ECLI:NL:RBARN:2009:BJ9022
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst na ontslagvergunning UWV
In deze zaak verzoekt de verzoekende partij, een werkneemster, om ontbinding van haar arbeidsovereenkomst met de besloten vennootschap M.B. Holding B.V. (hierna: MB) na het verkrijgen van een ontslagvergunning door het UWV Werkbedrijf. De werkneemster is sinds 19 juni 2000 in dienst bij de rechtsvoorgangster van MB en heeft een bruto maandsalaris van € 1.339,95 exclusief vakantiebijslag. MB heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd per 9 augustus 2009, maar heeft later aangegeven dat er een fout was gemaakt in de berekening van de opzegtermijn, waardoor de arbeidsovereenkomst per 12 juli 2009 zou eindigen. De werkneemster stelt dat er sprake is van een verandering in de omstandigheden, omdat MB met de ontslagvergunning heeft opgezegd en zij geen ontslagvergoeding heeft ontvangen.
De kantonrechter oordeelt dat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst geen deugdelijke grondslag heeft en wijst het verzoek af. De kantonrechter stelt vast dat de arbeidsovereenkomst nog bestaat, omdat de opzegging door MB niet rechtsgeldig was. De kantonrechter concludeert dat de werkneemster ontvankelijk is in haar verzoek, maar dat de omstandigheden niet zodanig zijn dat ontbinding gerechtvaardigd is. De enkele omstandigheid dat de werkneemster geen vergoeding heeft ontvangen, wordt niet gekwalificeerd als een verandering in de omstandigheden die ontbinding rechtvaardigt. De kantonrechter wijst het verzoek af en veroordeelt de werkneemster in de proceskosten, die aan de zijde van MB zijn begroot op € 450,-- aan salaris voor de gemachtigde.