ECLI:NL:RBARN:2009:BI3336
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk ouderlijk gezag en contactverbod met informatieregeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 6 mei 2009 uitspraak gedaan in een procedure betreffende het gezag, de omgangsregeling en de informatievoorziening met betrekking tot minderjarige kinderen. De vader verzocht om het gezamenlijk ouderlijk gezag te beëindigen en om een contactregeling met zijn kinderen vast te stellen. De moeder daarentegen verzocht om alleen met het gezag belast te worden en om de omgangsregeling te schorsen. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat er geen zwaarwegende redenen zijn om het gezamenlijk gezag te wijzigen, aangezien er geen belemmeringen zijn die de vader in de uitoefening van het gezag hinderen. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om alleen met het gezag belast te worden afgewezen, omdat er geen onaanvaardbaar risico is dat de kinderen klem of verloren raken tussen de ouders.
Ten aanzien van de omgangsregeling heeft de rechtbank geconstateerd dat de kinderen geen contact wensen met hun vader en dat de huidige situatie niet in hun belang is. De rechtbank heeft daarom het verzoek van de vader tot vaststelling van een gewijzigde contactregeling afgewezen en het verzoek van de moeder om de omgangsregeling te schorsen toegewezen. De rechtbank heeft ook een informatieregeling vastgesteld, waarbij de moeder de vader eenmaal per half jaar informeert over de gezondheid, schoolresultaten en dagelijkse bezigheden van de kinderen, en hem een recente foto toestuurt. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de regeling onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.
De rechtbank heeft de belangen van de kinderen vooropgesteld en benadrukt dat de communicatie tussen de ouders ernstig tekortschiet, wat negatieve gevolgen heeft voor de kinderen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in zijn rapportage aangegeven dat er geen zwaarwegende belangen zijn die een wijziging van het gezag rechtvaardigen, maar dat er wel zorgen zijn over de huidige situatie. De rechtbank heeft de ouders aangespoord om hulpverlening te overwegen om de communicatie en de situatie te verbeteren, maar heeft tegelijkertijd de noodzaak van een tijdelijke stopzetting van de omgangsregeling onderstreept, gezien het verzet van de kinderen tegen contact met hun vader.