ECLI:NL:RBARN:2010:BL1638
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A. Huidekoper
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van declaratie mentorschapsvergoeding en goedkeuring van vergoeding naar rato van benoeming
In deze beschikking van de Rechtbank Arnhem, sector kanton, wordt de declaratie van de heer [naam mentor] voor zijn werkzaamheden als mentor van de heer [naam rechthebbende] beoordeeld. De declaratie betreft een bedrag van € 787,50 voor het jaar 2009, bestaande uit een beloningsbestanddeel van € 652,50 en een kostenbestanddeel van € 135,-. De kantonrechter overweegt dat bij het vaststellen van de beloning redelijkheid moet worden betracht en dat de financiële draagkracht van de rechthebbende in aanmerking moet worden genomen, zoals vastgelegd in artikel 1:460, tweede lid, BW. De kantonrechter stelt vast dat de heer [naam mentor] pas op 6 mei 2009 tot mentor is benoemd, en dat hij derhalve geen beloning kan declareren voor de periode waarin hij geen mentor was. Dit leidt tot de conclusie dat slechts 8/12e deel van het jaarbedrag van € 787,50, zijnde € 525,-, als beloning kan worden goedgekeurd. De kantonrechter wijst de post reiskosten af, omdat in het forfaitaire beloningsbedrag al een component voor onkosten is opgenomen. De kantonrechter concludeert dat de declaratie voor de reiskosten niet kan worden goedgekeurd, aangezien niet is aangetoond dat de onkostencomponent in de beloning niet toereikend zou zijn. De uiteindelijke goedkeuring van de vergoeding voor het mentorschap bedraagt € 525,-, met een intakevergoeding van € 315,-, wat leidt tot een totaalbedrag van € 999,60.