ECLI:NL:RBARN:2008:BH1211
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I. de Waal-van Wessem
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid en omgangsregeling in internationale context tussen ouders van minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem zich uitgesproken over de bevoegdheid en de omgangsregeling tussen de ouders van een minderjarige, die in Zwitserland verblijft. De rechtbank oordeelt dat zij bevoegd is op basis van artikel 12 van de Verordening Brussel II-bis, omdat de ouders gezamenlijk het gezag over de minderjarige uitoefenen en de vader deze bevoegdheid ondubbelzinnig heeft aanvaard door verzoeken in te dienen bij de rechtbank. De minderjarige, geboren op 22 januari 2005, heeft zowel de Belgische als de Nederlandse nationaliteit en verblijft sinds zijn geboorte in Zwitserland. De rechtbank heeft vastgesteld dat het belang van het kind voorop staat en dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader dient te worden vastgesteld, gezien de positieve ontwikkeling van het kind in de zorg van de vader en zijn grootouders.
De rechtbank heeft ook een omgangsregeling vastgesteld, waarbij de moeder begeleide omgangscontacten met de minderjarige dient te hebben in een omgangshuis in Zwitserland. De rechtbank benadrukt het belang van goede communicatie tussen de ouders en adviseert hen om deskundige hulp in te schakelen om de omgangscontacten op te starten en te begeleiden. De kosten van de omgangsregeling dienen door beide ouders te worden gedeeld. De rechtbank heeft de beslissing genomen in het belang van de minderjarige, waarbij de nadruk ligt op het opbouwen van een relatie tussen de moeder en het kind, ondanks de spanningen tussen de ouders.
De uitspraak is gedaan in het openbaar en de rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De ouders zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep tegen deze beschikking, dat binnen drie maanden na de uitspraak kan worden ingesteld.