ECLI:NL:RBARN:2009:BH9677
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- I. de Waal-van Wessem
- J. Barrau
- J.W.M. van de Sande
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot erkenning van een adoptie in Pakistan wegens onvoldoende waarborgen
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 2 april 2009 uitspraak gedaan over een verzoek tot erkenning van een 'Adoption Deed' die in Pakistan was opgemaakt. De verzoekers, een echtpaar dat in Pakistan woont, vroegen de rechtbank om de adoptie van een minderjarige te erkennen, die volgens hen op 24 juni 2003 ter adoptie aan hen was afgestaan door de biologische ouders. De rechtbank overwoog dat Pakistan geen lid is van het Haags Adoptieverdrag 1993 en dat de Wet Conflictenrecht Adoptie niet van toepassing was, omdat de 'Adoption Deed' dateert van voor de inwerkingtreding van deze wet. Hierdoor moest de rechtbank het ongeschreven recht toepassen dat gold voor de inwerkingtreding van de wet.
De rechtbank stelde vast dat de procedure tot adoptie in Pakistan niet met voldoende waarborgen was omkleed. Uit onderzoek bleek dat Pakistan adoptie door moslims verbiedt en dat de adoptie niet was getoetst door een bevoegde autoriteit. De rechtbank concludeerde dat de verzoekers niet konden aantonen dat de adoptieprocedure voldeed aan de vereisten van het ongeschreven recht. Bovendien was er geen inhoudelijk onderzoek gedaan voorafgaand aan de opmaak van de 'Adoption Deed'.
De rechtbank wees het verzoek af, omdat de adoptie niet kon worden erkend op basis van de gebrekkige procedurele waarborgen. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie kinderrechters, en werd openbaar uitgesproken. De verzoekers kregen de mogelijkheid om binnen drie maanden hoger beroep aan te tekenen tegen deze beschikking.