ECLI:NL:RBARN:2009:BI4800
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot doorhaling van vermeldingen bij Stichting CIS en ING Verzekeringen N.V.
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem diende, ging het om een vordering van Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Mij. N.V. tot doorhaling van vermeldingen bij de Stichting CIS en ING Verzekeringen N.V. De rechtbank heeft in eerdere vonnissen, waaronder die van 10 december 2008, al verschillende beslissingen genomen met betrekking tot de vorderingen van de partijen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gevorderde bedrag van € 4.304,78 toewijsbaar is voor de eerste gedaagde en voor de overige gedaagden voor gelijke delen. Daarnaast is een bedrag van € 2.633,64 toewijsbaar verklaard, evenals de daarover gevorderde rente. De rechtbank heeft ook beslist dat bepaalde vorderingen tot betaling van hogere bedragen zullen worden afgewezen.
In reconventie heeft de rechtbank de vordering van Nationale-Nederlanden tot doorhaling van de registratie van de eerste gedaagde in het incidentenregister van de Stichting CIS beoordeeld. Nationale-Nederlanden stelde dat de registratie reeds ongedaan was gemaakt, maar de rechtbank oordeelde dat de enkele verklaring van de fraudecoördinator niet voldoende was om dit als vaststaand aan te nemen. De rechtbank heeft Nationale-Nederlanden in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van de verwijdering van de registratie.
De rechtbank concludeerde dat er geen sprake meer was van een redelijk vermoeden van opzettelijke benadeling, wat leidde tot de beslissing om de vordering tot doorhaling van de melding bij ING Verzekeringen N.V. toe te wijzen. De kosten van het geding werden gecompenseerd, waarbij beide partijen hun eigen kosten dienden te dragen. De zaak werd aangehouden voor verdere beslissingen in zowel conventie als reconventie.