnhem op 16 april 2008 een vonnis gewezen in een civiele procedure tussen de curator van de failliete vennootschap Neerlandia Uitzendbureaus B.V. en de besloten vennootschap De Overkant. De curator, mr. [eiser], heeft verzocht om een deskundige te benoemen om vast te stellen of de handtekening op de verklaring van finale kwijting afkomstig is van de heer [X]. De rechtbank heeft vastgesteld dat er twijfels bestaan over de authenticiteit van de handtekening, vooral omdat de heer [X] heeft verklaard dat hij niets met de zaken van Neerlandia te maken heeft en dat hij de verklaring niet heeft ondertekend. De Overkant heeft betoogd dat de handtekening wel degelijk van [X] afkomstig kan zijn en dat het deskundigenonderzoek noodzakelijk is om de waarheid te achterhalen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling overwogen dat de inschrijving van [X] als gevolmachtigd directeur van Neerlandia in het Handelsregister op het moment van de betaling op 5 april 2007 geldig was. Dit betekent dat De Overkant er op mocht vertrouwen dat [X] bevoegd was om de betaling te incasseren. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat, indien de handtekening op de verklaring van finale kwijting overeenkomt met die op andere documenten, dit dwingend bewijs kan opleveren van de ontvangst van de betaling door [X].
De rechtbank heeft de deskundige [Z] benoemd om het onderzoek uit te voeren en heeft bepaald dat De Overkant een voorschot van € 1.100,- moet deponeren voor de kosten van de deskundige. De rechtbank heeft verder aangegeven dat de deskundige de partijen in de gelegenheid moet stellen om opmerkingen te maken en verzoeken te doen tijdens het onderzoek. De zaak is vervolgens verwezen naar de rolzitting van 20 augustus 2008 voor verdere behandeling na het deskundigenbericht.