ECLI:NL:RBARN:2009:BK2682
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot herstel van ontruimde situatie van een kraakpand
In deze zaak vorderde eiser, een kraker, de Staat der Nederlanden, en via haar de officier van justitie, om op strafrechtelijke gronden de huidige bezetters van een pand aan te houden en hem in staat te stellen het pand opnieuw in gebruik te nemen. Eiser stelde dat hij en zijn medekrakers onrechtmatig door de politie uit het pand waren ontruimd en vorderde herstel van de situatie zoals deze was vóór de ontruiming. De Staat betwistte de onrechtmatigheid van de ontruiming en stelde dat de politie enkel bevoegd was om de krakers aan te houden, zonder dat zij actief bijgedragen had aan het in gebruik nemen van het pand door de eigenaar, DGG Beheer.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van eiser niet voor toewijzing in aanmerking kwam. De rechter stelde vast dat er onvoldoende bewijs was dat de politie het pand ter beschikking had gesteld aan DGG, en dat de vordering te verstrekkend was. De rechter benadrukte dat de officier van justitie een ruime beleidsvrijheid heeft in de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, en dat de civiele rechter slechts in uitzonderlijke gevallen kan ingrijpen. De huidige bewoners van het pand hadden een rechtsgeldig verblijfsrecht, en eiser had niet aangetoond dat zij zich schuldig hadden gemaakt aan strafbare feiten die een strafrechtelijk optreden rechtvaardigden.
Uiteindelijk wees de voorzieningenrechter de vorderingen van eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten, die aan de zijde van de Staat tot op heden waren begroot op € 1.078,00. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. O. Nijhuis op 23 oktober 2009, in aanwezigheid van de griffier mr. H. Siragedik.