ECLI:NL:RBARN:2008:BD5278
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wraking van alle rechters in Nederland; verzoeker niet ontvankelijk
In deze zaak heeft verzoeker, wonende te Bodegraven, een wrakingsverzoek ingediend tegen alle rechters in Nederland. Hij stelt dat de wetten na mei 1989 niet rechtsgeldig zijn en dat rechters en officieren van justitie de wet niet kennen. De rechtbank Arnhem overweegt dat een wrakingsverzoek ontvankelijk moet zijn en gericht moet zijn tegen de specifieke rechter die de zaak behandelt. Verzoeker heeft echter niet aangegeven wie deze rechter is, en kan dit ook niet, omdat hij niet op de hoogte was van de behandelend rechter op het moment van indienen van zijn verzoek. Hierdoor voldoet hij niet aan de wettelijke vereisten voor een wrakingsverzoek.
De rechtbank concludeert dat verzoeker met zijn verzoeken slechts beoogt te voorkomen dat zijn zaak wordt behandeld, wat wijst op misbruik van het recht om te wraken. Dit is niet de eerste keer dat verzoeker een wrakingsverzoek indient zonder dat dit gericht is tegen de behandelend rechter. De rechtbank heeft eerder op 18 april 2008 al een verzoek van verzoeker afgewezen en hem niet ontvankelijk verklaard.
De rechtbank besluit dat verzoeker niet ontvankelijk is in zijn wrakingsverzoek en dat een volgend wrakingsverzoek van hem in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen. De beschikking is gegeven door de rechters J.D.A. den Tonkelaar, P.J. Wiegman en E.A.A.M. Pfeil en is openbaar uitgesproken op 16 juni 2008.