ECLI:NL:RBARN:2009:BK4882

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
1 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
BM2449
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.A. Huidekoper
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding voor werkzaamheden van bewindvoerder in het kader van WSNP

In deze zaak heeft de kantonrechter, mr. P.A. Huidekoper, zich gebogen over een verzoek om extra vergoeding voor werkzaamheden die een bewindvoerder heeft verricht in het kader van de wettelijke schuldsanering (WSNP) voor de heer en mevrouw [naam rechthebbenden]. De bewindvoerder heeft in zijn brief van 16 november 2009 aangegeven dat hij extra vergoeding verzoekt voor diverse werkzaamheden die hij heeft uitgevoerd, waaronder het periodiek aanleveren van financiële stukken aan de WSNP-bewindvoerder, het vaststellen van het bedrag boven het vrij te laten bedrag, het afwijzen van verzoeken om extra geld en het creëren van extra ruimte binnen het vrij te laten bedrag wegens een nieuwe schuld bij het CJIB.

De kantonrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de werkzaamheden in aard en hoeveelheid niet te onderscheiden zijn van de normale werkzaamheden van een professionele bewindvoerder. Voor deze normale werkzaamheden is een forfaitaire beloning vastgesteld, conform de aanbevelingen van het LOK. De rechter heeft geen aanleiding gezien om van deze forfaitaire beloning af te wijken en heeft het verzoek om extra vergoeding afgewezen.

De kantonrechter heeft verder toegelicht dat de werkzaamheden die de bewindvoerder heeft opgevoerd, zoals het aanleveren van financiële stukken en het afwijzen van verzoeken om extra geld, als gebruikelijk worden beschouwd binnen de context van de WSNP. Hij heeft benadrukt dat deze taken niet extra belastend zijn en dat de bewindvoerder geacht wordt deze taken binnen de forfaitaire beloning uit te voeren. De beslissing van de kantonrechter kan worden aangevochten door middel van hoger beroep bij het gerechtshof te Arnhem.

Uitspraak

Geachte heer [A],
In uw brief van 16 november 2009 heeft u extra vergoeding verzocht voor werkzaamheden die [naam bewindvoerder] als bewindvoerder in de afgelopen jaren heeft verricht in verband met de wettelijke schuldsanering (WSNP) ten behoeve van de heer en mevrouw [naam rechthebbenden].
Voor diverse werkzaamheden voert u een half uur per maand als extra werk op. Deze werkzaamheden heeft u omschreven als : a. periodiek aanleveren van financiële stukken aan de WSNP-bewindvoerder voor controle van de WSNP, b. het maandelijks vaststellen van het bedrag boven het vrij te laten bedrag en dit overmaken naar de boedelrekening, c. regelmatig afwijzen van verzoeken om extra geld en d. creëren van extra ruimte binnen het vrijgelaten bedrag wegens een nieuwe schuld bij het CJIB.
Ten aanzien van deze werkzaamheden overweeg ik het volgende:
ad a. het is mij niet duidelijk welke informatie maandelijks naar de WSNP-bewindvoerder moet worden gestuurd; nu dit niet nader is omschreven, ga ik ervan uit dat het gaat om het periodiek versturen van een of enkele bankafschriften;
ad b. de WSNP-bewindvoerder rekent het minimaal af te dragen bedrag per maand uit, op grond waarvan deze vaste afspraken met de crediteuren heeft gemaakt; de controle zal dan bestaan uit de constatering dat in sommige maanden een extra aflossing kon worden overgemaakt;
ad c. verzoeken om extra geld zijn altijd te verwachten, ook bij minder strakke budgettering en zonder wettelijke schuldsanering;
ad d. het creëren van extra ruimte binnen het vrij te laten bedrag is niet anders dan het vinden van een gaatje in de financiën voor afbetaling van een nieuwe schuld, als er geen sprake is van wettelijke schuldsanering.
Op grond van deze overwegingen ben ik van oordeel dat de werkzaamheden in aard en hoeveelheid niet onderscheiden kunnen worden van de normale werkzaamheden van een professionele bewindvoerder. Voor deze normale werkzaamheden is een forfaitaire beloning bepaald conform de aanbevelingen van het LOK. Ik zie geen aanleiding daarvan af te wijken. Uw verzoek wijs ik daarom af.
Indien u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u door een advocaat hoger beroep laten instellen bij het gerechtshof te Arnhem.
Naar ik vertrouw, heb ik u hiermee voldoende geinformeerd.
Met vriendelijke groet,
mr. P.A. Huidekoper,
kantonrechter