ECLI:NL:RBARN:2008:BK7714
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S.W. van Osch-Leysma
- M.J. Eggink
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vastgestelde WOZ-waarde van onroerende zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 1 april 2008 uitspraak gedaan in een geschil over de vastgestelde waarde van een woning aan de [a-straat 1] te [Z]. Eiser, de eigenaar van de woning, had beroep ingesteld tegen de beslissing van de heffingsambtenaar van de gemeente Buren, die de waarde van de woning per waardepeildatum 1 januari 2005 had vastgesteld op € 700.000. Eiser betwistte deze waarde en stelde dat de woning een waarde van € 450.000 diende te hebben. De rechtbank heeft de zaak behandeld in een zitting op 26 februari 2008, waar eiser werd vertegenwoordigd door een gemachtigde en de verweerder door een andere gemachtigde.
De rechtbank oordeelde dat de verweerder met een taxatierapport, opgesteld door taxateur [A], aannemelijk had gemaakt dat de woning op de waardepeildatum een waarde in het economische verkeer had van € 700.000. De rechtbank nam daarbij in aanmerking dat de vergelijkingsobjecten die in het taxatierapport waren genoemd, voldoende vergelijkbaar waren met de woning van eiser, ondanks enkele verschillen in ligging, grootte en onderhoudstoestand. De rechtbank concludeerde dat de aan de woning toegekende waarde niet in een onjuiste verhouding stond tot de verkoopprijzen van de vergelijkingsobjecten.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter S.W. van Osch-Leysma, in aanwezigheid van griffier M.J. Eggink. Eiser werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Arnhem.