ECLI:NL:RBARN:2009:BK4045

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
9 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
190333
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • N.W. Huijgen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een overeenkomst inzake het VT Wonen concept tussen HLB en Tempur

In deze zaak vordert HLB, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, dat Tempur, eveneens een besloten vennootschap, de tussen hen gesloten overeenkomst met betrekking tot het VT Wonen concept nakomt. HLB stelt dat er een geldige overeenkomst tot stand is gekomen, terwijl Tempur betwist dat er een overeenkomst is gesloten, omdat het aanbod tijdig is herroepen. De procedure begint met een dagvaarding en mondelinge behandeling, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brengen. HLB heeft sinds eind november 2007 als dealer van Tempur gefungeerd en is betrokken bij de introductie van het VT Wonen concept, dat exclusief aan een andere dealer zou zijn vergeven. De rechter onderzoekt of er daadwerkelijk een overeenkomst tot stand is gekomen, waarbij de communicatie tussen de partijen en de tijdigheid van de herroeping van het aanbod cruciaal zijn. De rechter concludeert dat de herroeping van het aanbod tijdig en duidelijk was, waardoor er geen overeenkomst tot stand is gekomen. HLB wordt als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Tempur zijn begroot op € 1.078,00. Het vonnis is uitgesproken door mr. N.W. Huijgen op 9 november 2009.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 190333 / KG ZA 09-634
Vonnis in kort geding van 9 november 2009
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HET LANGEDIJKER BED B.V.,
gevestigd te Broek op Langedijk, gemeente Langedijk,
eiseres,
advocaat mr. M.A. Le Belle te Alkmaar,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TEMPUR BENELUX B.V.,
gevestigd te Ede,
gedaagde,
advocaat mr. T.H. Bosboom te Arnhem.
Partijen zullen hierna HLB en Tempur genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van HLB
- de wijziging van eis
- de pleitnota van Tempur.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. HLB exploiteert een zogenaamde slaapwinkel te Langedijk. Tempur is onderdeel van het wereldwijde Tempur-concern en is leverancier van matrassen en bedden.
HLB is sinds eind november 2007 Tempur dealer.
2.2. In de zomer van 2009 heeft Tempur besloten haar distributiestelsel aan te passen en nieuwe selectieve distributiecontracten aan te gaan met haar dealers. In de nieuwe selectieve distributie is er sprake van drie verschillende Tempur dealerniveaus: Silver dealer, Gold dealer en Platinum dealer.
2.3. Tempur is een samenwerking aangegaan met het blad VT Wonen voor de ontwikkeling, styling en marketing van een beddencollectie (hierna: het VT Wonen concept). Tempur wil door middel van selectieve distributie de VT Wonen beddencollectie via haar bestaande dealers introduceren.
2.4. Op 20 augustus 2009 heeft Tempur bij HLB een presentatie gegeven over de spelregels van de nieuwe selectieve distributie. Daarbij is ook aangekondigd dat er nieuwe producten van Tempur zouden worden geïntroduceerd.
2.5. Tempur heeft op de Woonmodecity beurs (hierna: de woonmodebeurs) van 5 tot en met 9 september 2009 haar nieuwe producten bij haar dealers gelanceerd. Daarbij zijn ook de nieuwe contracten geïntroduceerd, overhandigd en besproken met de dealers. Ook het VT Wonen concept is op de beurs geïntroduceerd bij de dealers.
2.6. Op 9 september 2009 heeft de heer [betrokkene 1], een vertegenwoordiger van Tempur, op de woonmodebeurs de door Tempur ondertekende nieuwe contracten, inclusief de “Voorwaarden Tempur-VT Wonen bedcollectie” meegegeven aan de heer [betrokkene 2], een medewerker van HLB.
2.7. Op 9 september 2009 heeft de heer [betrokkene 3], een vertegenwoordiger van Tempur, op de woonmodebeurs tijdens een bespreking aan [bedrijf X] te Alkmaar, een andere dealer in de regio waaronder ook HLB valt, exclusiviteit toegezegd met betrekking tot de uitrol van het VT Wonen concept in de regio. [bedrijf X] heeft op de woonmodebeurs de nieuwe set contracten van Tempur ondertekend, inclusief de “Voorwaarden Tempur-VT Wonen bedcollectie”.
2.8. Op 10 september 2009 heeft [betrokkene 1] aan de heer [betrokkene 4], directeur van HLB, telefonisch medegedeeld dat het VT Wonen concept inmiddels exclusief was vergeven aan een andere beddenzaak in de regio. Kort na dat telefoongesprek heeft Tempur alle contracten, inclusief de “Voorwaarden Tempur-VT Wonen bedcollectie”, ondertekend door HLB per fax retour ontvangen.
2.9. HLB is op 15 september 2009 door Tempur in de gelegenheid gesteld een aantal orders te plaatsen door middel van het “Orderformulier Platinum Dealer” en “Orderformulier VT Wonen Collectie”.
2.10. Bij e-mailbericht van 16 september 2009 gericht aan Tempur heeft HLB de gebeurtenissen van de afgelopen dagen met betrekking tot het VT Wonen concept beschreven. Het e-mailbericht omvat onder meer het volgende:
“Op donderdag 10 september heeft [betrokkene 4 (voornaam)] [betrokkene 4] telefonisch kontakt gezocht met [betrokkene 1 (voornaam)] [[betrokkene 1], vzr] (…), in dit gesprek vroeg [betrokkene 1 (voornaam)] hoe de kontrakten ontvangen waren. [betrokkene 4 (voornaam)] heeft geantwoord dat ze op dat moment door een ieder van HLB gescand werden.
[betrokkene 1 (voornaam)] meldde op dat moment dat VT wonen exclusief aan een andere slaapzaak in de regio vergeven zou zijn. [betrokkene 4 (voornaam)] heeft direkt protest aangetekend en [betrokkene 1 (voornaam)] dringend verzocht c.q. gemaand te heroverwegen. HLB heeft direkt alle kontrakten ondertekend aan Tempur gefaxt, gemaild en aangetekend verstuurd.”
2.11. Bij brief van 22 september 2009 heeft [betrokkene 1] namens Tempur aan HLB, voor zover van belang, het volgende geschreven:
“Het aanbod tot levering van het VT Wonen concept zoals gedaan tijdens de bespreking op
9 september jl. met de heer [betrokkene 2] is komen te vervallen door mijn mededeling op
10 september 2009, dat het concept exclusief aan een andere slaapzaak in de regio is vergeven.”
2.12. Bij brief van 17 oktober 2009 heeft Tempur aan [bedrijf X] schriftelijk bevestigd dat haar zoals besproken op de woonmodebeurs regionale exclusiviteit voor het VT Wonen concept wordt verleend.
3. Het geschil
3.1. HLB vordert na wijziging van eis samengevat - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Tempur te gebieden om de tussen partijen gesloten overeenkomst met betrekking tot het VT Wonen concept na te komen, de geschreven orders met betrekking tot het VT Wonen concept zonder vertraging uit te leveren en overigens HLB te behandelen als alle andere VT Wonen concept dealers, op straffe van een dwangsom, met veroordeling van Tempur in de proceskosten.
3.2. HLB legt aan haar vorderingen nakoming van de VT Wonen concept overeenkomst ten grondslag. HLB stelt een spoedeisend belang te hebben omdat zij wil meeprofiteren van de marketingintroductie van het VT Wonen concept door het blad VT Wonen en Tempur, die over enkele weken begint.
3.3. Tempur voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het spoedeisend belang van HLB, dat overigens niet is bestreden, vloeit in voldoende mate voort uit haar stellingen en standpunten.
4.2. Niet in geschil is dat tussen partijen een nieuwe selectieve distributieovereenkomst tot stand is gekomen met een Platinum-dealerschap voor HLB. HLB stelt dat daarnaast ook een aanvullende overeenkomst inzake het VT Wonen concept tot stand is gekomen, hetgeen Tempur betwist.
4.3. Ingevolge artikel 6:217 BW komt een overeenkomst tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan. Krachtens artikel 6:219 BW kan een aanbod worden herroepen zolang het aanbod niet is aanvaard.
4.4. Vast staat dat HLB op 9 september 2009 op de woonmodebeurs de verschillende contracten, waaronder het contract met betrekking tot het VT Wonen concept met als titel “Voorwaarden Tempur-VT Wonen bedcollectie” van Tempur heeft ontvangen. Deze contracten waren reeds ondertekend door Tempur. Niet in geschil is dat HLB de contracten van Tempur heeft meegekregen om deze eerst te bestuderen en vervolgens bij instemming te ondertekenen. De afgifte van deze reeks uitgewerkte contracten moet naar het oordeel van de voorzieningenrechter worden gekwalificeerd als een aanbod van Tempur aan HLB om de betreffende overeenkomsten aan te gaan, inclusief de overeenkomst inzake het VT Wonen concept.
4.5. HLB stelt dat op 10 september 2009 door haar ondertekening en toezending van het door Tempur op 9 september 2009 ondertekend afgegeven addendum “Voorwaarden Tempur-VT Wonen bedcollectie” het aanbod van Tempur is aanvaard, zodat daarmee een geldige overeenkomst met betrekking tot het VT Wonen concept tot stand is gekomen. Tempur stelt daarentegen dat er geen geldige overeenkomst tot stand is gekomen, nu het aanbod inzake het VT Wonen concept tijdig, dus vóór de aanvaarding daarvan door HLB, tijdens het daar voorafgaande telefoongesprek op 10 september 2009 tussen [betrokkene 1] van Tempur en [betrokkene 4] van HLB is herroepen. Ter onderbouwing heeft Tempur een verklaring van [betrokkene 1] overgelegd waarin staat dat hij tijdens dat telefoongesprek [betrokkene 4] heeft medegedeeld dat hij het VT Wonen concept niet langer kon krijgen in verband met de exclusiviteitstoezegging aan [bedrijf X]. Bij brief van 22 september 2009 heeft Tempur HLB schriftelijk bevestigd dat het aanbod door die telefonische mededeling op
10 september 2009 was herroepen .
4.6. Niet in geschil is dat alle contracten, inclusief het contract inzake het VT Wonen concept, pas ná het hierboven genoemde telefoongesprek door HLB zijn ondertekend en verzonden en door Tempur zijn ontvangen. Daaraan doet niet af dat de contracten gedateerd zijn op 9 september 2009, nu HLB heeft erkend dat de contracten abusievelijk door haar geantedateerd zijn. HLB betwist echter dat het aanbod inzake het VT Wonen concept tijdig is herroepen. HLB stelt dat tijdens het bewuste telefoongesprek niet is meegedeeld dat het aanbod zou komen te vervallen, maar dat slechts gewag is gemaakt van een probleem met [bedrijf X] ten aanzien van de door haar gewenste exclusiviteit. Echter uit de e-mail van 16 september 2009 van HLB aan Tempur blijkt dat tijdens dat telefoongesprek Tempur HLB uitdrukkelijk heeft medegedeeld dat het VT Wonen concept exclusief aan een andere slaapzaak in de regio zou zijn vergeven, waartegen HLB direct protest heeft aangetekend, Tempur dringend heeft verzocht die beslissing te heroverwegen en HLB vervolgens meteen alle contracten heeft ondertekend en aan Tempur heeft verzonden. Daaruit is voorshands voldoende aannemelijk dat HLB de mededeling van Tempur tijdens dat telefoongesprek als een herroeping van het aanbod heeft opgevat, hetgeen ook genoegzaam blijkt uit de gesprekken en correspondentie tussen partijen daarna.
4.7. Uit de communicatie tussen partijen blijkt tevens dat Tempur ook na ontvangst van de door HLB ondertekende contracten zich steeds op het standpunt heeft gesteld dat er geen overeenkomst inzake het VT Wonen concept tot stand was gekomen en voorts dat Tempur zich zou inspannen om tot een oplossing te komen zodat HLB toch VT Wonen concept dealer zou kunnen worden. Dat op 15 september 2009 door HLB samen met Tempur orders zijn geschreven, ook voor de VT Wonen collectie, doet daar niet aan af, nu Tempur voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat die orders voorwaardelijk zijn geschreven voor het geval er toch een oplossing gevonden zou worden. Voorts is van belang dat HLB onvoldoende heeft weersproken dat Tempur op de woonmodebeurs op 9 september 2009 aan [bedrijf X] een bindende toezegging heeft gedaan over exclusiviteit in de regio van het VT Wonen concept, waardoor HLB niet meer in aanmerking komt voor het VT Wonen concept. Dat die mondelinge exclusiviteitstoezegging het gevolg zou zijn geweest van een miscommunicatie binnen Tempur en dat de toezegging pas op 17 oktober 2009 schriftelijk aan [bedrijf X] is bevestigd, doet niet af aan de gehoudenheid van Tempur aan die toezegging.
4.8. Nu gelet op het voorgaande de herroeping van het aanbod voldoende kenbaar was voor HLB en tijdig - vóór de aanvaarding daarvan - is gedaan, is op voorhand niet aannemelijk dat er tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen inzake het VT Wonen concept. Dit betekent dat de vorderingen van HLB niet voor toewijzing in aanmerking kunnen komen.
4.9. De terzijde door HLB ter zitting genoemde subsidiaire grondslag dat Tempur zich jegens HLB ook precontractueel fatsoenlijk dient te gedragen en dient te voldoen aan de maatstaven van redelijkheid en billijkheid, leidt niet tot een ander oordeel. Rechtsgeldige terugtred in de precontractuele fase kan onder omstandigheden leiden tot een veroordeling tot dooronderhandelen of schadevergoeding, maar dat kan hier in het midden blijven nu de vorderingen daar niet op zien.
4.10. HLB zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Tempur worden begroot op:
- vast recht € 262,00
- salaris advocaat € 816,00
Totaal € 1.078,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt HLB in de proceskosten, aan de zijde van Tempur tot op heden begroot op € 1.078,00,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.W. Huijgen en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. H. Siragedik op 9 november 2009.