ECLI:NL:RBARN:2009:BH9513
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.E.H. Sutorius-Joekes
- Rechtspraak.nl
Adoptie van een minderjarige en de toepassing van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 26 maart 2009 uitspraak gedaan in een adoptieprocedure. De verzoeker, die een relatie had met de moeder van de minderjarige, heeft verzocht om de adoptie van de minderjarige, die in Thailand is geboren. De minderjarige is op 15 juni 2003 naar Nederland gekomen in het kader van hereniging met haar moeder. Na het overlijden van de moeder op 3 juli 2007 heeft de verzoeker de minderjarige verzorgd en opgevoed. De rechtbank heeft vastgesteld dat de biologische vader van de minderjarige nooit erkend is en geen ouderlijk gezag heeft gehad. De rechtbank heeft de adoptie uitgesproken, maar heeft geoordeeld dat de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) niet van toepassing is, omdat de minderjarige naar Nederland is gekomen met het oog op hereniging met haar moeder en niet met het oog op adoptie. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verzoeker reeds deel uitmaakte van het gezin waarin de minderjarige werd verzorgd en opgevoed, en dat het overlijden van de moeder niet leidt tot de conclusie dat er sprake is van een ander gezin dan het ouderlijke. De rechtbank heeft de adoptie in het kennelijk belang van het kind geacht en vastgesteld dat aan de wettelijke voorwaarden voor adoptie is voldaan. De verzoeker heeft verklaard dat de minderjarige de geslachtsnaam van de verzoeker zal krijgen, maar de rechtbank heeft het verzoek om dit voor recht te verklaren afgewezen, aangezien dit reeds uit de wet volgt. De beschikking is openbaar uitgesproken door kinderrechter mr. A.E.H. Sutorius-Joekes, met mr. B.C.C. van den Bosch als griffier.