ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1706
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft verzoeker op 12 mei 2009 een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter die betrokken was bij zijn bestuursrechtelijke procedures met registratienummers 08/4205, 08/4206 en 08/4207. Verzoeker was van mening dat de rechter vooringenomen was, omdat deze geen ontvangstbevestiging had gestuurd op een brief van verzoeker, gedateerd 30 april 2009, en het verzoek om uitstel van de zitting had afgewezen. De wrakingskamer heeft op 11 juni 2009 het wrakingsverzoek behandeld, waarbij verzoeker niet aanwezig was. De rechter heeft aangegeven niet in de wraking te berusten en heeft haar zienswijze uiteengezet.
De wrakingskamer heeft het wettelijk kader uiteengezet, waarbij artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 6 lid 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) zijn genoemd. De wrakingskamer benadrukt dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die wijzen op vooringenomenheid.
De wrakingskamer heeft de argumenten van verzoeker beoordeeld en vastgesteld dat de afwijzing van het verzoek om uitstel een rechterlijke beslissing is, waar verzoeker inhoudelijk niet mee eens is. De wrakingskamer concludeert dat de bezwaren van verzoeker niet voldoende zijn om te concluderen dat de rechter niet onpartijdig zou zijn. Daarom heeft de rechtbank het wrakingsverzoek afgewezen. De beschikking is gegeven op 19 juni 2009 door de rechters P.J. Wiegman, E.A.A.M. Pfeil en D.S.M. Bak, en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier J.M.M.B. van Eeten.