ECLI:NL:RBARN:2010:BL6500

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
19 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
CB 19025
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.A. Huidekoper
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling begroting curator in een curatelezaak met toepassing van LOK tarief

In deze uitspraak van de Rechtbank Arnhem, gedateerd 19 februari 2010, werd de begroting van de curator voor het jaar 2010 beoordeeld. De curator had een bedrag van € 2.613,98 begroot voor zijn werkzaamheden, maar de kantonrechter, mr. P.A. Huidekoper, oordeelde dat de begroting niet realistisch was. De rechter stelde vast dat uit de begroting en de bijbehorende toelichting niet bleek dat het om een meer dan gemiddeld zware curatele ging. De rechter baseerde zijn oordeel op de ingediende uren en de vergelijking met het voorgaande jaar. De curator had in 2009 6,5 uur gedeclareerd voor contact met zorgverleners, terwijl hij voor 2010 slechts 5 uur had begroot. Dit gaf de rechter aanleiding om te concluderen dat de curator zijn werkzaamheden voor 2010 minder intensief inschatte dan in het voorgaande jaar.

Daarnaast werd opgemerkt dat de gedeclareerde uren in 2009 niet overeenkwamen met de gespecificeerde minuten, wat leidde tot de conclusie dat de declaratie van de curator op deze posten te hoog was. De rechter concludeerde dat de begroting voor 2010 niet realistisch was en dat de curator zich in een gemiddeld curatele geval bevond. De kantonrechter stelde de beloning van de curator vast op € 1.165,00 exclusief BTW, inclusief de kosten van de professionele bewindvoerder.

De rechter benadrukte dat begrotingsposten door hun omschrijving of toelichting inzichtelijk moeten zijn. De begroting voldeed hier niet aan, vooral niet op het gebied van rapportage en gegevensverwerking. De rechter gaf aan dat aan een professionele curator verwacht mag worden dat de gebruikte terminologie en toelichting helder zijn, wat in dit geval ontbrak. De curator werd in de gelegenheid gesteld om binnen drie maanden hoger beroep aan te tekenen bij het gerechtshof in Arnhem als hij het niet eens was met deze beschikking.

Uitspraak

Geachte heer [naam curator]
In uw brief van 18 januari 2010 heeft u verzocht om goedkeuring van de begroting voor 2010 van de kosten van uw werkzaamheden als curator van mevrouw [naam rechthebbende ] De begroting sluit op een bedrag van € 2.613,98.
Als toelichting heeft u het volgende geschreven.
In de persoonlijke belangenbehartiging is moeilijk bij aanvang van het kalenderjaar vóóraf op voorhand exact in te schatten, in het bijzonder wat noodzakelijk en gewenst is in de vertegenwoordiging van belangen over een wat langere periode enerzijds, en wat de noodzakelijke werkzaamheden van de curator c.q. mentor uiteindelijk zullen zijn anderzijds. De leef- en persoonlijke omstandigheden van betrokkenen kunnen zich naar de toekomst snel wijzigen en kunnen vóóraf door onvoorziene oorzaken niet altijd exact worden ingeschat met een verhoging of vermindering van noodzakelijke werkzaamheden als gevolg.
Uit de toelichting, noch uit de begroting zelf blijkt dat sprake is van een meer dan gemiddeld bewerkelijke curatele. In 2009 heeft u 6,5 uur gedeclareerd voor contact met de zorgverleners RIBW, terwijl u voor 2010 daarvoor 5 uur begroot. Daaruit kan ik slechts opmaken dat u uw contacten met de begeleiding voor 2010 minder intensief inschat dan in het voorgaande jaar.
In 2009 heeft u voor contact met mevrouw [naam rechthebbende ] 1 uur gedeclareerd, terwijl u voor 2010 2 uur begroot. Voor contact met de familie heeft u in 2009 0,5 uur gedeclareerd en voor 2010 heeft daarvoor 1 uur begroot.
Bij de beoordeling van deze drie posten betrek ik dat uit de minutenlijst die u bij uw declaratie over 2009 heeft ingediend (bijlage bij uw brief van 6 januari 2010, die ik bij separate brief van heden heb afgedaan), blijkt dat de gedeclareerde uren over dat jaar niet overeenstemmen met de gespecificeerde minuten.
Uit de minutenlijst 2009 blijkt dat u in totaal 6 uur en 5 minuten heeft besteed aan contacten met het RIBW. U heeft gedeclareerd 6,5 uur. Volgens deze minutenlijst heeft u in 2009 gedurende in totaal 45 minuten contact gehad met rechthebbende, mevrouw [naam rechthebbende ], maar u heeft 1 uur gedeclareerd. Tenslotte blijkt uit de lijst dat u op 3 juni gedurende 5 minuten heeft gebeld met de moeder van mevrouw [naam rechthebbende ]. U heeft daarvoor 0,5 uur gedeclareerd.
Alleen al op deze drie posten samen heeft u 65 minuten teveel gedeclareerd.
Uw declaratie 2009 is op deze drie posten - die de kern van het werk van een curator betreffen - opgeblazen. U geeft geen enkele indicatie waarom twee van deze drie posten hoger zouden moeten worden ingeschat dan de werkelijk in 2009 bestede tijd.
Om die redenen zie ik geen aanleiding om uw begroting voor 2010 op deze posten als realistisch te beschouwen en stel ik vast dat sprake is van een gemiddeld curatele geval.
Voor andere posten (voornamelijk betreffende de door u gevoerde administratie en correpondentie begroot u 9 uur en 3 kwartier. Daarvan is de post "rapportage en gegevensverwerking" van 3 uur voor mij niet aanvaardbaar. Het is onduidleijk aan wie u rapporteert. Niet aan de kantonrechter in elk geval.
Wat het begrip gegevensverwerking omvat naast posten als e-mail en postverwerking (1,5 uur) en opstellen van brieven aan instanties (3 uur) is eveneens niet duidelijk.
Aan een begroting van een professionele curator mag worden verwacht dat deze door de gebruikte terminologie van de onderscheiden posten - in voorkomend geval in combinatie met een verhelderende toelichting - aanstonds inzichtelijk is. Daaraan voldoet uw begroting op deze punten niet.
Tenslotte houd ik ermee rekening dat u de financiële zijde van de curatele heeft uitbesteed aan een professionele bewindvoerder die lid is van de BPBI.
Bijgevolg zal ik, conform de aanbeveling van het LOK, voor 2010 uw beloning als curator (inclusief onkosten) vaststellen op € 1.165,00 exclusief BTW. Voor de goede orde vermeld ik dat de kosten van de bewindvoerder hierbij zijn inbegrepen.
Als u het niet eens bent met deze beschikking, kunt u binnen 3 maanden door een advocaat hoger beroep laten instellen bij het gerechtshof in Arnhem.
Met vriendelijke groet,
mr P.A.Huidekoper,
kantonrechter