ECLI:NL:RBARN:2008:BD9886
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over de ruimte onder de Oost-tribune van het Gelredome stadion
In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen B.V. Exploitatiemaatschappij Gelredome en de gemeente Arnhem over de vraag of de ruimte onder de Oost-tribune van het Gelredome stadion tot het gehuurde behoort. Gelredome, de huurder, stelt dat deze ruimte deel uitmaakt van het gehuurde op basis van een raamovereenkomst en een bijbehorende tekening. De gemeente Arnhem betwist dit en stelt dat de ruimte niet onder het gehuurde valt, wat betekent dat Gelredome geen toestemming kan krijgen om deze ruimte te bebouwen of onder te verhuren.
De kantonrechter oordeelt dat de argumenten van beide partijen niet voldoende zijn om tot een definitieve conclusie te komen. De rechter wijst erop dat de tekening die Gelredome aanhaalt niet duidelijk genoeg is om te concluderen dat de ruimte onder de Oost-tribune tot het gehuurde behoort. Bovendien is de infrastructuur onder de tribune niet eenduidig te interpreteren. De rechter concludeert dat Gelredome het bewijs moet leveren dat de ruimte onder de Oost-tribune tot het gehuurde behoort. De zaak wordt aangehouden voor bewijslevering door Gelredome, die zich op een rolzitting kan uitlaten over hoe zij dit bewijs wil leveren.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken en documentatie in huurcontracten, vooral wanneer het gaat om onroerend goed en de bijbehorende rechten en plichten. De beslissing van de kantonrechter is een tussenuitspraak, waarbij de verdere procedure afhankelijk is van de bewijsvoering door Gelredome.