ECLI:NL:RBARN:2010:BL6509

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
1 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
CB 26827
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Mr. P.A. Huidekoper
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de declaratie van een curator in een curatelezaak met betrekking tot beloning en inzichtelijkheid

In deze zaak heeft de kantonrechter de declaratie van een curator beoordeeld die verantwoordelijk was voor de curatele van mevrouw [naam rechthebbende] in 2009. De curator diende een declaratie in van € 4.869,19, wat meer dan het dubbele was van het eerder vastgestelde bedrag van € 1.941,67 exclusief BTW. De kantonrechter heeft de beloning vastgesteld op het eerder goedgekeurde bedrag, vermeerderd met 10 extra uren, omdat de specificatie van de declaratie onvoldoende inzichtelijk was en er verschrijvingen ten nadele van de rechthebbende waren geconstateerd. De curator had geen derde ingeschakeld voor het financieel beheer, wat de hogere beloning niet rechtvaardigde. De kantonrechter benadrukte dat inzichtelijkheid in de declaratie een eis is van goed curatorschap en dat de activiteiten in de tijdschrijflijsten niet duidelijk gekoppeld konden worden aan de gedeclareerde uren. De uitspraak concludeerde dat de beloning van de curator op € 1.520,30 werd vastgesteld, inclusief de extra uren, maar zonder rechtvaardiging voor een hogere beloning door het ontbreken van een professionele bewindvoerder.

Uitspraak

Geachte heer [naam curator],
Bij brief van 6 januari 2010 heeft u een declaratie van de kosten voor de uitoefening van de curatele over mevrouw [naam rechthebbende] in 2009 ingediend.
Bij brief van 13 augustus 2009 heeft u een begroting voor het jaar 2009 ingediend. Daarop heb ik gereageerd in mijn brief (beschikking) van 17 september 2009. De slotsom van mijn brief was dat ik de beloning voor het jaar 2009 heb vastgesteld op € 1.941,67 exclusief BTW. Dat bedrag was als volgt opgebouwd: het door het LOK aanbevolen tarief voor een normale curatele, vermeerderd met 10 extra uren in verband met de bewerkelijkheid van het geval. Daarbij was rekening gehouden met het feit dat u voor het vermogens beheer gebruik zou maken van een professionele bewindvoerder, die lid is van de BPBI.
U heeft uw declaratie in twee delen gesplitst, één voor de periode tot 1 juli en de andere voor de periode vanaf 1 juli 2009. Het totaal van de beide declaraties sluit op een bedrag van € 4.869,19.
Voor een juiste beoordeling van uw declaratie wijs ik in de eerste plaats op mijn overweging die reden was u 10 extra uren ter declaratie toe te staan: “Omdat ik wel wil aannemen dat na het roerige jaar 2008 nog wat extra aandacht nodig zal zijn, bij voorbeeld in de vorm van extra contacten met rechthebbende en de zorgverleners, zal ik 10 extra uren toestaan, inclusief opslag voor ongespecificeerde kosten.”. (mijn brief van 17 september 2009, 1e pagina, onderaan)
In uw declaratie zie ik dat u voor het hele jaar 7,25 uur opvoert voor contacten met rechthebbende en 13,75 uur voor contacten met de woonbegeleiding. De bijgevoegde tijdschrijflijst leert echter dat u in 2009 tot 1 juli hieraan 9 u en 20 min heeft besteed en in de tweede helft van het jaar 1 u en 50 min. Op uw declaraties voor de twee jaarhelften noteert u echter 9,75 uur en 4,00 uur. Samengevat: u verantwoordt u voor het gehele jaar 2009 11 u en 10 min, terwijl u 13,75 uur (= 13 u en 45 min.) declareert. U verschrijft zich 2 uur en 35 minuten ten nadele van rechthebbende.
Ook wat betreft uw contacten met rechthebbende heeft u zich ten nadele van haar verschreven.
Voor de eerste helft van 2009 verantwoordt u in de tijdschrijflijst 3 uur en 30 minuten en voor de tweede helft 2 uur en 10 minuten. Bij elkaar is dat 5 uur en 40 minuten. U declareert echter 4,75 uur en 2,50 uur = 7 uur en 15 minuten. Het verschil is 1 uur en 35 minuten ten nadele van rechthebbende.
De vergelijking tussen de tijdschrijflijsten en uw declaraties voor de twee jaarhelften heb ik beperkt tot deze twee posten, omdat zonder toelichting – die u niet heeft gegeven – niet duidelijk is welke werkzaamheden u heeft gerangschikt onder de posten in uw declaraties: “overleg met : curatelebewind”, “e-mail en postverwerking”, “opstellen van brieven aan instanties”, en “rapportage en gegevensverwerking”.
Bij telefonische navraag van de griffier (gesprek met u op 25 februari 2010) heeft u verklaard dat u voor het financieel beheer in deze zaak geen derde heeft ingeschakeld. U voert dat beheer zelf. Onduidelijk is daarom waarop de post “overleg met curatelebeheer” ziet.
Evenmin is duidelijk waarop de maandelijks terugkerende post “e-mail en postverwerking” in de tijdschrijflijsten slaat, nu u daarnaast tijd schrijft voor het verzenden van individuele e-mails en brieven.
De post “opstellen van brieven aan instanties” is mij ook niet duidelijk, daar u tijd schrijft voor het verzenden van brieven aan verschillende geadresseerden, waarbij niet duidelijk is of u die tijd onder deze post of andere posten, zoals “overleg met: curatelebeheer” rangschikt. Voorbeelden daarvan zijn: “bericht oogarts doorsturen naar Sizadorpgroep”(1 oktober) en “doorsturen post”(19 oktober).
Tenslotte heeft u geen toelichting gegeven op de post “rapportage en gegevensverwerking”. U rapporteert mij niet en uit de tijdschrijflijsten blijkt ook niet van enige rapportage aan derden. Voor zover u in de deze post heeft verwerkt het opmaken van uw declaratie en de tijdschrijflijsten, moet ik de daarvoor geschreven tijd niet declarabel verklaren. Het is uw eigen keus om de omslachtige methode van tijdschrijven te kiezen, terwijl uw beloning als vast bedrag was vastgesteld.
Immers, in mijn brief van 17 september 2009 heb ik u duidelijk geschreven welke beloning ik u voor 2009 zou toestaan. Het forfaitaire karakter van de beloning kon u – als professioneel mentor en curator, die al jaren lang discussies met mij voert over uw beloning - afleiden uit mijn verwijzing naar het LOK-tarief, dat u bekend is. Het LOK tarief en het forfaitaire karakter kunt u vinden op rechtspraak.nl – dat ik bij u als professional bekend mag veronderstellen.
Tevens had ik in mijn brief vermeld dat de extra uren inclusief een component voor niet te specificeren kosten werden toegekend (zie mijn brief van 17 september, 3e pagina, 4e alinea).
Niettemin heeft u ervoor gekozen om te declareren op basis van specificatie van de bestede tijd, maar heeft u nagelaten om argumenten aan te dragen die mij zouden kunnen bewegen om alsnog uw beloning op declaratiebasis vast te stellen.
Ondanks de tijdschrijflijsten is uw declaratie onvoldoende inzichtelijk. Dat komt voornamelijk doordat de activiteiten die u in de tijdschrijflijsten noemt, niet zonder meer gekoppeld kunnen worden aan de posten waarin u uw declaratie heeft opgesplitst. Toelichting die dit duidelijk maakt, ontbreekt.
Van een professioneel curator mag ik verwachten dat het declareren op inzichtelijke wijze geschiedt. Dat beschouw ik als een eis die voortvloeit uit de norm van goed curatorschap die als reflex kan worden afgeleid uit de eigenschap die potentiële curandi blijkens artikel 1:378 BW nu juist missen: de behoorlijke waarneming van hun belangen.
Naast het gebrek aan toelichting hecht ik zwaar aan mijn hiervoor gemaakte opmerkingen over de verschrijvingen.
Op grond van dit alles zal ik u beloning voor 2009 vaststellen volgens de methode die ik eerder heb aangegeven in mijn brief van 17 september 2009.
Op het in die brief genoemde bedrag moet ik echter nog een correctie toepassen.
Ik schreef toen onder meer: “Omdat u zich voor het financieel beheer bedient van een professioneel bewindvoerder die is aangesloten bij de BPBI, zal ik de beloning vaststellen op … “. ( zie de hiervoor genoemde passage uit mijn brief)
Zoals hiervoor al is gebleken, heeft u in 2009 het financieel beheer zelf gevoerd. Daarmee ontbreekt rechtvaardiging voor de toekenning van een hogere beloning in verband met het hogere tarief van een bewindvoerder die lid is van de branchevereniging BPBI.
Het hogere tarief van een dergelijke bewindvoerder is namelijk het gevolg van de extra kosten die deze heeft, doordat hij moet voldoen aan de kwaliteitseisen, die de BPBI aan haar leden stelt en jaarlijks controleert door een auditonderzoek, dat zij bij haar leden – op hun kosten – laat uitvoeren. Nu niet is gebleken dat u daadwerkelijk kosten heeft gemaakt om de kwaliteit van uw financieel beheer te waarborgen en te laten controleren, kan ik u slechts het tarief van een professioneel curator toestaan, die zich niet van een dergelijk professioneel bewindvoerder bedient.
Het bedrag van uw beloning over 2009 stel ik op grond van het voorafgaande aldus vast:
€ 1.052,50 (de standaardbeloning voor een prof. curator)
. 467,80 + ( 10 extra uur ad {1.052,50 : 22,5} = 46,7777)
€ 1.520,30
Dit bedrag is exclusief BTW, indien u BTW dient af te dragen.
Met vriendelijke groet,
Mr.P.A.Huidekoper,
kantonrechter