ECLI:NL:RBARN:2009:BK9421
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I. de Waal-van Wessem
- Rechtspraak.nl
Erkenning van buitenlandse adoptie door twee ongehuwde vrouwen en de gevolgen voor gezamenlijk gezag
In deze zaak hebben twee Nederlandse vrouwen, X en Y, die samenwonen maar niet gehuwd zijn of geregistreerde partners zijn, een verzoek ingediend bij de Rechtbank Arnhem. Ze vroegen primair om erkenning van een in Massachusetts (Verenigde Staten) uitgesproken adoptie van de minderjarige Z, en subsidiair om erkenning van de adoptie door X en een partneradoptie naar Nederlands recht voor Y. Daarnaast vroegen ze om gezamenlijk gezag over de minderjarige. De rechtbank oordeelde dat de beginseltoestemming voor adoptie alleen aan X was verleend, waardoor alleen X voldeed aan de voorwaarden voor erkenning van de buitenlandse adoptie volgens de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) en de Wet conflictenrecht adoptie (WCAd). Voor Y was er geen formele erkenning mogelijk, omdat zij niet de echtgenoot of geregistreerde partner van X was, zoals vereist door het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank benadrukte echter het belang van het kind en de proceseconomische redenen, en vond een strikte interpretatie van de wet niet wenselijk. De rechtbank besloot de adoptie van Z door X te erkennen en ook de adoptie door Y naar Nederlands recht toe te wijzen, zodat beide verzoeksters in een familierechtelijke relatie met Z konden komen te staan. De rechtbank wees het verzoek om gezamenlijk gezag af, maar stelde vast dat verzoeksters dit konden uitoefenen indien dit in het gezagregister werd aangetekend. De beschikking werd uitgesproken door kinderrechter I. de Waal-van Wessem, met A.R. Moons als griffier.