zaaknummer / rolnummer: 184279 / HA ZA 09-771
Vonnis van 6 januari 2010
[eisers],
eisers,
advocaat mr. M.E. Bosman te Velp,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ECO DIRECT NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Arnhem,
gedaagde,
advocaat mr. E. Boonstra te Amsterdam
Partijen zullen hierna [eiser sub 1], [eiser sub 2] en Eco Direct genoemd worden. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] zullen tezamen als [eisers] worden aangeduid.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 juli 2009
- het proces-verbaal van comparitie van 9 november 2009.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Eco Direct is relatiebeheerder van beleggingsprojecten in FSC- en ISO-gecertificeerde plantages. Die plantages zijn eigendom van Grupo Ecodirecta, een zusterbedrijf van Eco Direct dat is gevestigd in Costa Rica. Eco Direct maakt deel uit van de Cosas Verdes Groep. Haar aandelen worden gehouden door Cosas Verdes B.V.
2.2. [eiser sub 1] heeft op 9 mei 1997 een overeenkomst gesloten met Eco Direct, op grond waarvan hij heeft gekocht ‘de economische eigendom van de opbrengst van de aanplant van teakbomen welke op plantages in Costa Rica zijn gelegen, zoals nader gesprecificeerd op de onlosmakelijk bij deze overeenkomst behorende bijlage A’. [eiser sub 1] heeft daarvoor een bedrag van ƒ 21.000,00 (€ 9.529,38) betaald. Het betreft de plantage ‘Cano Allegre’. Deze overeenkomst zal hierna als ‘Cano Allegre’ worden aangeduid.
2.3. Op 22 mei 2004 heeft [eiser sub 1] nog een overeenkomst gesloten met Eco Direct, op grond waarvan hij heeft gekocht ‘het recht op staande teakbomen als omschreven in Bijlage A’, ‘de volle economische waarde van de genoemde staande bomen’ en ‘het recht op de opbrengst van de verkoop ervan’. Het betreft 0,3 ha. voor een totaalbedrag van € 11.700,00. Deze overeenkomst wordt hierna verder aangeduid als ‘Eco Garantieplan’.
2.4. Bij het Eco Garantieplan horen een Bijlage A en een Bijlage B. Bijlage A beschrijft het gekochte (bomen op de plantage Banderas I) en Bijlage B bevat een garantstelling. Deze garantstelling luidt, voor zover hier van belang:
‘ECO DIRECT Nederland B.V. verklaart dat zij bereid is na een periode van vier jaren na ingangsdatum van deze overeenkomst het hierin omschreven perceel van koper terug te kopen voor een bedrag van € 5.400,-, zegge vierenvijftig honderd euro, per ééntiende hectare. Dit bedrag zal worden bijgeschreven op de bankrekening van koper, welke hij voor dit doel heeft gespecificeerd.
Het aanbieden van het betreffende perceel aan ECO DIRECT Nederland B.V., zal schriftelijk door koper, of door zijn of haar wettige vertegenwoordiger, geschieden, middels een aangetekend schrijven. In dit schrijven zal worden bevestigd dat koper onherroepelijk afstand doet van alle rechten en plichten m.b.t. deze overeenkomst en eventuele toekomstige opbrengsten die uit het onderhavige perceel zullen voortvloeien, vanaf de dag dat de volledige koopsom door ECO DIRECT Nederland B.V. is betaald. Dit schrijven dient uiterlijk één jaar voor het verstrijken van de termijn van vier jaren in het bezit te zijn van ECO DIRECT Nederland B.V.’
2.5. [eiser sub 1] heeft de garantstelling ingeroepen. Bij brief van 1 september 2005 heeft Eco Direct aan [eiser sub 1] bevestigd dat zij in juli 2008 het perceel van [eiser sub 1] terugkoopt voor het bedrag van € 5.400,-- per 0,1 ha.
2.6. Op 1 november 2006 is [eisers] een overeenkomst aangegaan met Eco Direct op grond waarvan [eisers] investeert ‘in het verbouwen van tropisch hardhout waarvoor een gedeelte van de Plantage (‘Areaal’) door Eco Direct aan Participant [[eisers], Rb.] wordt toegewezen.’ In de voorafgaande overwegingen is onder I. opgenomen ‘dat participant het initiatief heeft genomen om te investeren in het beleggingsobject zoals uitgegeven door Eco Direct en te kennen heeft gegeven uit hoofde daarvan rechten te willen verkrijgen op de opbrengst op het areaal dat hem door Eco Direct wordt toegewezen en dat correspondeert met het areaal van de plantage waarop door de plantagevennootschappen in opdracht van Eco Direct gewas wordt gekweekt.’ [eisers] heeft geïnvesteerd in 0,3 ha. voor een bedrag van € 11.400,00. De geprognosticeerde oogstdatum is 2016. Deze overeenkomst wordt hierna aangeduid als het ‘Teak Rendementsplan’.
2.7. Artikel 2.5. uit het Teak Rendementsplan bevat, voor zover hier relevant, de volgende bepaling:
‘Perceelnummer(s) COT00506, COT000507, COT000508.
Komen in aanmerking voor de VUT regeling van Artikel 6 hierna, na een looptijd van 4 jaar en worden in de VUT-regeling bemiddeld per Perceel tegen een waarde van EUR 5.596,00. De bemiddelingsvergoeding van 10% van de transactiewaarde uit hoofde van het Teak Rendementsplan 2006, genoemd in Artikel 6.1. hierna zijn als kosten steeds verantwoord en al steeds volledig opgenomen in de Ingelegde Gelden.
De verwachte opbrengsten of rendementen welke met het Beleggingsobject behaald kunnen worden betreffen steeds prognoses. ECO DIRECT garandeert niet dat dergelijke opbrengsten of rendementen ook daadwerkelijk behaald zullen worden.’
2.8. Artikel 6.1. bevat, voor zover hier van belang, de volgende bepaling:
‘Op grond van de voorwaarden van het Teak Rendementsplan 2006 (…) zoals vastgelegd in dit Artikel 6 komen de Percelen zoals afzonderlijk genoemd in Artikel 2.5 hiervoor, voor bemiddeling door ECO DIRECT in aanmerking aan het einde van de geprognosticeerde looptijd of de Oogstdatum zoals in dat Artikel 2.5. bij desbetreffend afzonderlijk Perceel is aangegeven. Voor de doorverkoop of bemiddeling uit hoofde van dit Artikel 6.1 wordt door of namens ECO DIRECT als onderdeel van de Koopsom een bemiddelingsvergoeding van 10% van de transactiewaarde in rekening gebracht.’
2.9. [eisers] heeft Eco Direct bericht dat zij gebruik willen maken van de VUT-regeling van de Artikelen 2.5 en 6.1. van het Teak Rendementsplan. Eco Direct heeft bij brief van 11 oktober 2006 aan [eisers] bevestigd dat zij zich zal ‘inspannen voor de tussentijdse verkoop, vanaf oktober 2010, om het vruchtgebruik van de eind kap van het perceel voor u [[eisers], Rb.] te verkopen tegen een bedrag van € 5.596,00 per 0,1 hectare.’.
2.10. Eco Direct heeft haar investeerders, waaronder [eisers], bij brief van 8 augustus 2008 geschreven dat binnen Eco Direct diverse reorganisaties hebben plaatsgevonden, waardoor de onderneming tijdelijk in liquide problemen is gekomen. Zij schrijft verder dat de betaling op de garantstelling van het Eco Garantieplan om die reden niet heeft kunnen plaatsvinden, maar dat in de eerste helft van oktober 2008 daadwerkelijk tot uitbetaling overgegaan kan worden. Bij brief van 14 oktober 2008 heeft Eco Direct aan [eisers] geschreven dat zij door de financiële crisis niet in staat is om tot uitbetaling aan [eisers] over te gaan en heeft zij hem verzocht om ‘medewerking, begrip en geduld’. Tot op heden heeft Eco Direct geen betaling aan [eisers] gedaan, ondanks sommaties van [eisers].
2.11. [eisers] heeft op 31 oktober 2008 tegen Eco Direct een klacht ingediend bij onder meer het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening, in verband met het uitblijven van de betaling van de garantstelling, als vermeld onder r.o. 2.5. De klacht is behandeld door de Ombudsman Financiële Dienstverlening, die de klacht van [eisers] gegrond heeft verklaard bij brief van 12 januari 2009.
2.12. Ter comparitie heeft de heer Huiskamp namens Eco Direct onder meer verklaard dat de salarissen van het personeel al drie maanden niet zijn betaald, dat er geen liquide middelen zijn en dat Eco Direct de verplichting uit hoofde van de garantie niet kan nakomen.
3. Het geschil
3.1. [eiser sub 1] vordert samengevat – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. voor recht te verklaren dat de overeenkomsten Cano Allegre, Eco Garantieplan en Teak Rendementsplan bij de gevorderde uitspraak zijn ontbonden, dan wel deze overeenkomsten te ontbinden,
b. Eco Direct te veroordelen aan [eisers] te betalen de door hen voorafgaand aan de overeenkomsten Cano Allegre, Eco Garantieplan en Teak Rendementsplan betaalde inleg van respectievelijk € 9.529,38, € 11.700,00 en € 11.400,00 te vermeerderen met de wettelijke rente over deze door eisers aan Eco Direct betaalde bedragen, ingaande het tijdstip van betaling ervan tot aan de dag der algehele voldoening,
c. Eco Direct te veroordelen aan [eisers] te betalen een bedrag van € 4.500,00, zijnde de schade die [eisers] heeft gelopen als gevolg van de tekortkoming van Eco Direct met betrekking tot de overeenkomst Eco Garantieplan, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze door [eisers] geleden schade, ingaande vanaf 22 juni 2008 tot aan de dag van algehele voldoening,
d. Eco Direct te veroordelen om aan [eisers] te betalen een bedrag van € 5.388,00, zijnde de schade die [eisers] zal lijden als gevolg van de ontbinding van de overeenkomst Teak Rendementsplan,
e. een en ander met veroordeling van Eco Direct in de kosten van deze procedure.
3.2. [eisers] legt aan deze vordering ten grondslag dat Eco Direct toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomsten. [eisers] beroept zich op ontbinding van deze overeenkomsten, op grond van art. 6:265 BW, en vorderen nakoming van de ongedaanmakingsverbintenissen die daaruit volgen.
Ten aanzien van het Eco Garantieplan is volgens [eisers] verzuim ingetreden met ingang van 22 juli 2008, de datum waarop de gegarandeerde bedragen betaald hadden moeten worden door Eco Direct.
Ten aanzien van het Teak Rendementsplan stelt [eisers] dat de gevolgen van de niet nakoming, op grond van art. 6:80 lid 1 sub b BW, thans reeds, voordat de vordering opeisbaar is, intreden omdat uit mededelingen van Eco Direct afgeleid kan worden dat Eco Direct haar verplichtingen uit deze overeenkomsten niet na zal komen. Op grond van art. 6:83 lid 1 sub c BW is Eco Direct in verzuim omdat uit haar mededelingen blijkt dat zij niet aan haar verplichtingen kan voldoen, aldus [eisers].
[eisers] stelt dat de gevolgen van niet nakoming, op grond van art. 6:80 lid 1 sub b BW, ook ten aanzien van Cano Allegre reeds voor opeisbaarheid intreden op grond van de mededelingen van Eco Direct en dat Eco Direct thans ook reeds in verzuim is op grond van 6:83 lid 1 sub c BW.
[eisers] vordert, bij ontbinding van de overeenkomsten, ongedaanmaking van de reeds verrichte prestaties en vergoeding van de door hem geleden schade die het gevolg is van de tekortkoming en ontbinding.
3.3. Eco Direct voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. De rechtbank stelt bij haar beoordeling voorop dat [eiser sub 2] alleen partij is bij het Teak Rendementsplan. Zij is geen partij bij de overige overeenkomsten. Voor zover de vordering van [eiser sub 2] tot ontbinding, ongedaanmaking en schadevergoeding betrekking heeft op de andere twee overeenkomsten zullen haar vorderingen worden afgewezen. Niet is gesteld of gebleken waarom zij belang heeft bij de vorderingen die zien op de twee overeenkomsten waarbij zij geen partij is.
4.2. Eco Direct erkent dat zij gehouden is [eiser sub 1] het gegarandeerde bedrag van € 5.400,-- per 0,1 ha. te voldoen en dat die vordering opeisbaar is. Zij betwist niet dat zij ter zake in verzuim verkeert. Daarmee staat vast dat Eco Direct tekort is geschoten in de nakoming van deze overeenkomst. Eco Direct heeft geen beroep op overmacht gedaan. Vast staat dan eveneens dat de tekortkoming haar kan worden toegerekend.
4.3. Eco Direct stelt dat zij de vordering van [eiser sub 1] niet kan voldoen, omdat zij al haar schuldeisers gelijk dient te behandelen. Betaling van de vordering van [eiser sub 1] zou leiden tot een ‘ongerechtvaardigde vergroting van het liquiditeitstekort van Eco Direct’. Zij verzet zich tegen de gevorderde ontbinding omdat zij dan een veel hoger bedrag aan [eiser sub 1] moet betalen dan wanneer nakoming was gevorderd. Eco Direct voert aan dat dit belang van Eco Direct moet worden meegewogen in het kader van de belangenafweging bij de beoordeling van de vraag of ontbinding gerechtvaardigd is.
4.4. De rechtbank is van oordeel dat het verweer van Eco Direct niet kan slagen. De tekortkoming in de nakoming van de garantieverplichting rechtvaardigt de ontbinding van de overeenkomst. De penibele financiële positie van Eco Direct kan daaraan niet afdoen, ook niet in het licht van een belangenafweging. Het desbetreffende betoog van Eco Direct vindt geen steun in de wet of de jurisprudentie.
4.5. De rechtbank zal het Eco Garantie Plan dan ook ontbinden. De ontbinding heeft tot gevolg dat reeds verrichte prestaties ongedaan gemaakt moeten worden. Dat brengt met zich dat het door [eiser sub 1] betaalde bedrag van € 11.700,00 door Eco Direct dient te worden terugbetaald en dat de eigendom van de 0,3 ha. teakbomen, zoals vermeld in Bijlage A bij het Eco Garantieplan, aan Eco Direct dient te worden teruggegeven.
4.6. Ten aanzien van de gevorderde aanvullende schadevergoeding overweegt de rechtbank als volgt. Deze schade bestaat volgens [eiser sub 1] uit het verschil tussen de inleg van € 11.700,00 en het gegarandeerde bedrag van € 16.200,00. Eco Direct heeft op dit punt geen verweer gevoerd. De rechtbank is van oordeel dat de door [eiser sub 1] gevorderde aanvullende schadevergoeding op grond van het bepaalde in art. 6:277 lid 1 BW voor vergoeding in aanmerking komt, nu deze een direct gevolg is van de niet nakoming van de overeenkomst door Eco Direct. De rechtbank zal dan ook het gevorderde bedrag van € 4.500,00 toewijzen.
4.7. Het voorgaande leidt ertoe dat Eco Direct zal worden veroordeeld een bedrag van in totaal € 16.200,00 aan [eiser sub 1] te betalen. De onbetwist gevorderde wettelijke rente zal over het bedrag van de schadevergoeding van € 4.500,00 worden toegewezen vanaf 22 juli 2008. De wettelijke rente over het bedrag dat de ongedaanmaking betreft, € 11.700,00, zal eerst verschuldigd zijn na ontbinding en zal dan ook pas worden toegewezen vanaf de dag van de betekening van dit vonnis.
4.8. Eco Direct voert aan dat deze vordering van [eiser sub 1] niet opeisbaar is, omdat Eco Direct de verkoopopbrengst van de percelen pas tussen 1 juni 2012 en 1 juni 2013 hoeft te betalen aan [eiser sub 1]. Zij voert aan dat uit art. 6:80 lid 1 sub b BW volgt dat de gevolgen van niet nakoming, voordat de vordering de opeisbaar is, pas intreden als de schuldenaar expliciet te kennen heeft gegeven dat hij definitief niet zal nakomen. Zij voert verder aan dat zij aan [eiser sub 1] heeft medegedeeld dat zij vanaf 2013 weer volledig aan haar betalingsverplichtingen zal kunnen voldoen. Deze mededeling is vervat in een nieuwsbrief, zoals die op de website van Eco Direct is geplaatst op 2 april 2009.
4.9. Hoewel aan [eiser sub 1] toegegeven moet worden dat het in het licht van de penibele financiële situatie van Eco Direct onzeker moet worden geacht of zij overeenkomst Cano Allegre na zal kunnen komen, kan niet gezegd worden dat [eiser sub 1] uit een mededeling van Eco Direct moet afleiden dat Eco Direct zal tekortschieten in de nakoming. De mededeling van Eco Direct dient immers een definitief karakter te dragen. Daarvan is thans geen sprake. Eco Direct heeft overigens ter zitting verklaard bereid te zijn haar verplichtingen na te komen in 2013, wanneer deze wel opeisbaar zijn.
4.10. De vordering is niet opeisbaar en de gevolgen van niet nakoming zijn nog niet ingetreden. De vordering van [eiser sub 1] ten aanzien van Cano Allegre zal dan ook worden afgewezen.
4.11. Eco Direct voert aan dat de verplichtingen die op haar rusten op grond van het Teak rendementsplan slechts een inspanningsverplichting omvatten. Deze inspanningsverplichting bestaat er volgens Eco Direct uit dat zij zich zal inspannen om in oktober 2010 de rechten van [eisers] aan een derde te verkopen tegen het geprognosticeerde bedrag van € 5.596,00 per 0,1 ha. Eco Direct wijst erop dat de geprognosticeerde bedragen niet gegarandeerd zijn, zoals staat vermeld in art. 2.5 en art. 6.2 van het Teak Rendementsplan.
4.12. Eco Direct stelt dat zij bereid is deze inspanningsverplichting na te komen. Haar financiële situatie is daarop in beginsel niet van invloed, nu zij voornemens is deze verplichting gestalte te geven door een soort veiling te creëren op haar website. Daarvoor heeft zij inmiddels een vergunning gevraagd bij de AFM.
4.13. Zoals hiervoor onder r.o. 4.9. is overwogen, kunnen de gevolgen van niet nakoming voordat de vordering opeisbaar is pas intreden als sprake is van een mededeling van de schuldenaar die een definitief karakter draagt. Ook in dit geval geldt dat de penibele financiele situatie van Eco Direct vanzelfsprekend enige twijfel oproept over de vraag of Eco Direct inderdaad op termijn in staat zal zijn haar verplichtingen na te komen, vooralsnog staat echter niet vast dat dat niet het geval zal zijn. Eco Direct heeft zelfs te kennen gegeven dat zij bereid en in staat is deze verplichtingen in oktober 2010 na te komen, tenzij sprake zou zijn van een faillissement. Van een faillissement is thans geen sprake. De vordering van [eisers] is dan ook nog niet opeisbaar en zal om die reden worden afgewezen.
4.14. Nu [eiser sub 2] geheel in het ongelijk wordt gesteld en [eiser sub 1] slechts op één van zijn drie vorderingen in het gelijk wordt gesteld, ziet de rechtbank aanleiding de proceskosten tussen partijen te compenseren, in die zin dat elk van partijen de eigen kosten draagt.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. ontbindt de tussen [eiser sub 1] en Eco Direct gesloten overeenkomst Eco Garantieplan,
5.2. veroordeelt Eco Direct om aan [eiser sub 1] te betalen een bedrag van € 16.200,00 (zestienduizend tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6: 119 BW over het bedrag van € 4.500,00 vanaf 22 juni 2008 tot de dag van volledige betaling en over het bedrag van € 11.700,00 vanaf de dag van de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3. compenseert de proceskosten, in die zin dat elk van partijen de eigen kosten draagt,
5.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Bokx-Boom en in het openbaar uitgesproken op 6 januari 2010.