ECLI:NL:RBARN:2009:BH7856
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vordering tot nakoming omgangsregeling in kort geding
In deze zaak, die op 26 maart 2009 door de Rechtbank Arnhem werd behandeld, ging het om een kort geding tussen een man en een vrouw over de nakoming van een omgangsregeling voor hun minderjarige kinderen. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. F.R. Brouwer, vorderde dat de vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.G.Th. van Ouwerkerk, de omgangsregeling zoals vastgelegd in de echtscheidingsbeschikking van 5 april 2007 zou naleven. De vrouw had echter verweer gevoerd en stelde dat de man geen spoedeisend belang had bij zijn vordering.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de man geen spoedeisend belang had, omdat het geschil feitelijk draaide om de reiskosten die de man moest maken om de kinderen op te halen en terug te brengen. De man had verklaard dat de reiskosten voor hem niet het probleem vormden, maar dat hij vond dat de vrouw deze kosten ook zou moeten dragen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de reden voor het niet effectueren van de omgangsregeling niet lag aan de hoogte van de reiskosten, maar aan de bereidheid van de man om deze kosten te betalen.
Daarnaast werd opgemerkt dat de communicatie tussen partijen gebrekkig was, wat hun onderlinge verhouding en de omgang met de kinderen negatief beïnvloedde. De voorzieningenrechter adviseerde partijen om hulp te zoeken voor betere communicatie, in het belang van de minderjarigen. Uiteindelijk wees de voorzieningenrechter de vorderingen van de man af en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.