ECLI:NL:RBARN:2008:BG9652
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Executie van appartementsrecht door VVE en de rechtsgeldigheid daarvan
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 24 december 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen ABN AMRO BANK N.V. (hierna: de Bank) en de Vereniging van Eigenaren (VVE) van een appartementsrecht. De Bank had een hypotheekrecht op het appartementsrecht dat door de eigenaren was verstrekt. De VVE had het appartementsrecht executoriaal verkocht na een achterstand in de betaling van de bijdragen door de eigenaren. De Bank vorderde schadevergoeding van de VVE, stellende dat de VVE onrechtmatig had gehandeld door het appartementsrecht te verkopen, terwijl zij wist dat de opbrengst niet voldoende zou zijn om haar vordering te voldoen.
De rechtbank oordeelde dat de VVE geen misbruik had gemaakt van haar bevoegdheid om tot executie over te gaan. De VVE had een in kracht van gewijsde gegaan vonnis tegen de eigenaren en was op grond van de wet gerechtigd om haar vordering te verhalen op de koper van het appartementsrecht. De rechtbank concludeerde dat de VVE rechtmatig had gehandeld en dat de Bank niet in haar vordering kon worden ontvangen. De vordering van de Bank werd afgewezen en de Bank werd veroordeeld in de proceskosten van de VVE, die op € 3.298,00 werden begroot.
De uitspraak benadrukt de rechten van VVE's bij executie van appartementsrechten en de voorwaarden waaronder zij tot executie kunnen overgaan. De rechtbank bevestigde dat de VVE, ondanks de lage opbrengst van de executie, niet onrechtmatig had gehandeld, omdat zij haar vordering op de koper kon verhalen en een rechtsgeldige basis had voor de executie.