ECLI:NL:RBARN:2009:BH1962

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
4 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/511110-08
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. J.H.M. Westenbroek
  • mr. M.A.E. Somsen
  • mr.drs. J.M. Klep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van doodslag met bewezen zware mishandeling en veroordeling tot gevangenisstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 4 februari 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 20-jarige man, die werd beschuldigd van doodslag op zijn broer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden geacht het hem tenlastegelegde feit te hebben gepleegd. Wel is bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan zware mishandeling, wat heeft geleid tot de dood van het slachtoffer. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van doodslag, maar hem wel veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 152 dagen voorwaardelijk. Dit onvoorwaardelijke gedeelte is gelijk aan het voorarrest dat de verdachte heeft ondergaan.

De zaak kwam ter terechtzitting op 21 januari 2009, waar de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. J. Velthoven. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte vrijgesproken zou worden van de doodslag. De rechtbank heeft in haar overwegingen gekeken naar de rol van de verdachte tijdens de vechtpartij die plaatsvond in de nacht van 1 op 2 augustus 2008. Het slachtoffer, de broer van de verdachte, overleed op 2 augustus 2008 als gevolg van de opgelopen verwondingen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte geen aandeel had in de mishandelingen die tot de dood van het slachtoffer hebben geleid, maar dat hij wel betrokken was bij het scheiden van de vechtende partijen.

De benadeelde partij, de moeder van het slachtoffer, heeft een vordering ingediend voor schadevergoeding, maar de rechtbank heeft deze vordering niet-ontvankelijk verklaard, omdat de schade geen verband hield met een bewezen verklaard strafbaar feit. De uitspraak van de rechtbank is gedaan in een meervoudige kamer, waarbij de rechters de zaak zorgvuldig hebben beoordeeld en tot hun beslissing zijn gekomen.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer : 05/511110-08
Datum zitting : 21 januari 2009
Datum uitspraak : 4 februari 2009
Tegenspraak
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen:
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats].
Raadsman : mr. J. Velthoven, advocaat te Tiel.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2008 tot en met 02 augustus 2008 te Culemborg, in elk geval in de gemeente Culemborg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon genaamd [slachtoffer], (telkens) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel ( uitgebreide
verscheuringen van de middelste delen van de lever en/of bloed en/of bloedstolsels in de buikholte en/of meerdere ribbreuken), heeft toegebracht, door (telkens) opzettelijk die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (met kracht) (tevens terwijl die [slachtoffer] op de grond lag) tegen het hoofd en/of het lichaam en/of een of meer (andere) lichaamsdelen te slaan en/of te stompen en/of meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer] ( met kracht) (tevens terwijl die
[slachtoffer] op de grond lag) tegen het hoofd en/of het lichaam en/of een of meer (andere) lichaamsdelen te schoppen en/of te trappen en/of boven op die [slachtoffer] te gaan zitten en/of die [slachtoffer] (met kracht) tegen de grond en/of een hard voorwerp te gooien en/of te duwen en/of die [slachtoffer] (met kracht) bij de keel te grijpen en/of die [slachtoffer] (met kracht) vast te pakken en/of vast te houden, terwijl het feit de dood tengevolge heeft gehad;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2008 tot en met 02 augustus 2008 te Culemborg, in elk geval in de gemeente Culemburg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft mishandeld [slachtoffer], te weten door (telkens) opzettelijk die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (met kracht) (tevens terwijl die [slachtoffer] op de grond lag) tegen diens hoofd en/of lichaam en/of een of meer (andere) lichaamsdelen te slaan en/of te stompen en/of die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (tevens terwijl die [slachtoffer] op de grond lag) (met kracht) tegen diens hoofd en/of het lichaam en/of een of meer (andere) lichaamsdelen te schoppen en/of te trappen en/of boven op die [slachtoffer] te gaan zitten en/of die [slachtoffer] (met kracht) tegen de grond en/of een hard voorwerp te gooien en/of te duwen en/of die [slachtoffer] (met kracht) bij de keel te grijpen en/of te pakken en/of die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (met kracht) vast te pakken en/of te houden, tengevolge waarvan voornoemde persoon werd gewond, terwijl dit feit de dood tengevolge heeft gehad;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 21 januari 2009 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door Mr. J. Velthoven, advocaat te Tiel.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem primair en subsidiair tenlastegelegde feit vrijgesproken zal worden.
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd:
- mevrouw [benadeelde partij], [adres].
De officier van justitie heeft verzocht dat de benadeelde partij, [benadeelde partij], in haar vordering niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
In de avond en nacht van 1 op 2 augustus 2008 is tussen [medeverdachte1] en het slachtoffer, zijn broer [slachtoffer], in een tijdsbestek van enige uren, een aantal keren gevochten. Verdachte en de medeverdachte [medeverdachte2] waren ook bij deze vechtpartijen betrokken. Het slachtoffer is zijn gezicht gestompt, in zijn gezicht en op zijn hoofd geslagen en in zijn buik geschopt . Het slachtoffer is op 2 augustus 2008 omstreeks 04:08 uur overleden.
Uit het sectierapport d.d. 7 november 2008 van de patholoog B. Kubat van het NFI blijkt dat de lever van het slachtoffer door de inwerking van uitwendig, mechanisch, stomp, botsend geweld, zoals kan optreden bijvoorbeeld ten gevolge van geslagen of geschopt worden”, op meerdere plaatsen is gescheurd. Als gevolg van de scheuringen is een inwendige bloeding ontstaan, waaraan het slachtoffer uiteindelijk is overleden.
De deskundige concludeert dat het overlijden van het slachtoffer zonder meer wordt verklaard door (inwendige) verbloeding opgetreden ten gevolge van een uitgebreide traumatische beschadiging van de lever .
De rol van verdachte
Het dossier bevat geen enkele aanwijzing dat verdachte enig aandeel heeft gehad in de mishandelingen van het slachtoffer. Niet alleen uit zijn eigen verklaringen, maar ook uit die van de medeverdachten [medeverdachte1] en [medeverdachte2] blijkt dat verdachte bij herhaling uitsluitend heeft getracht de vechtende broers te scheiden en in dat kader het slachtoffer heeft vastgepakt, zonder hem te mishandelen. Ook toen hij zelf het doelwit werd van de agressie van het slachtoffer, heeft verdachte zich van ieder vorm van mishandeling van het slachtoffer onthouden.
Dit in aanmerking nemende, acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan.
Zij zal verdachte daarvan dan ook vrij spreken.
4. De beoordeling van de civiele vordering
De benadeelde partij heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vordering, strekkende tot vergoeding van geleden schade.
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 4.125,-- als voorlopig geschatte kosten voor derving levensonderhoud als gevolg van het overlijden van haar echtgenoot.
Nu de schade die de benadeelde partij mw. [benadeelde partij] stelt te hebben geleden geen verband houdt met een ten aanzien van verdachte bewezen verklaard strafbaar feit dient de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard.
5. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde feit.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij mevrouw [benadeelde partij], [adres].
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Aldus gewezen door:
mr. J.H.M. Westenbroek, als voorzitter,
mr. M.A.E. Somsen, rechter,
mr.drs. J.M. Klep, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. T. Demirci, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 februari 2009.