ECLI:NL:RBARN:2008:BE9190
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D. van Driel van Wageningen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing incidentele vordering tot voeging van hoofdzaak en vrijwaringszaak
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Arnhem, is op 20 augustus 2008 een vonnis gewezen in een incident. De zaak betreft een incidentele vordering tot voeging van een hoofdzaak en een vrijwaringszaak, die door de rechtbank werd afgewezen. De eisers in de hoofdzaak, die niet betrokken waren bij de vrijwaring, stelden dat hun zwaarwegende belang bij een mogelijke afzonderlijke beslissing in de hoofdzaak niet kon wijken voor het belang van de eiser in de vrijwaring. De rechtbank oordeelde dat de samenvoeging van beide procedures op basis van artikel 222 Rv. zou betekenen dat een afzonderlijke afdoening van de hoofdzaak in beginsel niet mogelijk zou zijn. Dit zou in strijd zijn met de belangen van de eisers in de hoofdzaak, die geen partij waren in de vrijwaring. De rechtbank concludeerde dat de vordering van de gedaagde in het incident, die de voeging vroeg, niet kon worden toegewezen. De gedaagde in de hoofdzaak, die ook eiser in het incident was, werd veroordeeld in de kosten van het incident. De zaak werd vervolgens verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord in de hoofdzaak, met de aantekening dat er geen verder uitstel zou worden verleend. Het vonnis werd uitgesproken door mr. D. van Driel van Wageningen en is openbaar gemaakt op 20 augustus 2008.