ECLI:NL:RBARN:2009:BI5039

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
19 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
179866
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie door biologische ouders na hoogtechnologisch draagmoederschap

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 19 mei 2009 uitspraak gedaan over een verzoek tot adoptie door de biologische ouders van twee minderjarigen, die via hoogtechnologisch draagmoederschap zijn geboren. De verzoekers, die sinds 1 augustus 2005 een affectieve relatie hebben en samenwonen, zijn genetisch de ouders van de minderjarigen. Eerder is de draagmoeder, alsook haar echtgenoot, ontheven van het gezag over de kinderen, en zijn de verzoekers benoemd tot gezamenlijk voogd. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden van het Burgerlijk Wetboek (BW) voor adoptie is voldaan, waaronder de vereiste van een gezamenlijke aanvraag door de ouders en de langdurige samenwoning van de verzoekers. De rechtbank oordeelt dat de adoptie in het belang van de minderjarigen is, aangezien zij niets meer van hun draagmoeder en haar echtgenoot te verwachten hebben. De rechtbank heeft het verzoek tot adoptie toegewezen en de adoptie uitgesproken, evenals de wijziging van de geslachtsnaam van de minderjarigen naar die van de verzoeker. De beslissing is genomen in het kader van de bescherming van de minderjarigen en het creëren van een juridische band met hun biologische ouders.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector Familie en jeugd
Zaakgegevens: [nummer]
Datum uitspraak:
Beschikking adoptie
in de zaak van
[verzoeker]
en
[verzoekster],
nader te noemen verzoekers,
beiden wonende te [woonplaats],
advocaat mr. A.A. van Ochten te Spijkenisse.
Het verloop van de procedure
Gezien de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift, met bijlagen, ingekomen ter griffie op 24 november 2008;
- een brief van de Officier van Justitie, ingekomen ter griffie op 24 februari 2009.
Gehoord ter zitting van 2 april 2009:
- verzoekers, bijgestaan door mr. A.A. van Ochten;
- mevrouw M.J. Janssen als zittingsvertegenwoordigster van de Raad voor de Kinderbescherming (nader te noemen: de Raad).
De feiten
Verzoekers hebben een affectieve relatie met elkaar. Sinds 1 augustus 2005 wonen zij samen.
De moeder van verzoekster, [draagmoeder] (nader te noemen: de draagmoeder) is via hoogtechnologische IVF-behandeling in verwachting geraakt. Staande haar huwelijk met de vader van verzoekster, [vader verzoekster], zijn uit de draagmoeder geboren de minderjarigen:
- [kind 1], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en
- [kind 2], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats].
Verzoekers zijn genetisch volledig de biologische ouders van de minderjarigen. Bij beschikking van deze rechtbank van 20 februari 2008 zijn de draagmoeder en [vader verzoekster] ontheven van het gezag over de minderjarigen. Tevens zijn verzoekers benoemd tot gezamenlijk voogd over de minderjarigen.
Het verzoek
Verzoekers verzoeken de adoptie uit te spreken van de minderjarigen door hen. Daarnaast verzoeken zij te bepalen dat de geslachtsnaam van de minderjarigen wordt gewijzigd in [naam verzoeker].
De standpunten van partijen
Door en namens verzoekers is ter zitting verklaard dat alles goed met de minderjarigen gaat. Verzoekers vragen te bepalen dat de minderjarigen voortaan de achternaam van verzoeker zullen hebben.
De beoordeling
Adoptie
Ingevolge artikel 1:198 van het Burgerlijk Wetboek (nader te noemen: BW) is de vrouw uit wie het kind geboren is in afstammingsrechtelijke zin de moeder van het kind. De vader van het kind is ex artikel 1:199 van het BW de man die op het tijdstip van de geboorte van het kind met de vrouw uit wie het kind geboren is, is gehuwd. Om de minderjarigen uiteindelijk de juridische kinderen van verzoekers te doen zijn, zal de adoptieprocedure van de artikelen 1:227 juncto 1:228 van het BW moeten worden gevolgd.
Ingevolge artikel 1:227, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (nader te noemen: BW) geschiedt adoptie door een uitspraak van de rechtbank op verzoek van twee personen tezamen of op verzoek van één persoon alleen. Twee personen tezamen kunnen geen verzoek tot adoptie doen, indien zij krachtens artikel 41 geen huwelijk met elkaar zouden mogen aangaan. Ingevolge het tweede lid van artikel 1:227 van het BW kan het verzoek door twee personen slechts worden gedaan indien zij ten minste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaande aan de indiening van het verzoek met elkaar hebben samengeleefd.
Het verzoek tot adoptie kan ingevolge artikel 1:227, derde lid, van het BW alleen worden toegewezen indien de adoptie in het kennelijk belang van het kind is, op het tijdstip van het verzoek tot adoptie vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat het kind niets meer van zijn ouder of ouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft, en aan de voorwaarden van artikel 1:228 van het BW wordt voldaan. De voorwaarden van artikel 1:228 van het BW zijn -samengevat- dat het kind op de dag van het eerste verzoek minderjarig is, het kind niet een kleinkind is van een adoptant, de adoptanten ten minste achttien jaren ouder zijn dan het kind, dat geen der ouders het verzoek tegenspreekt, de adoptanten het kind gedurende ten minste een jaar hebben verzorgd en opgevoed en dat de ouder of ouders niet (langer) het gezag over het kind hebben.
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat verzoekers ontvankelijk zijn in hun verzoek, daar aan de voorwaarden van artikel 1:227, eerste en tweede lid, van het BW is voldaan. Voor verzoekers bestaat namelijk geen huwelijksbeletsel als genoemd in artikel 1:41 van het BW. Daarnaast blijkt uit de overgelegde uittreksels van de gemeentelijke basisadministratie dat verzoekers sinds 1 augustus 2005 op hun huidige adres woonachtig zijn. Verzoekers hebben derhalve ten minste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaand aan de indiening van het verzoek met elkaar samengeleefd.
Ook aan de voorwaarden - voor zover in deze zaak van toepassing - van artikel 1:227, derde lid, juncto artikel 1:228, eerste lid, van het BW is voldaan. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. De rechtbank acht de adoptie in het kennelijke belang van de minderjarigen. Verzoekers zijn namelijk genetisch volledig de ouders van de minderjarigen. Het is in het belang van de minderjarigen dat zij in familierechtelijke betrekking komen te staan met hun biologische ouders, zijnde verzoekers. Daarnaast staat naar het oordeel van de rechtbank vast en is voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien dat de minderjarigen niets meer van hun draagmoeder en haar echtgenoot te verwachten hebben in de hoedanigheid van ouder. Blijkens de beschikking van deze rechtbank van 20 februari 2008, waarbij de draagmoeder en haar echtgenoot uit het gezag over de minderjarigen zijn ontheven, is immers gebleken dat de draagmoeder en haar echtgenoot volledig afstand hebben gedaan van de verantwoordelijkheid voor de zorg en opvoeding ten aanzien van de minderjarigen. Uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat hiervan nog steeds sprake is. Voorts hebben verzoekers de minderjarigen ten minste een jaar verzorgd en opgevoed.
De rechtbank zal gelet op het voorgaande het verzoek tot adoptie van de minderjarigen door verzoekers toewijzen en de adoptie uitspreken.
Geslachtsnaam
Ingevolge artikel 1:5, derde lid, van het BW houdt het kind indien de adoptanten niet met elkaar zijn gehuwd, de geslachtsnaam die het heeft, tenzij de adoptanten ter gelegenheid van de adoptie gezamenlijk verklaren dat het een van hun beider geslachtsnamen zal hebben. Verzoekers hebben ter zitting gezamenlijk verklaard dat de minderjarigen voortaan de geslachtsnaam [naam verzoeker] zullen hebben.
De beslissing
De rechtbank
spreekt uit de adoptie van:
- [kind 1], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en
- [kind 2], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats];
door
[verzoeker], en
[verzoekster],
beiden wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres].
2. wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.G. van Doorn, kinderrechter, in tegenwoordigheid van A.R. Moons als griffier en in het openbaar uitgesproken opIndien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een procureur, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof te Arnhem.