zaak- en rolnummers:
145505 / HA ZA 06-1648, 145639 / HA ZA 06-1667, 165865 / HA ZA 08-162
in de zaak met zaak-/rolnummer 145505 / HA ZA 06-1648 van
[eisers],
beiden wonende te [woonplaats],
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. A.T. Bolt,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RECREATIEPARK NOORDWIJKSE DUINEN B.V.,
gevestigd te Lunteren,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CONTINENTAL REKREATIE B.V.,
gevestigd te Harskamp,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. E.H.M. Harbers te Arnhem,
en in de zaak met zaak-/rolnummer 145639 / HA ZA 06-1667 van
[eisers],
beiden wonende te [woonplaats]
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. A.T. Bolt te Arnhem,
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RECREATIEPARK NOORDWIJKSE DUINEN B.V.,
gevestigd te Lunteren,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CONTINENTAL REKREATIE B.V.,
gevestigd te Harskamp,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. E.H.M. Harbers te Arnhem,
en in de zaak met zaak-/rolnummer 165865 / HA ZA 08-162 van
[eisers],
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. A.T. Bolt te Arnhem,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RECREATIEPARK NOORDWIJKSE DUINEN B.V.,
gevestigd te Lunteren,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CONTINENTAL REKREATIE B.V.,
gevestigd te Harskamp,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. E.H.M. Harbers te Arnhem.
De eisende partijen in conventie (verweerders in reconventie) zullen gezamenlijk ook de kopers worden genoemd en de gedaagde partijen in conventie (eiseressen in reconventie) zullen Noordwijkse Duinen en Continental worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de drie tussenvonnissen van 9 juli 2008
- het proces-verbaal van comparitie van 13 november 2008
- de drie akten uitlating tevens eiswijziging van de kopers van 10 december 2008
- de akte in de zaak met rolnummer 06-1648 van 14 januari 2009 ter vervanging van de in die zaak genomen akte van 10 december 2008
- de drie antwoordakten van Noordwijkse Duinen en Continental van 14 januari 2009
- de drie akten uitlating nieuwe producties van de kopers van 28 januari 2009.
1.2. Ten slotte is opnieuw vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Hieronder worden de feiten weergegeven die betrekking hebben op tien kopende partijen (zeventien personen) in drie procedures, die op de rol zijn gevoegd en die gezamenlijk zullen worden afgedaan. Feiten die betrekking hebben op kopers die worden aangeduid met hun naam of door verwijzing naar het rolnummer van de procedure waarin zij partij zijn, gelden alleen als vaststaand in de procedure waarbij die kopers partij zijn.
2.2. Continental heeft aan de kopers ‘mobiele bungalows’ van het merk ‘Continental’ en het type ‘Zeearend’ verkocht en geleverd. Noordwijkse Duinen heeft de kopers percelen grond op het recreatiepark Noordwijkse Duinen te Noordwijk in erfpacht uitgegeven tot 1 juli 2079. In de overeenkomsten tot uitgifte in erfpacht staat onder meer:
a. Deze overeenkomst is onlosmakelijk verbonden aan de separate overeenkomst welke de Erfpachter heeft gesloten aangaande de aanschaf van een recreatie-eenheid.
(…)
2.3. Hieronder volgen de gegevens van deze transacties per koper, chronologisch op datum van verkoop. Daarbij worden de notariële akten en afrekeningen voor zover die door de kopers in het geding zijn gebracht als uitgangspunt genomen, in voorkomende gevallen in afwijking van kennelijke verschrijvingen in de dagvaarding.
2.3.1. [eiser sub 6 derde zaak] heeft op 8 juli 2004 voor € 75.100,- een Zeearend gekocht. De overeenkomst tot uitgifte in erfpacht met opstalrecht aan haar van kavel 165 is van dezelfde datum. De afkoopprijs voor de canon bedroeg € 55.000,-. De erfpachtakte is verleden op 3 september 2004. De afrekening van de notaris van die datum vermeldt een totaal verschuldigd bedrag van € 140.608,40.
2.3.2. [eiser sub 11 derde zaak] en [eiser sub 12 derde zaak] hebben op 20 juli 2004 voor € 76.500,- een Zeearend gekocht. De overeenkomst tot uitgifte in erfpacht met opstalrecht aan hen van kavel 195 is van dezelfde datum. De afkoopprijs voor de canon bedroeg volgens de notariële akte € 55.000,-. De erfpachtakte is verleden op 17 september 2004. De afrekening van de notaris van die datum is bij dagvaarding aangekondigd als productie 17d, maar ontbreekt bij de stukken.
2.3.3. [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak] hebben op 1 augustus 2004 voor € 76.000,- een Zeearend gekocht. De overeenkomst tot uitgifte in erfpacht met opstalrecht aan hen van kavel 166 is van dezelfde datum. De afkoopprijs voor de canon bedroeg € 55.000,-. De erfpachtakte is verleden op 27 september 2004. De afrekening van de notaris van die datum is bij dagvaarding aangekondigd als productie 2, maar ontbreekt bij de stukken.
2.3.4. [eiser sub 3 derde zaak] heeft op 3 augustus 2004 voor € 72.900,- een Zeearend gekocht. De overeenkomst tot uitgifte in erfpacht met opstalrecht aan hem van kavel 180 is van dezelfde datum. De afkoopprijs voor de canon bedroeg volgens de overeenkomst, de notariële akte en de afrekening van de notaris € 55.000,-. De erfpachtakte is verleden op 7 oktober 2004. De afrekening van de notaris van die datum vermeldt een totaal verschuldigd bedrag van € 129.318,50.
2.3.5. [eiser sub 1 derde zaak] en [eiser sub 2 derde zaak] hebben op 3 september 2004 voor € 78.750,- een Zeearend gekocht. De overeenkomst tot uitgifte in erfpacht met opstalrecht aan hen van kavel 154 is van dezelfde datum. De afkoopprijs voor de canon bedroeg € 56.500. De erfpachtakte is verleden op 12 oktober 2004. De afrekening van de notaris van die datum vermeldt een totaal verschuldigd bedrag van € 137.362,36
2.3.6. [eiser sub 4 derde zaak] en [eiser sub 5 derde zaak] hebben op 30 september 2004 voor € 80.400,- een Zeearend gekocht. De overeenkomst tot uitgifte in erfpacht met opstalrecht aan hen van kavel 155 is van dezelfde datum. De afkoopprijs voor de canon bedroeg € 55.000,-. De erfpachtakte is verleden op 9 november 2004. De afrekening van de notaris van die datum vermeldt een totaal verschuldigd bedrag van € 137.482,05.
2.3.7. [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak] hebben op 30 oktober 2004 voor € 76.300,- een Zeearend gekocht. De overeenkomst tot uitgifte in erfpacht met opstalrecht aan hen van kavel 202 is van dezelfde datum. De afkoopprijs voor de canon bedroeg € 65.000,-. De erfpachtakte is verleden op 3 december 2004. De afrekening van de notaris van die datum vermeldt een totaal verschuldigd bedrag van € 143.365,66.
2.3.8. [eiser sub 13 derde zaak] heeft op 8 november 2004 voor € 66.361,- een Zeearend gekocht. De overeenkomst tot uitgifte in erfpacht met opstalrecht aan hem van kavel 204 is van dezelfde datum. De afkoopprijs voor de canon bedroeg € 65.000,-. De erfpachtakte is verleden op 7 februari 2005. De afrekening van de notaris van die datum vermeldt een totaal verschuldigd bedrag van € 133.519,39.
2.3.9. [eiser sub 7 derde zaak] en [eiser sub 8 derde zaak] hebben op 25 januari 2005 voor € 78.030,- een Zeearend gekocht. De overeenkomst tot uitgifte in erfpacht met opstalrecht aan hen van kavel 147 is van dezelfde datum. De afkoopprijs voor de canon bedroeg € 71.000,-. De erfpachtakte is verleden op 5 april 2005. De afrekening van de notaris van die datum vermeldt een totaal verschuldigd bedrag van € 151.243,42.
2.3.10. [eiser sub 9 derde zaak] en [eiser sub 10 derde zaak] hebben op 12 februari 2005 een Zeearend gekocht. Deze kostte volgens de verkoopbevestiging van februari/maart 2005 en volgens de factuur van 13 april 2005 € 76.830,-. De overeenkomst tot uitgifte in erfpacht met opstalrecht aan hen van kavel 234 is van 18 februari 2005. De afkoopprijs voor de canon bedroeg € 67.500,-. De erfpachtakte is verleden op 21 april 2005. De afrekening van de notaris van die datum vermeldt een totaal verschuldigd bedrag van € 131.730,39. [eiser sub 9 derde zaak] en [eiser sub 10 derde zaak] hebben in totaal € 145.000,- betaald, te weten het op de eindafrekening genoemde bedrag van € 131.730,39 en een aanbetaling van € 13.269,61.
2.4. Bij brief van 11 oktober 2004 heeft de gemeente Noordwijk (verder: de gemeente) Noordwijkse Duinen erop gewezen dat het verboden is om zonder bouwvergunning chalets op het recreatieterrein Noordwijkse Duinen te plaatsen en aangekondigd handhavend te zullen optreden tegen illegale plaatsing van chalets.
2.5. Bij brief van haar advocaat van 18 januari 2005 heeft Noordwijkse Duinen de gemeente onder meer bericht:
(…) Bij brief van 11 oktober 2004 heeft u cliënte laten weten dat u van oordeel bent dat op het recreatiepark zonder bouwvergunning gebouwd is door het plaatsen van chalets met bergingen. Naar aanleiding van de brief van 11 oktober jl. heeft cliënte een zienswijze ingediend. (…)
De door cliënte geplaatste stacaravans worden door u aangemerkt als bouwwerken en zouden niet zijn aan te merken als stacaravans. Cliënte kan met die conclusie niet instemmen. (…)
Cliënte is uitgegaan van de afmetingen, die neergelegd zijn in de aan cliënte in oktober 2004 toegezonden aangepaste concept van de ontwerpbeschikking, zulks in overleg met de heer [betrokkene] van uw gemeente. Hij attendeerde cliënte er weliswaar op dat aan dit concept van de ontwerpbeschikking nog geen rechten ontleend konden worden, maar dat dit de maatvoering van stacaravans zou worden. (…)
Cliënte is reeds vóór aankoop van dit recreatiepark in overleg geweest met de gemeente bij monde van onder andere de wethouders Van Duin en Duindam. Tijdens dit overleg zijn de concrete plannen en wijze van opzet uitgebreid besproken, mede met betrekking tot de door cliënte te plaatsen stacaravans. Nimmer is er van gemeentezijde een reactie geweest waaruit blijkt dat de door cliënte gewenste uitvoering in strijd zou zijn met datgene wat de gemeente voor ogen stond met betrekking tot hun toekomstvisie.
De reactie van de gemeente bevreemdt cliënte eens te meer nu er reeds eenzelfde soort stacaravans bij aankoop op dit terrein stonden. Ook bij andere in deze gemeente gelegen recreatieparken staan nagenoeg soortgelijke stacaravans. (…)
2.6. Bij aangetekende brief van 6 april 2005 heeft de gemeente Noordwijkse Duinen onder meer bericht:
In onze brief van 11 oktober 2004 hebben wij u gewezen op het feit, dat het verboden is om zonder bouwvergunning chalets op uw terrein aan de [adres] te plaatsen en hebben wij aangekondigd handhavend op te zullen treden tegen de illegale plaatsing van de chalets.
Op 19 januari j.l. hebben wij van advocatenkantoor C.M.S. Derks Star Busmann een namens u opgestelde schriftelijke zienswijze ontvangen. Deze zienswijze vormt evenwel geen aanleiding om ons standpunt ten aanzien van de bouwvergunningsplicht te wijzigen: de chalets zijn bouwvergunningsplichtige bouwwerken in de zin van artikel 40 van de Woningwet. (…)
De chalets op uw terrein zijn geplaatst zonder de vereiste bouwvergunningen en zijn derhalve illegaal gebouwd, dit ondanks onze herhaalde waarschuwingen en bezwaren tegen uw onrechtmatig handelen. Alle consequenties voortvloeiend uit deze omstandigheid komen geheel voor uw rekening. Wij verlangen in ieder geval van u, dat u met directe ingang stopt met de plaatsing van nieuwe chalets en de verkoop van chalets.
Wij zullen de eigenaren van de op uw terrein geplaatste chalets van de huidige situatie op de hoogte brengen. (…)
2.7. Bij brieven van 18 april 2005 heeft de gemeente aan een aantal kopers bericht:
Volgens onze gegevens bent u sinds kort eigenaar van een chalet op Recreatiepark De Noordwijkse Duinen. Wij achten de volgende informatie van groot belang voor u en verzoeken u dan ook daar terdege kennis van te nemen.
De chalets op het recreatiepark zijn bouwvergunningsplichtige bouwwerken zoals bedoeld in artikel 40 van de Woningwet. Dat houdt in, dat voor het plaatsen en geplaatst houden van deze chalets een bouwvergunning is vereist. Een dergelijke bouwvergunning is tot op heden echter niet door ons verleend, hetgeen betekent dat de chalets illegaal geplaatst zijn.
De eigenaar van het recreatiepark hebben wij hiervan door middel van een brief d.d. 11 oktober 2004 officieel in kennis gesteld.
Zowel het op dit moment geldende bestemmingsplan als het (provinciale) streekplan verzetten zich tegen legalisatie van deze situatie. De kans is dan ook groot dat de chalets uiteindelijk van het terrein verwijderd zullen moeten worden. Wij verzoeken u hier terdege rekening mee te houden. In het kader van een zorgvuldige handhavingsprocedure wordt nog onderzocht of er in de toekomst enig zicht zou kunnen zijn op aanpassing van het bestemmingsplan en het streekplan.
Aangezien de grond in erfpacht is uitgegeven en de heer [betrokkene 2] als eigenaar primair verantwoordelijk is, zullen onze handhavingsacties zich in beginsel richten tot de grondeigenaar.
Het moet echter niet uitgesloten worden geacht, dat ook u op enig tijdstip geconfronteerd zult worden met handhavingsmaatregelen.
Gelet op de verhouding tussen de koper en verkoper kunt u zich voor nadere informatie in eerste instantie het best richten tot de verkoper. Dat neemt niet weg dat u met uw eventuele vragen ook terecht kunt bij onze afdeling Vergunning en Handhaving.
2.8. Bij besluit van 9 juni 2005 heeft de gemeente aan Noordwijkse Duinen een last onder dwangsom opgelegd. De last luidt:
De overtreding van artikel 40 van de Woningwet, inhoudende het zonder benodigde bouwvergunning hebben en houden van chalets van het type Zeearend op het terrein van het Recreatiepark Noordwijkse Duinen aan de [adres] te Noordwijk, moet worden opgeheven door middel van het van het bedoelde terrein verwijderen van alle chalets van het type Zeearend.
Volgens het besluit moet aan de last zijn voldaan op 1 november 2005 en bedraagt de dwangsom € 500.000,- per week met een maximum van € 5.000.000,-.
2.9. Op 9 september 2005 heeft een bijeenkomst plaatsgehad waarbij een aantal kopers, wethouder [wethouder] van de gemeente en de heer [betrokkene 2], directeur en aandeelhouder van de Noordwijkse Duinen, aanwezig waren. In het op papier van de gemeente Noordwijk gestelde verslag van die bijeenkomst, gedateerd 23 september 2005, staat onder meer:
De wethouder geeft te kennen dat hij op verzoek van dhr. [betrokkene 2] gekomen is om de positie van de Gemeente Noordwijk in deze ontwikkeling uit te leggen.
De gemeente Noordwijk heeft op 9 juni 2005 een last onder dwangsom uitgedaan aan Recreatiepark Noordwijkse Duinen BV. Dit is een zwaar sanctiemiddel maar gerechtvaardigd omdat de voorzieningen aangebracht op het park vergunningplichtig zijn en dhr. [betrokkene 2] van te voren bouwvergunning aan had dienen te vragen. Het betreft ± 60 chalets die illegaal zijn geplaatst. De discussie tussen de Gemeente Noordwijk en dhr. [betrokkene 2] gaat om het begrip caravan en of in deze sprake is van caravans. De wethouder vermeldt dat dit volgens de wet een moeilijk definieerbaar begrip is. In jurisprudentie is echter te allen tijde vermeld dat in vergelijkbare gevallen er sprake is van vergunningplichtige bouwwerken. Dhr. [betrokkene 2] heeft een risico genomen door het initiatief te nemen tot het plaatsen van de chalets zonder van te voren een bouwvergunning aan te vragen. De wethouder merkt op dat voor de aanvang van de plaatsing van de chalets al verscheidene toekomstige bewoners zijn gewaarschuwd dat dhr. [betrokkene 2] ondanks de aanmaningen van de Gemeente Noordwijk door is gegaan met de plaatsing van de chalets zonder bouwvergunning aan te vragen.
De voorgaande wethouders hebben in het kader van de kwaliteitsverbetering en een verbeterde exploitatie van het terrein in eerste instantie positief gereageerd op het initiatief van dhr. [betrokkene 2]. Hierbij is echter nooit toegezegd dat dhr. [betrokkene 2] aan de gang mocht gaan zonder eerst de benodigde vergunningen verkregen te hebben.
2.10. Bij brieven van 4 september 2007 heeft de gemeente een aantal kopers bericht:
(…) Uit onderzoek is gebleken, dat het niet mogelijk is om de aanwezigheid van de betreffende chalets te legaliseren door het alsnog verstrekken van bouwvergunningen. (…)
Zoals u hoogstwaarschijnlijk bekend is, hebben wij daarom een last onder dwangsom opgelegd aan Recreatiepark Noordwijkse Duinen BV. De last hield in, dat alle chalets van het type Zeearend van het terrein verwijderd moesten worden.
Tegen deze last onder dwangsom is bezwaar gemaakt, beroep ingesteld en hoger beroep ingesteld. Uiteindelijk heeft de Raad van State besloten, dat de chalets inderdaad illegaal geplaatst zijn en dat de dwangsom terecht was opgelegd. Echter, Recreatiepark Noordwijkse Duinen BV heeft met succes aangevoerd dat zij de last niet kan uitvoeren omdat zij het niet in haar macht heeft om de chalets die inmiddels aan derden zijn verkocht, van het terrein te verwijderen.
Gelet op de uitspraak van de Raad van State zien wij ons genoodzaakt om ons bij de verdere handhavingsstappen te richten tot de individuele chalet-eigenaren. Op dit moment worden door ons dan ook de lasten onder dwangsom voorbereid die wij zullen opleggen aan de individuele chaleteigenaren. Ook aan u zal hoogstwaarschijnlijk een last onder dwangsom worden opgelegd. Wij zijn voornemens in de last te bepalen, dat uw chalet vóór 1 februari 2008 van het terrein moet zijn verwijderd. U ontvangt hierover binnenkort nader bericht. (…)
2.11. De kopers in de procedure met rolnummer 08-162, afgezien van [eiser sub 13 derde zaak] (zie dagvaarding sub 60), hebben in september 2007 brieven aan Noordwijkse Duinen en Continental gestuurd. In deze brieven wordt de nietigheid van respectievelijk de overeenkomsten tot uitgifte in erfpacht en van koop van de Zeearend ingeroepen op grond van dwaling. Dat laatste geldt niet voor de brief van [eiser sub 1 derde zaak] aan Continental van 21 september 2007 (zie dagvaarding sub 36 en productie 11i).
2.12. In november 2007 zijn voor een aantal kopers zienswijzen bij de gemeente ingediend naar aanleiding van het voornemen van de gemeente tot het opleggen van een last onder dwangsom.
2.13. Na een bestuursrechtelijke procedure heeft de gemeente op 16 oktober 2007 (verzonden 24 oktober 2007) een ‘beslissing op bezwaar in 2e instantie, met inachtneming van de uitspraken van de rechtbank en de Raad van State op het beroep respectievelijk het hoger beroep’ genomen. Daarin staat onder meer:
Wij besluiten tot het wijzigen van de beschikking van 9 juni 2005 in die zin dat:
- de last uitsluitend betrekking heeft op de chalets die in eigendom zijn van Recreatiepark Noordwijkse Duinen BV;
- als gevolg van het feit dat de last betrekking heeft op de helft van het oorspronkelijke aantal chalets, de hoogte van de dwangsom wordt verlaagd tot € 250.000,- per week met een maximum van € 2.500.000,-
- (…)
- de begunstigingstermijn wordt verlengd tot 1 februari 2008;
- (…)
(…)
Tegen dat besluit is beroep ingesteld bij de rechtbank te ’s-Gravenhage. De gemeente heeft de begunstigingstermijn bij besluit van 22 mei 2008 verlengd tot 1 maart 2009.
in conventie
3.1. Na hun vordering bij akte te hebben gewijzigd, hebben [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak], verkort weergegeven, gevorderd dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
primair
de overeenkomst tot koop en verkoop van het chalet en de overeenkomst tot de uitgifte in erfpacht van kavel 202 uit hoofde van dwaling en/of bedrog vernietigt, met hoofdelijke veroordeling van Noordwijkse Duinen en Continental tot terugbetaling van de koopsom van € 143.365,66 vermeerderd met wettelijke rente alsmede tot het vergoeden van de door [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak] geleden schade, nader op te maken bij staat,
subsidiair en meer subsidiair
de overeenkomst tot koop en verkoop van het chalet en de overeenkomst tot de uitgifte in erfpacht van kavel 202 uit hoofde van wanprestatie (al dan niet vanwege non-conformiteit) ontbindt, met hoofdelijke veroordeling van Noordwijkse Duinen en Continental tot terugbetaling van de koopsom van € 143.365,66 vermeerderd met wettelijke rente alsmede tot het vergoeden van de door [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak] geleden schade, nader op te maken bij staat,
en (naar de rechtbank begrijpt) voorts
Noordwijkse Duinen en Continental veroordeelt tot vergoeding van € 2.842,- aan buitengerechtelijke kosten en tot betaling van de proceskosten, de beslagkosten daaronder begrepen.
3.2. Na hun vordering bij akte te hebben gewijzigd, hebben [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak], verkort weergegeven, gevorderd dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
primair
de overeenkomst tot koop en verkoop van het chalet en de overeenkomst tot de uitgifte in erfpacht van kavel 166 uit hoofde van dwaling en/of bedrog vernietigt, met hoofdelijke veroordeling van Noordwijkse Duinen en Continental tot terugbetaling van de koopsom van € 131.000,- vermeerderd met wettelijke rente alsmede tot het vergoeden van de door [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak] geleden schade, nader op te maken bij staat,
subsidiair en meer subsidiair
de overeenkomst tot koop en verkoop van het chalet en de overeenkomst tot de uitgifte in erfpacht van kavel 166 uit hoofde van wanprestatie (al dan niet vanwege non-conformiteit) ontbindt, met hoofdelijke veroordeling van Noordwijkse Duinen en Continental tot terugbetaling van de koopsom van € 131.000,- vermeerderd met wettelijke rente alsmede tot het vergoeden van de door [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak] geleden schade, nader op te maken bij staat,
en (naar de rechtbank begrijpt) voorts
Noordwijkse Duinen en Continental veroordeelt tot vergoeding van € 2.842,- aan buitengerechtelijke kosten en tot betaling van de proceskosten, de beslagkosten daaronder begrepen.
3.3. De kopers in de zaak met rolnummer 08-162 hebben gevorderd, verkort en zakelijk weergegeven, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
1) voor recht verklaart dat
a) Noordwijkse Duinen en Continental onjuiste informatie aan kopers hebben verstrekt voorafgaande aan en ten tijde van de aankoop van het chalet alsmede bij het sluiten van de erfpachtovereenkomst;
b) kopers deze overeenkomsten op goede gronden hebben aangevochten, primair wegens wilsgebreken, subsidiair op grond van non-conformiteit dan wel een tekortkoming;
c) Noordwijkse Duinen en Continental jegens kopers tevens een onrechtmatige daad hebben gepleegd;
d) Noordwijkse Duinen en Continental hoofdelijk gehouden zijn kopers geheel schadeloos te stellen voor alle gevolgen die door deze gang van zaken zijn ontstaan;
2) de koopovereenkomst en de erfpachtovereenkomst vernietigt (primair) dan wel ontbindt (subsidiair);
3) Noordwijkse Duinen en Continental hoofdelijk veroordeelt tot betaling van
a) de koopsom van het chalet, het erfpachtsrecht en kosten, en wel aan
[eiser sub 1 derde zaak] en [eiser sub 2 derde zaak] een bedrag van € 135.250,-
[eiser sub 3 derde zaak] een bedrag van € 128.400,-
[eiser sub 4 derde zaak] en [eiser sub 5 derde zaak] een bedrag van € 148.500,-
[eiser sub 6 derde zaak] een bedrag van € 140.608,40
[eiser sub 7 derde zaak] en [eiser sub 8 derde zaak] een bedrag van € 151.243,42
[eiser sub 9 derde zaak] en [eiser sub 10 derde zaak] een bedrag van € 145.000,-
[eiser sub 11 derde zaak] en [eiser sub 12 derde zaak] een bedrag van € 133.000,-
[eiser sub 13 derde zaak] een bedrag van € 133.519,39
b) de wettelijke rente over de onder a genoemde koopsom over de periode van verzuim tot de feitelijke betaling;
4) Noordwijkse Duinen en Continental hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan de kopers van
a) de overigens door de kopers geleden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
b) € 2.842,- aan buitengerechtelijke kosten;
c) de proceskosten, de beslagkosten daaronder begrepen.
Bij akte na comparitie hebben [eiser sub 3 derde zaak] en [eiser sub 6 derde zaak] verzocht de beslissing op de door hen ingestelde vorderingen voor onbepaalde tijd aan te houden.
3.4. Kopers hebben aan deze vorderingen de vaststaande feiten ten grondslag gelegd. Zij hebben betoogd dat gedaagden, in ieder geval Noordwijkse Duinen, reeds voordat zij de overeenkomsten aangingen, ervan op de hoogte waren dat de Zeearenden volgens de gemeente vergunningsplichtige bouwwerken waren. Volgens kopers hadden Noordwijkse Duinen en Continental dat bij de verkoop tegen hen moeten zeggen. Als Noordwijkse Duinen en Continental dat hadden gedaan, dan hadden de kopers de overeenkomsten niet gesloten, althans niet onder dezelfde voorwaarden. Primair hebben zij een beroep gedaan op dwaling (artikel 6:228 BW) dan wel bedrog (artikel 3:44 BW). Voor het geval dat ook Noordwijkse Duinen en Continental voor 11 oktober 2004 niet wisten van de mogelijke bouwvergunningplicht, hebben zij een beroep gedaan op wederzijdse dwaling (artikel 6:228 lid 1 aanhef en onder c BW). Zij baseren hun schadevordering op onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW), die is gelegen in het schenden van de spreekplicht. Subsidiair en meer subsidiair hebben zij een beroep gedaan op wanprestatie omdat (subsidiair) de vereiste vergunningen niet aanwezig zijn dan wel (meer subsidiair) de Zeearenden zullen worden afgebroken (artikel 6:265 jo. 7:17 BW) en baseren zij hun schadevordering op artikel 6:277 BW. Als grondslag voor de gevorderde hoofdelijke veroordeling hebben de kopers de verbondenheid tussen de beide overeenkomsten genoemd.
3.5. Noordwijkse Duinen en Continental hebben gemotiveerd verweer gevoerd. Zij hebben zich niet verzet tegen aanhouding van de beslissing op de vorderingen die door [eiser sub 3 derde zaak] en [eiser sub 6 derde zaak] zijn ingesteld.
in voorwaardelijke reconventie
3.6. Voor het geval dat de vorderingen tot vernietiging of ontbinding worden toegewezen, hebben Noordwijkse Duinen en Continental gevorderd dat de rechtbank de kopers veroordeelt tot medewerking aan de feitelijke (terug)levering van de Zeearenden in behoorlijke staat binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag dat zij daarmee in gebreke blijven.
3.7. Noordwijkse Duinen en Continental hebben aan deze vordering de vaststaande feiten ten grondslag gelegd. Zij stellen te vrezen dat de Zeearenden niet in goede staat worden teruggeleverd, omdat deze volgens de kopers al dan niet middels bestuursdwang afgebroken zullen worden. Noordwijkse Duinen en Continental hebben de vordering gezamenlijk ingesteld omdat zij in conventie ook hoofdelijk zijn aangesproken.
4. De beoordeling
in conventie
4.1. Zoals blijkt uit het proces-verbaal van de comparitie, zijn de kopers in de gelegenheid gesteld nadien bij akte hun vorderingen desgewenst te actualiseren en te harmoniseren en twee met name genoemde stukken in het geding te brengen. Zij hebben dat gedaan, maar zich daartoe niet beperkt. In de zaak met rolnummer 08-162 hebben zij een omvangrijk processtuk in het geding gebracht, door hen genoemd ‘akte houdende overlegging nadere producties en tevens conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie’. Dat processtuk is ook in de beide andere zaken in het geding gebracht en wel als bijlage A bij de in die zaken genomen aktes. Noordwijkse Duinen en Continental hebben bezwaar gemaakt tegen de akte voor zover deze de afspraken te buiten gaat, zowel in hun antwoordakten als bij de toelichting op hun (afgewezen) verzoek om pleidooi.
Voor zover het (al dan niet als bijlage opgenomen) processtuk meer omvat dan ter comparitie afgesproken, zal het buiten beschouwing worden gelaten, omdat het in zoverre in strijd is met de goede procesorde. Dat geldt ook voor de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie. In de vonnissen van 9 juli 2008 is immers bepaald (steeds onder 2.2) dat die conclusie na de comparitie niet meer kan worden genomen. In het verlengde hiervan zullen de namens Noordwijkse Duinen en Continental genomen antwoordakten eveneens buiten beschouwing worden gelaten voor zover zij daarin inhoudelijk ingaan op de akten van de kopers voor zover die buiten beschouwing worden gelaten.
4.2. De kopers hebben primair vernietiging van de overeenkomsten op grond van dwaling gevorderd. Bij de beoordeling van deze vorderingen tot vernietiging zullen de overeenkomsten tot uitgifte in erfpacht en tot verkoop van de Zeearenden in onderlinge samenhang worden beschouwd. Anders dan Noordwijkse Duinen en Continental hebben betoogd, zijn deze overeenkomsten onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat is immers uitdrukkelijk opgenomen in artikel 11a van de overeenkomsten tot uitgifte in erfpacht en het wordt bevestigd doordat in alle gevallen op één na de overeenkomsten tot uitgifte in erfpacht op dezelfde datum zijn gesloten als de overeenkomsten tot verkoop van de Zeearenden.
4.3. De kopers mochten er bij het sluiten van de overeenkomsten zonder nader onderzoek van uitgaan dat de gemeente ermee instemde dat de Zeearenden die hun werden verkocht met het doel deze te plaatsen op de in erfpacht uit te geven percelen op het recreatiepark Noordwijkse Duinen daar zouden staan. Het had daarom op de weg van Noordwijkse Duinen en Continental gelegen de kopers voorafgaande aan de verkoop te vertellen dat de gemeente daarmee niet instemde, desgewenst aangevuld met de duidelijk als zodanig gepresenteerde visie daarop van Noordwijkse Duinen en Continental. Zij hebben dat niet gedaan. Deze mededelingsplicht heeft dus betrekking op het standpunt van de gemeente, ongeacht de juistheid daarvan. Anders dan Noordwijkse Duinen en Continental menen, is het in de verhouding tussen de partijen in de onderhavige procedures daarom niet van belang of het standpunt van de gemeente in de aanhangige bestuursrechtelijke procedures stand houdt, al dan niet vanwege nieuwe wetgeving.
4.4. Noordwijkse Duinen en Continental hebben niet betwist dat de kopers de overeenkomsten niet zouden hebben gesloten, althans niet onder dezelfde voorwaarden, als zij ten tijde van het sluiten ervan op de hoogte waren gesteld van het standpunt van de gemeente. De overeenkomsten die tot stand zijn gekomen nadat Noordwijkse Duinen en Continental de brief van de gemeente van 11 oktober 2004 hadden ontvangen en nadat zij dus op de hoogte waren geraakt van het standpunt van de gemeente, zijn dus vernietigbaar op grond van dwaling. Dat Noordwijkse Duinen en Continental het in die brief meegedeelde standpunt van de gemeente als een vergissing hebben beschouwd, is een inschatting die voor hun rekening blijft. In de gevallen waarin de overeenkomsten dateren van voor 11 oktober 2004, kan bij de beoordeling van de vorderingen tot vernietiging van de overeenkomsten in het midden blijven of Noordwijkse Duinen en Continental niettemin al van het standpunt van de gemeente op de hoogte waren. Als dat immers niet zo is, dan zijn die overeenkomsten vernietigbaar op grond van wederzijdse dwaling, zoals namens de kopers ter comparitie is betoogd. De conclusie is dat alle overeenkomsten vernietigbaar zijn, hetzij op grond van dwaling wegens schending van de mededelingsplicht, hetzij op grond van wederzijdse dwaling.
4.5. Om deze reden zullen de vorderingen tot vernietiging van de overeenkomsten tot koop en verkoop van de Zeearenden van [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak], [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak], [eiser sub 1 derde zaak] en [eiser sub 2 derde zaak] en [eiser sub 13 derde zaak] worden toegewezen. De overige kopers hebben de overeenkomsten tot koop en verkoop van de Zeearenden op goede gronden buitengerechtelijk vernietigd door de brieven van september 2007, zodat de vorderingen tot vernietiging van die overeenkomsten (voor zover daarop thans wordt beslist, dus niet in de gevallen van [eiser sub 3 derde zaak] en [eiser sub 6 derde zaak]) zullen worden afgewezen.
4.6. De buitengerechtelijke vernietiging van de overeenkomsten tot uitgifte in erfpacht hebben geen effect gehad omdat deze overeenkomsten betrekking hebben op registergoederen, terwijl Noordwijkse Duinen en Continental niet in die vernietiging hebben berust (artikel 3:50 lid 2 BW). De vorderingen tot vernietiging van die overeenkomsten (voor zover daarop thans wordt beslist, dus niet in de gevallen van [eiser sub 3 derde zaak] en [eiser sub 6 derde zaak]) zullen dus ook worden toegewezen, evenals die tot vernietiging van de overeenkomsten met [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak] en met [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak].
4.7. Nu de overeenkomsten zijn of worden vernietigd, zijn de bedragen die ingevolge die overeenkomsten zijn betaald, te weten de afkoopsom van de erfpacht en de koopprijs van de Zeearenden, onverschuldigd betaald (artikel 6:203 BW). In beginsel zullen die bedragen dus moeten worden terugbetaald. Noordwijkse Duinen en Continental zullen evenwel niet hoofdelijk tot terugbetaling worden veroordeeld. Niettegenstaande de onlosmakelijke samenhang tussen de beide overeenkomsten, hebben Noordwijkse Duinen en Continental ieder afzonderlijk hun eigen prestaties geleverd en tegenprestaties ontvangen, terwijl zij evenzeer afzonderlijk in staat zijn tot de ongedaanmaking daarvan.
4.8. In de procedures van [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak] en [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak] wordt rente gevorderd over de koopsommen van respectievelijk € 143.365,66 en € 131.000,-, waarbij geen ingangsdata worden genoemd. De rente zal worden toegewezen over de koopsommen van de Zeearenden en over de afkoopsommen van de erfpachtcanons vanaf de data waarop deze bedragen onverschuldigd zijn betaald. In de procedure met rolnummer 08-162 zullen de vorderingen tot vergoeding van rente (gevorderd onder 3b) zo worden begrepen dat deze ook steeds betrekking hebben op zowel de koopsommen van de Zeearend als de afkoopsommen van de erfpachtcanon. Voorts worden die vorderingen zo begrepen dat de kopers aanspraak maken op rente vanaf de data waarop deze bedragen onverschuldigd zijn betaald. De overeenkomsten zijn of worden immers vernietigd op grond van dwaling, zodat onverschuldigde betaling de grondslag van de veroordeling tot terugbetaling is. De aldus begrepen vorderingen zullen worden toegewezen (voor zover daarop thans wordt beslist, dus niet in de gevallen van [eiser sub 3 derde zaak] en [eiser sub 6 derde zaak]).
4.9. Continental heeft aangevoerd dat de kopers de Zeearenden vanaf de levering hebben kunnen gebruiken en dat de waarde van dat gebruik in mindering moet worden gebracht op de terug te betalen bedragen. Zij heeft daarbij een beroep gedaan op artikel 6:100 BW (voordeelsverrekening) dan wel 6:212 BW (ongerechtvaardigde verrijking). De waarde van het gebruik heeft zij op basis van gemiddelde huurinkomsten geschat op € 10.000,- per jaar. De kopers hebben daartegen ingebracht dat artikel 6:100 BW niet van toepassing is en dat er van ongerechtvaardigde verrijking geen sprake is omdat er een financieel offer tegenover heeft gestaan, bijvoorbeeld doordat over de betaalde bedragen geen depositorente is ontvangen. Voorts hebben zij betwist dat zij allemaal hun Zeearenden hebben verhuurd.
4.10. De verplichting van Continental tot het terugbetalen van de door haar ontvangen koopsommen strekt niet tot vergoeding van schade, maar volgt uit de nietigheid van de koopovereenkomsten. Voorts is gesteld noch gebleken dat Continental schade heeft geleden door het gebruik dat de kopers van de Zeearenden hebben gemaakt. Daarom faalt zowel het beroep van Continental op artikel 6:100 BW, dat immers ziet op de vaststelling van te vergoeden schade, als het beroep op artikel 6:212 BW, dat onder de in dat artikel genoemde voorwaarden een verplichting tot schadevergoeding in het leven roept. Of de kopers zijn verrijkt en zo ja tot welk bedrag kan daarom in het midden blijven.
4.11. De kopers hebben primair voorts vergoeding van schade gevorderd op grond van onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW). Zij hebben daartoe aangevoerd dat Noordwijkse Duinen en Continental ten tijde van de verkoop het standpunt van de gemeente over de vergunningplichtigheid van de Zeearenden aan de kopers hadden moeten meedelen. Noordwijkse Duinen en Continental hebben daartegen ingebracht dat zij dat standpunt ten tijde van de verkoop niet kenden.
4.12. Dat verweer slaagt voor de gevallen waarin de overeenkomsten tot stand zijn gekomen vóór de brief van de gemeente van 11 oktober 2004. De stelling van de kopers dat Noordwijkse Duinen en Continental ook toen al op de hoogte waren van het standpunt van de gemeente is, mede in het licht van de gemotiveerde betwisting, onvoldoende toegelicht. Het blijkt niet uit het verslag van de bijeenkomst van 9 september 2005, dat na de comparitie in het geding is gebracht. Ook overigens hebben de kopers onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit kan blijken dat Noordwijkse Duinen en Continental het standpunt van de gemeente al vóór 11 oktober 2004 kenden. Voor bewijslevering is daarom geen plaats. In die gevallen hebben Noordwijkse Duinen en Continental dus niet onrechtmatig gehandeld en zullen de vorderingen tot vergoeding of terugbetaling van kosten en tot vergoeding van schade worden afgewezen bij gebreke van een grondslag daarvoor. Het betreft de gevallen van [eiser sub 11 derde zaak] en [eiser sub 12 derde zaak], [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak], [eiser sub 1 derde zaak] en [eiser sub 2 derde zaak] en [eiser sub 4 derde zaak] en [eiser sub 5 derde zaak].
4.13. Dat geldt niet voor de gevallen waarin de overeenkomsten tot stand zijn gekomen na de brief van de gemeente van 11 oktober 2004. Vanaf de ontvangst van die brief kenden Noordwijkse Duinen en Continental het standpunt van de gemeente en hadden zij de kopers daarvan op de hoogte moeten stellen. Zij hadden immers moeten beseffen dat deze informatie voor hen van cruciaal belang was voor het nemen van een aankoopbeslissing. Door die informatie in deze gevallen niet te geven, hebben Noordwijkse Duinen en Continental onzorgvuldig en daarmee onrechtmatig jegens deze kopers gehandeld. Zij zijn jegens hen derhalve aansprakelijk voor de schade die zij als gevolg daarvan hebben geleden. Daaronder vallen de kosten zoals gespecificeerd op de nota’s van afrekening van de notaris, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de data van betaling. Deze kopers hebben de mogelijkheid dat zij ook andere schade hebben geleden voldoende aannemelijk gemaakt. Aangezien de kopers belang hebben bij een eindvonnis op korte termijn, terwijl de begroting van de overige schade geruime tijd in beslag kan nemen, zal deze schade in een schadestaatprocedure moeten worden begroot. Het betreft de gevallen van [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak], [eiser sub 13 derde zaak], [eiser sub 7 derde zaak] en [eiser sub 8 derde zaak] en [eiser sub 9 derde zaak] en [eiser sub 10 derde zaak].
4.14. De kopers in de procedure met rolnummer 08-162 hebben vier verklaringen voor recht gevorderd. Noordwijkse Duinen en Continental hebben daartegen ingebracht dat de kopers daarbij geen belang hebben. De kopers hebben dat verweer niet weersproken en zich ter comparitie aan het oordeel van de rechtbank terzake gerefereerd. De vorderingen van de kopers afgezien van [eiser sub 6 derde zaak] en [eiser sub 3 derde zaak] tot het geven van verklaringen voor recht zullen reeds daarom worden afgewezen omdat die kopers daarbij, gegeven de hiervoor gegeven overwegingen, geen belang hebben.
4.15. De kopers hebben in de procedure met rolnummer 08-162 (naar de rechtbank begrijpt: gezamenlijk) de hoofdelijke veroordeling van Noordwijkse Duinen en Continental gevorderd tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten tot een bedrag van € 2.842,-. Ook [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak] hebben hoofdelijke veroordeling tot vergoeding van € 2.842,- aan buitengerechtelijke kosten gevorderd en hetzelfde geldt voor [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak]. Zij hebben aan die vorderingen ten grondslag gelegd dat zij voorafgaande aan het opstellen van de dagvaarding veelvuldig pogingen hebben gedaan om buitengerechtelijk tot een regeling met Noordwijkse Duinen en Continental te komen. De vorderingen in de zaken van [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak] en [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak] zullen als onweersproken worden toegewezen. In de procedure met rolnummer 08-162 hebben Noordwijkse Duinen en Continental tegen deze vordering ingebracht dat kopers niet hebben gemotiveerd welke kosten zij hebben gemaakt en waarom die voor vergoeding in aanmerking komen (antwoord sub 44). Nu het voldoende aannemelijk is geworden dat deze kopers buitengerechtelijke kosten hebben gemaakt door pogingen te ondernemen het geschil in der minne te schikken, terwijl dat onvoldoende gemotiveerd is weersproken, is ook de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten in de procedure met rolnummer 08-162 volgens het forfaitaire tarief toewijsbaar als gevorderd.
4.16. Omdat de koopovereenkomsten nietig zijn of worden verklaard, komt de rechtbank niet toe aan beoordeling van de subsidiaire vorderingen.
4.17. Na daartoe op 24 augustus 2006 verlof te hebben verkregen van de voorzieningenrechter te ’s-Gravenhage, hebben [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak] bij exploten van 25 augustus 2006 conservatoire beslagen gelegd op onroerende zaken van Noordwijkse Duinen en Continental. Daarbij zijn de wettelijke formaliteiten in acht genomen.
4.18. [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak] hebben bij dagvaarding (onder 19) gesteld dat zij beslag hebben laten leggen ten laste van Noordwijkse Duinen en Continental maar zij hebben de daar aangekondigde beslagstukken niet in het geding gebracht. De rechtbank kan dus niet vaststellen of de beslagen met inachtneming van de wettelijke formaliteiten zijn gelegd.
4.19. Na daartoe op 6 november 2007 verlof te hebben verkregen van de voorzieningenrechter te ’s-Gravenhage, hebben de kopers in de zaak met rolnummer 08-162 bij exploten van 9 november 2007 conservatoire beslagen gelegd op roerende en onroerende zaken van Noordwijkse Duinen en Continental. Daarbij zijn de wettelijke formaliteiten in acht genomen.
4.20. Noordwijkse Duinen en Continental zullen als de overwegend in het ongelijk te stellen partijen worden veroordeeld in de proceskosten in de drie procedures, waaronder begrepen de beslagkosten in de procedure van [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak] en in de procedure met rolnummer 08-162. De beslagkosten in de procedure van [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak] kunnen niet worden toegewezen omdat de beslagstukken niet zijn overgelegd.
in reconventie
4.21. Zoals in conventie is overwogen, zijn of worden de overeenkomsten van verkoop van de Zeearenden vernietigd op grond van (al dan niet wederzijdse) dwaling. Daarom komen de onder die voorwaarde ingestelde reconventionele vorderingen aan de orde.
4.22. Omdat de koopovereenkomsten zijn of worden vernietigd, komt aan de leveringen van de Zeearenden een geldige titel te ontvallen. De kopers aan wie de Zeearenden op grond van de vernietigde of te vernietigen koopovereenkomsten zijn geleverd, zijn daarom gehouden de aan hen in het kader van die overeenkomsten geleverde prestaties ongedaan te maken. Hiertoe zullen zij de Zeearenden dienen te ontruimen en te verlaten. De daarvoor te stellen termijn zal in redelijkheid worden vastgesteld op twee weken na betekening van dit vonnis. De kopers zullen de Zeearenden daarbij moeten achterlaten in behoorlijke staat, waarbij rekening moet worden gehouden met het normale gebruik ervan gedurende een aantal jaren. De vordering van Continental tot feitelijke teruglevering zal in zoverre worden toegewezen. Dat geldt niet voor dezelfde vordering van Noordwijkse Duinen, omdat zij de Zeearenden niet heeft verkocht en geleverd en omdat de koopprijs ervan ook niet door haar behoeft te worden terugbetaald. De gevorderde dwangsommen zullen worden afgewezen omdat onvoldoende aannemelijk is geworden dat de kopers, die immers in conventie primair een beroep hebben gedaan op de nietigheid dan wel de vernietigbaarheid van de koopovereenkomsten en dat beroep ook na de comparitie hebben gehandhaafd, niet bereid zullen zijn de Zeearenden zonder de dreiging van dwangsommen te ontruimen en in behoorlijke staat achter te laten.
4.23. De kopers zullen als de overwegend in het ongelijk te stellen partijen in de proceskosten worden veroordeeld.
voorts in conventie en in reconventie
4.24. De beslissingen op de vorderingen in conventie van [eiser sub 3 derde zaak] en [eiser sub 6 derde zaak] worden aangehouden. Daarom worden ook de beslissingen op de vorderingen in reconventie tegen [eiser sub 3 derde zaak] en [eiser sub 6 derde zaak] aangehouden. De zaak met rolnummer 08-162 zal voor zover het de vorderingen van of tegen [eiser sub 3 derde zaak] en [eiser sub 6 derde zaak] betreft naar de parkeerrol worden verwezen. Ten overvloede wordt opgemerkt dat partijen de rechtbank op ieder moment kunnen verzoeken de zaak weer op de continuatierol te plaatsen.
5. De beslissing
De rechtbank
in de zaak met rolnummer 06-1648
vernietigt de overeenkomst van koop en verkoop van de Zeearend van 30 oktober 2004 van Continental met [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak];
veroordeelt Continental tot betaling aan [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak] van € 76.300,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van betaling van de Zeearend;
vernietigt de overeenkomst tot uitgifte in erfpacht van kavel 202 op het recreatiepark Noordwijkse Duinen van Noordwijkse Duinen met [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak] van 30 oktober 2004;
veroordeelt Noordwijkse Duinen tot betaling aan [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak] van € 67.065,66 (te weten € 143.365,66 -/- € 76.300,-) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van betaling van de afkoopsom van de erfpacht;
veroordeelt Noordwijkse Duinen en Continental hoofdelijk, zo dat als de een heeft betaald ook de ander is gekweten, tot vergoeding van de overige schade die [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak] hebben geleden doordat zij ten tijde van de koop niet op de hoogte zijn gebracht van het standpunt van de gemeente inzake de vergunningplicht van de Zeearend, nader op te maken bij staat;
veroordeelt Noordwijkse Duinen en Continental hoofdelijk, zo dat als de een heeft betaald ook de ander is gekweten, tot vergoeding aan [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak] van € 2.842,- aan buitengerechtelijke kosten;
veroordeelt Noordwijkse Duinen en Continental in de proceskosten, tot aan dit vonnis aan de zijde van [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak] begroot op € 84,87 aan kosten van dagvaarding, € 3.215,- aan vast recht en € 2.842,- aan salaris voor de advocaat;
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af;
veroordeelt [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak] tot medewerking aan de feitelijke (terug)levering van de Zeearend aan Continental in behoorlijke staat binnen twee weken na betekening van dit vonnis;
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
veroordeelt [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak] in de proceskosten, tot aan dit vonnis aan de zijde van Continental begroot op € 452,- aan salaris voor de advocaat;
wijst het meer of anders gevorderde af;
in de zaak met rolnummer 06-1667
vernietigt de overeenkomst tot koop en verkoop van de Zeearend van 1 augustus 2004 van Continental met [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak];
veroordeelt Continental tot betaling aan [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak] van € 76.000,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van betaling van de Zeearend;
vernietigt de overeenkomst tot uitgifte in erfpacht van 1 augustus 2004 van Noordwijkse Duinen met [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak];
veroordeelt Noordwijkse Duinen tot betaling aan [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak] van € 55.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de betaling van de afkoopsom van de erfpacht;
veroordeelt Noordwijkse Duinen en Continental hoofdelijk, zo dat als de een heeft voldaan ook de ander is gekweten, tot vergoeding aan [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak] van € 2.842,- aan buitengerechtelijke kosten;
veroordeelt Noordwijkse Duinen en Continental in de proceskosten, tot aan dit vonnis aan de zijde van [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak] begroot op € 84,87 aan kosten van dagvaarding, € 3.145,- aan vast recht en € 2.842,- aan salaris voor de advocaat;
veroordeelt Noordwijkse Duinen en Continental tot betaling van de beslagkosten, derhalve € 1.421,- aan salaris voor de advocaat en € 530,- aan verschotten;
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af;
veroordeelt [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak] tot medewerking aan de feitelijke (terug)levering van de Zeearend aan Continental in behoorlijke staat binnen twee weken na betekening van dit vonnis;
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
veroordeelt [eiser sub 1 tweede zaak] en [eiser sub 2 tweede zaak] in de proceskosten, tot aan dit vonnis aan de zijde van Continental begroot op € 452,- aan salaris voor de advocaat;
wijst het meer of anders gevorderde af;
in de zaak met rolnummer 08-162
vernietigt de overeenkomsten tot uitgifte in erfpacht van Noordwijkse Duinen met
[eiser sub 1 derde zaak] en [eiser sub 2 derde zaak] (3 september 2004);
[eiser sub 4 derde zaak] en [eiser sub 5 derde zaak] (30 september 2004);
[eiser sub 7 derde zaak] en [eiser sub 8 derde zaak] (25 januari 2005);
[eiser sub 9 derde zaak] en [eiser sub 10 derde zaak] (18 februari 2005);
[eiser sub 11 derde zaak] en [eiser sub 12 derde zaak] (20 juli 2004);
[eiser sub 13 derde zaak] (8 november 2004);
vernietigt de overeenkomsten tot koop en verkoop van de Zeearend van Continental met
[eiser sub 1 derde zaak] en [eiser sub 2 derde zaak] (3 september 2004);
[eiser sub 13 derde zaak] (8 november 2004);
veroordeelt Continental tot betaling aan [eiser sub 1 derde zaak] en [eiser sub 2 derde zaak] van € 78.750,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van betaling van de Zeearend;
veroordeelt Noordwijkse Duinen tot betaling aan [eiser sub 1 derde zaak] en [eiser sub 2 derde zaak] van € 56.500,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de betaling van de afkoopsom van de erfpacht;
veroordeelt Continental tot betaling aan [eiser sub 4 derde zaak] en [eiser sub 5 derde zaak] van € 80.400,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van betaling van de Zeearend;
veroordeelt Noordwijkse Duinen tot betaling aan [eiser sub 4 derde zaak] en [eiser sub 5 derde zaak] van € 55.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de betaling van de afkoopsom van de erfpacht;
veroordeelt Continental tot betaling aan [eiser sub 7 derde zaak] en [eiser sub 8 derde zaak] van € 78.030,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van betaling van de Zeearend;
veroordeelt Noordwijkse Duinen tot betaling aan [eiser sub 7 derde zaak] en [eiser sub 8 derde zaak] van € 73.213,42 (te weten € 151.243,42 -/- € 78.030,-) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de betaling van de afkoopsom van de erfpacht en van de kosten;
veroordeelt Continental tot betaling aan [eiser sub 9 derde zaak] en [eiser sub 10 derde zaak] van € 76.830,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van betaling van de Zeearend;
veroordeelt Noordwijkse Duinen tot betaling aan [eiser sub 9 derde zaak] en [eiser sub 10 derde zaak] van € 68.170,- (te weten € 145.000,- -/- € 76.830,-) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de betaling van de afkoopsom van de erfpacht en van de kosten;
veroordeelt Continental tot betaling aan [eiser sub 11 derde zaak] en [eiser sub 12 derde zaak] van € 76.500,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van betaling van de Zeearend;
veroordeelt Noordwijkse Duinen tot betaling aan [eiser sub 11 derde zaak] en [eiser sub 12 derde zaak] van € 55.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de betaling van de afkoopsom van de erfpacht;
veroordeelt Continental tot betaling aan [eiser sub 13 derde zaak] van € 66.361,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van betaling van de Zeearend;
veroordeelt Noordwijkse Duinen tot betaling aan [eiser sub 13 derde zaak] van € 67.158,39 (te weten € 133.519,39 -/- € 66.361,-) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de betaling van de afkoopsom van de erfpacht;
veroordeelt Noordwijkse Duinen en Continental hoofdelijk, zo dat als de een heeft betaald ook de ander is gekweten, tot vergoeding aan de kopers in deze procedure (met rolnummer 08-162) van € 2.842,- aan buitengerechtelijke kosten;
veroordeelt Noordwijkse Duinen en Continental hoofdelijk, zo dat als de een heeft betaald ook de ander is gekweten, tot betaling aan [eiser sub 1 eerste zaak] en [eiser sub 2 eerste zaak], [eiser sub 13 derde zaak], [eiser sub 7 derde zaak] en [eiser sub 8 derde zaak] en [eiser sub 9 derde zaak] en [eiser sub 10 derde zaak] van de overige schade die zij hebben geleden doordat zij ten tijde van de koop niet op de hoogte zijn gebracht van het standpunt van de gemeente over de vergunningplichtigheid van de Zeearenden, nader op te maken bij staat;
veroordeelt Noordwijkse Duinen en Continental in de proceskosten, tot aan dit vonnis aan de zijde van de kopers ten aanzien van wie een veroordeling wordt uitgesproken begroot op € 85,45 aan kosten van dagvaarding, € 4.732,- aan vast recht en € 6.422,- aan salaris voor de advocaat;
veroordeelt Noordwijkse Duinen en Continental tot betaling van de beslagkosten, derhalve € 3.211,- aan salaris voor de advocaat en € 909,48 aan verschotten;
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af, behoudens voor zover het de vorderingen van de eisers [eiser sub 3 derde zaak] en [eiser sub 6 derde zaak] betreft;
houdt de beslissingen ten aanzien van de eisers [eiser sub 3 derde zaak] en [eiser sub 6 derde zaak] aan;
verwijst de zaak voor wat de vorderingen van [eiser sub 3 derde zaak] en [eiser sub 6 derde zaak] betreft naar de parkeerrol van 7 oktober 2009;
veroordeelt de kopers, afgezien van [eiser sub 3 derde zaak] en [eiser sub 6 derde zaak], tot medewerking aan de feitelijke (terug)levering van de hen betreffende Zeearenden aan Continental in behoorlijke staat binnen twee weken na betekening van dit vonnis;
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
veroordeelt de kopers in de proceskosten, tot aan dit vonnis aan de zijde van Continental begroot op € 452,- aan salaris voor de advocaat;
wijst het meer of anders gevorderde af, behoudens voor zover het de vorderingen ten aanzien van de gedaagden [eiser sub 3 derde zaak] en [eiser sub 6 derde zaak] betreft;
houdt de beslissingen ten aanzien van de vorderingen jegens de gedaagden [eiser sub 3 derde zaak] en [eiser sub 6 derde zaak] aan;
verwijst de zaak voor zover deze de vorderingen tegen [eiser sub 3 derde zaak] en [eiser sub 6 derde zaak] betreft naar de parkeerrol van 7 oktober 2009.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.E. Lagarde en in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2009.