ECLI:NL:RBARN:2009:BJ6228
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheidsincident in civiele procedure met betrekking tot woonplaats en rechtsmacht
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, betreft het een onbevoegdheidsincident. De eiseres in de hoofdzaak, aangeduid als [eis.hfdz./verw.inc.], heeft een vordering ingediend tegen de gedaagde in de hoofdzaak, aangeduid als [ged.hfdz./eis.inc.]. De gedaagde heeft verzocht om de rechtbank zich onbevoegd te verklaren, omdat zij stelt dat haar woonplaats in Suriname ligt. De rechtbank heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de relevante wetgeving, met name artikel 1:10 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en artikel 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde met haar gezin in Suriname woont en daar ook werkt. Dit betekent dat haar woonstede aldaar is, ondanks haar inschrijving in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) in Nederland. De rechtbank heeft geoordeeld dat de inschrijving in de GBA slechts een aanwijzing kan zijn voor de woonstede, maar niet bepalend is. De eiseres heeft betoogd dat de rechtbank bevoegd is omdat de gedaagde haar inschrijving in de GBA niet heeft gewijzigd, maar de rechtbank heeft deze argumenten verworpen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard om van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen, en heeft de eiseres in de proceskosten van het incident veroordeeld. Dit vonnis is uitgesproken op 22 juli 2009 door mr. S.H. Bokx-Boom.