ECLI:NL:RBARN:2008:BD2510
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A. Huidekoper
- Rechtspraak.nl
Opheffing van bewind wegens frustratie door rechthebbende
In deze beschikking van de Rechtbank Arnhem, uitgesproken op 15 mei 2008, heeft de kantonrechter mr. P.A. Huidekoper geoordeeld over een verzoek tot opheffing van het bewind van een meerderjarige. De Gelderse Stichting tot Beheer en Bewindvoering ter Bescherming van Meerderjarigen had verzocht om haar ontheffing als bewindvoerder over de goederen van de rechthebbende, geboren in 1989. De rechthebbende had zich gedurende het bewind niet coöperatief opgesteld en had zijn medewerking aan het bewind geweigerd. Tijdens een intakegesprek in februari 2008 bleek dat zijn gedrag, gekenmerkt door verbale agressie en een fysiek dreigende houding, het onmogelijk maakte om op een normale manier met hem te communiceren. De Stichting voelde zich genoodzaakt om haar medewerkers te beschermen tegen dit gedrag, wat leidde tot de conclusie dat een verantwoord beheer van het vermogen niet mogelijk was.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de rechthebbende niet heeft gereageerd op het verzoek van de Stichting en ook niet is verschenen op de zitting van 15 mei 2008. Gezien de omstandigheden en de houding van de rechthebbende, heeft de kantonrechter geoordeeld dat het verzoek tot opheffing van het bewind kan worden toegewezen. De kantonrechter heeft daarbij het actus contrarius beginsel en artikel 1:431, eerste lid, BW in overweging genomen, wat de grondslag vormt voor de opheffing van het bewind. De beschikking verklaart de opheffing van het bewind met ingang van 1 juli 2008 en is uitvoerbaar bij voorraad. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld door de verzoeker of andere belanghebbenden.
De beschikking benadrukt dat de mogelijkheid voor de rechthebbende om het bewind te frustreren door het aangaan van financiële verplichtingen, in combinatie met zijn gedrag, de basis voor een vruchtbaar bewind ondermijnt. De kantonrechter concludeert dat onder deze omstandigheden het bewind opgeheven dient te worden, omdat het doel van de beschermingsmaatregel niet meer bereikbaar is.