ECLI:NL:RBARN:2009:BI5900
Rechtbank Arnhem
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake teruggeleiding van minderjarige door vader naar moeder
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem op 29 mei 2009 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een moeder en een vader over de teruggeleiding van hun minderjarige dochter. De moeder, die de Oekraïense nationaliteit heeft, vorderde dat de vader, die op dat moment in de Verenigde Staten woonde, de minderjarige onmiddellijk aan haar zou afgeven. De vader had de minderjarige op 27 mei 2009 zonder toestemming van de moeder meegenomen naar het buitenland. De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van een zeer spoedeisend belang, gezien de omstandigheden waaronder de minderjarige was meegenomen en de belangen van zowel de moeder als de minderjarige. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vader onrechtmatig heeft gehandeld door de minderjarige mee te nemen zonder toestemming van de moeder.
De voorzieningenrechter heeft vervolgens een aantal voorlopige voorzieningen getroffen. De vader werd veroordeeld om de minderjarige onmiddellijk aan de moeder af te geven, en de moeder werd gemachtigd om, indien de vader in gebreke blijft, met behulp van justitie en politie de tenuitvoerlegging van deze vordering te bewerkstelligen. Daarnaast werd de vader verboden om zich in de gemeente Ede te bevinden en om contact op te nemen met zowel de moeder als de minderjarige. De voorzieningenrechter heeft ook een dwangsom opgelegd voor het geval de vader in gebreke blijft met het nakomen van deze voorzieningen. Dit vonnis is een tussenvonnis, wat betekent dat de zaak op een later moment verder behandeld zal worden.